U heeft javascript uitgeschakeld. Hierdoor staat de index niet links maar onderaan.

HoofdIndexUitleg

Versie 17-4-2017

Genealogie Besuin

Generatie I

Ia  Jan Besuin.
Het Haardstedenregister van Peize 1672 vermeldt Jan Besuis wed. Wijte.
Een andere Jan Besui:
Haardstedenregister Peize 1692: Jan Besui soldaet is nae t velt, sijn vrouw woont in de kaemer (bij het huis van Bartolt Ebbinge). Zij woont daar ook in 1693.

Gehuwd met Witien Gerrijts, overleden 1693 in Peize, begraven 16-8-1693, hertrouwd 1676 in Peize met Albert Willems ten Oever, overleden 1683, hertrouwd 1685 in Peize met Jan Luinge, geboren 1620, overleden 1706 in Peize, begraven 3-2-1706, zoon van Bareld Luinge en Aaltien? NN, zie genealogie Luinge (4).
Volgens een rechtszaak in 1683 zijn uit dit huwelijk minstens vier dochters geboren.
In 1683 is Roelof Besuin als momber over de kinderen van Jan Besuin bij Witien Gerrijts eiser voor de Etstoel tegen Hindrik Willems tot Peize, Jan Willems en Roelof Jacobs nomine uxoris en tesamen erfgenamen van Albert Willems ten Oever omdat de gedaagden weigeren een contract na te komen van 1676 tussen Albert ten Oever, zijn huisvrouw en de momberen van de pupillen van de eiser, waar bij waar gestipuleerd dat de voors. pupillen moeder en stiefvader voor de tilbare goederen en uitschulden an haar twee dochters wanneeer zij tot haar 18de jaar souden sijn gekomen een stoe? met een bedde sijn toebehoor en silverwerk so als haar susters voor dese hadden genoten. Ertegen ingebracht wordt dat de weduwe van Albert Willems ten Oever, Wietien Gerrits alle tilbaren hadde geprofiteerd. ... De eis wordt toegewezen.
In vervolg op de zaak in 1683 tussen de mombers over de kinderen uit het eerste huwelijk van Witien Gerrijts met Jan Besuin is er een zaak van Hindrik Willems en consorten als erfgenamen van hun halfbroer Albert Willems ten Oever tegen Witien Gerrijts, weduwe van Albert Willems ten Oever vanwege een verzegelde obligatie van 450 gld. over Grietien Willems die Albert Willems zou hebben toebehoord. Witien Gerrijts beroept zich op de lijftucht die zij volgens testament zou hebben.
In 1686 doet Jan Luinge nomine uxoris Wijtien Gerrijts de Heer Gedeputeerde Dubbelt Willinge panding op voor de helft van 72 gld. 8 st., de andere helft ten laste van Johan Rummeringh verwalter schults tot Haeren, waartegen Dubbelt Willinge inbrengt (pandkering) dat de schuld buiten zijn toestemming door zijn overleden vrouw zou zijn gemaakt, zonder dat daarvan bewijs is behalve de opstelling door de vrouw van Jan Luinge gemaakt. De eiser (Jan Luinge) stelt dat de geleverde waren bestemd waren voor de huishouding en de vrouw daarvoor zou mogen crediteren. Hierop volgt de uitspraak in de zaak tussen Jan Luinge nomine uxoris Wijtien Gerrijts en der voorkinderen momberen eisers en de Heer Gedeputeerde Dubbelt Willinge verweerder van panding voor een somma van 75 gld. volgens eigen hand van verweerders overleden vrouw Lutgertien Homans, voorbehouden de andere helft tegen de schults Rummeringh nomine uxoris met eis van kosten. De verweerder wordt geabsolveert mits hij staande de lotting onder ede kan verklaren dat hij van het maken van deze schuld geen kennis heeft gehad, noch ook dat deselve tot gemeen profijt is gekomen.
In 1686 is Wijtien Gerrijts, geassisteerd door de echtgenoot van haar dochter eiseres tegen Willem Pelinge over panding door de eerste gedaan voor 19 gld. 15 st. voor berekende boekschulden. De panding wordt terecht verklaard.
In 1695 voeren Roelof Jacobs nomine uxoris Albertjen Willems en haar broer Jan Willems als erfgenamen van wijlen Albert Willems een rechtszaak voor de Etstoel tegen Steven Hindriks nomine uxoris Jantjen Basuij, Martje Basuij en Frerick Jansen nomine uxoris Albertjen Basuij, tesamen "pro dimidia" (voor de helft) erfgenamen van hun respectieve moeder Wijtjen Gerrits tot Peise, getrouwd geweest aan voorschr. Albert Willems ten Oever. De eisers willen hun deel van obligaties ter waarde van 450 gld. volgens uitspraak van de gecomitteerden Sijgers en Willinge d.d. 26-6-1682.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Gerrit Besuin (zie IIa).
2. Grietien Besuin.
Gehuwd 27-2-1692 in Groningen met Roelof Besuinck, overleden 1695 in Groningen.
Huwelijk: Roelof Besuinck van j. en Grietjen Besuinck van Peijse, p.q. Roelef Camphers als goede bekende, met belastinge dat de geboden tot Leermens (stopt hier, "j." kan een onvolledige beschrijving zijn of misschien de plaats Yde, Vries).
In 1693 wordt in Groningen zoon Jan gedoopt.
Op 15-3-1695 wordt in Groningen gedoopt Roelef Fredrik, z.v. Grietje Basuin, wed. Roelef Basuin.
3. Jantje Besuin (zie IIb).
4. Marchien Besuin.
Gehuwd 2-2-1698 in Groningen met Claas Bolte.
Huwelijk: Claes Bolte uit den Dam en Marrechien Besuinck van Peijse, p.q. Geerdt Pieters als neef, met belastinge in Appingedam.
Kinderen gedoopt in Groningen:
Jacobus 27-10-1698.
Alberdina 3-12-1699.
Lucretia 16-9-1705.
Jacobus 13-07-1701.
5. Albertien Besuin (zie IIc).
 

Generatie II

IIa  Gerrit Besuin, zoon van Jan Besuin (zie Ia) en Witien Gerrijts.
Gehuwd (1) 14-6-1681 in Groningen met Cornelissien Herens.
Huwelijk: Gerrit Besuingh van Peijse en Cornelissien Herens van Leerme(n)s, pro qua Jan Lucas als oom, met belastinge de geboden mede tot Leerme(n)s te laeten gaen.
Gehuwd (2) 26-1-1696 in Uithuizermeeden (afkondiging) met Talje Harmens.
Huwelijksafkondiging: Gerrit Basuinck van Leermens en Talje Harmens van de (Uithuizer) Meden.
Kinderen uit het eerste huwelijk:
1. Jan Basuin, overleden 1763 in Groningen.
Gehuwd 19-11-1716 in Groningen met Hinderina Schultens, dochter van Abraham Schultens.
Huwelijk: Jan Basuin en Hindrina Schultens, beide van Groningen, pro qua Abraham Schultens als vader.
Kinderen gedoopt in Groningen tussen 1719 en 1734: Cornelijsjen, Abraham, Gerrit (2x), Margreta, Alegonda, Derk, Margrietje.
Breukdodenboek Groningen 9-4-1763: Jan Bazuin (vr. Hindrijna Scholtens) in nieuw Ebbingestraat.
 
IIb  Jantje Besuin, dochter van Jan Besuin (zie Ia) en Witien Gerrijts.
Gehuwd met Steven Hindriks, overleden 1707 in Peize, begraven 20-5-1707.
In het Haardstedenregister van Peize wordt Steven Hindriks vermeld als snijder, doet ook koopenschap, mogelijk op dezelfde plaats waar later zijn dochter Trijntien Stevens woont, hoek Hoofdstraat en Woordlaan.
Op 13-8-1692 wordt meester Stevens wijf begraven, in het bekken 4 gld. 5 st., een tamelijk hoog bedrag. Deze datum klopt niet met de vermelding van Steven Hindriks nomine uxoris Jantjen Basuij in een rechtszaak in 1695, maar omdat die zaak al langer speelde kan daar een onnauwkeurigheid zijn begaan. Kleindochter Wijtske Blokbergen zou kunnen zijn vernoemd naar Wittien Gerrits, de moeder van Jantjen Besuin.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Albertje Stevens (zie IIIa), overleden 1752 in Peize, begraven 21-1-1752.
2. Trijntien Stevens, overleden 1750 in Peize, begraven 7-4-1750.
 
IIc  Albertien Besuin, dochter van Jan Besuin (zie Ia) en Witien Gerrijts.
Gehuwd (1) 24-11-1689 in Peize met Frerik Jansen, zie genealogie Freriks.
Huwelijk: Frerick Jansen en Aelbertien Besuij.
Albertien Basuij betaalt in 1707 6 gld. 6 st. die haar moeder Wittien Gerrits aan de armen van Peize had beloofd. Dit gebeurt nadat olde Jan Luinge is overleden, die zelf 100 gld. nalaat.

Gehuwd (2) 1-5-1700 in Groningen met Jan Wilkens.
Huwelijk: Jan Wilkens van Groningen en Albertijn Besuijnck van Peijse, pro qua Claes Bolte als swager.
Kinderen uit het eerste huwelijk:
1. Jan Freriks, overleden 1776 in Peize, begraven 3-4-1776, zie genealogie Freriks.
 

Generatie III

IIIa  Albertje Stevens, overleden 1752 in Peize, begraven 21-1-1752, dochter van Steven Hindriks en Jantje Besuin (zie IIb).
In 1699 eist Steven Hendriks namens zijn dochter Albertje Stevens een gouden ring terug van Leffert Hendriks van Peize. Albertje zou de ring hebben gegeven op de begrafenis van Barelt Ebbinge als teken van trouw. Dit zou zijn gebeurd toen zij nog minderjarig was en tegen de zin van de ouders. In 1700 komt de zaak nogmaals aan de orde waarbij de naam Hendrik Leffers wordt genoemd als verweerder.
Gehuwd 13-4-1701 in Peize met Marten Blokbergen, zoon van Hans Blokbergen en Susanna Hulstmans, zie genealogie Blokbergen.
Op 12-6-1708 wordt door de Etstoel een koopcontract van 17-3-1708 goedgekeurd tussen Marten Hans Blokbergen en zijn huisvrouw Albertien Stevens enerzijds en de voorstanders (voogden) van Trijntien Stevens anderzijds, waarbij de vaste goederen en enige tilbare goederen van Trijntien Stevens door eerstgenoemden worden overgenomen.
Op 29-7-1708 betaalt Marten Blockbergen 15 gld. die zijn schoonvader Steven Hindricks aan de armen heeft beloofd (Hervormde Kerk Peize inv. 58).
Albertijn Blokbergen betaalt in 1750 voor het laken over Trijntien Stevens.
In het Drents Archief, archief Ebbinge bevindt zich een akte van verkoop in 1737 door Marten Blokbarger en zijn vrouw Albertijn Stevens te Peize van hun huis, hof en hoppeland.
In juni 1740 wordt de boedel van Marten Blokbergen grasvellig verklaard (Etstoel dl 46, f. 190v). Trijntien Stevens ontvangt 1475 gld. volgens afkoopbrief van 8-3-1708, mits zij onder ede verklaart dat die afkooppenningen haar deugdelijk toekomen. Deze voorkeursbehandeling zal alleen plaats vinden met betrekking tot de goederen waarvoor is afgekocht en die nu wegens grasvelligheid zijn verkocht. Ette Lucas Bavinge en zijn broer Reijnder Bavinge worden gedeeltelijk gecompenseerd wegens een lening op 29-5-1734 van 300 gld. met rente.
In november 1740 wordt de boedel nogmaals beschreven, waarbij de aangeërfde goederen en de halve tilbaren worden geschat op 1211 gld. en het aangekochte en de (andere) halve tilbaren op 580 gld. Secretaris Nijsingh krijgt nog 200 gld. wegens een obligatie van 13-5-1732.
Op 21-1-1752 wordt de vrouw van Marten Blokbergen begraven.
Aanname dat Jantje, Anna, Dina en (Sibbe)lina Blokbergen allen dochters zijn van Marten Blokbergen. Jantje en Dina worden ook Martens genoemd, Jantje en Sibbelina hebben een zoon Martinus/Marten. Dina is bij haar huwelijk afkomstig van Peize.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Jantje Blokbergen, overleden 1753 in Groningen, zie genealogie Blokbergen.
2. Anna Blokbergen, zie genealogie Blokbergen.
3. Dina Martens Blokbergen, geboren in Peize?, zie genealogie Blokbergen.
4. Sibbelina Blokbergen, zie genealogie Blokbergen.
5. Johannes Blokbergen, overleden 1788 in Peize, begraven 24-12-1788, zie genealogie Blokbergen.
6. Steven Blokbergen.
Gehuwd 16-5-1736 in Groningen met Harmtjen Roelefs.
Huwelijk: Steven Blokbarger van Peijse en Harmtjen Roelefs van Anloo, pro qua Warner Christoffers als swager.
Warner Christoffers trouwt in 1732 in Groningen met Aaltje Harms van Anloo, pro qua Geert Jans als neef. Er wordt twee keer een dochter Gebke gedoopt waarbij de moeder wordt vermeld als Aaltje Roelefs.
7. Bartelt Blokbergen.
Gehuwd 3-5-1750 in Eelde met Geertruid Berends.
Huwelijk: Bartelt Blokbergen van Peize en Geertruid Berends van Beilen.
Uit "Blokbergen" in Gruoninga 1992, p. 37 van Petronella J. C. Elema: In 1750 draagt Trijntien Stevens haar bezittingen over aan haar zusters zoon en dochter Bartelt en Wijtsche Blokbergen om door hen te worden verzorgd. Marten Blokbergen en Albertje Stevens ondertekenen ter goedkeuring.
Deze akte van overgang wordt ingeschreven op 3-3-1750 (Schultengerechten Peize inv. 248, Verzegelingen, p. 34). Op dezelfde datum wordt ook een schuldbekentenis ingeschreven (ook inv. 248, maar dan deel 2, Register van Rentbrieven, p. 26): Trijntijn Stevens tot Peize, geassisteerd door Harm Schuiringe verklaart schuldig te wezen aan Bartelt Blokberger 160 gld. wegens een obligatie van 5-3-1745 van 200 gld.
De schuldbrief van 5-3-1745 luidt: Ik ondergeschreven Trijntijn Stevens woonagtig tot Peijse bekenne ontvangen ... van Bartelt Blokbergen woonagtig tot Paterwolde 200 gld. Deze schuldbrief wordt ingeschreven in Peize op 23-6-1748 (inv. 248, dl 2, p. 20).
8. Wijtske Blokbergen, overleden 1796 in Peize, begraven 17-12-1796. Zie ook broer Bartelt. Wijtske Blokberger wordt in 1754 vermeld in het haardstedenregister van Peize als opvolgster van haar tante Trijntien Stevens, in 1742 vermeld met neering. Daarna woont zij mogelijk bij haar broer Hans Blokberger, die in 1764-1784 op een andere plaats wordt vermeld, in 1794 mogelijk op deze plaats Wijtske Blokberger "onder de diaconie".
Op 18-3-1750 wordt in Peize "Witskin soone Hans" begraven. Op 17-12-1796 wordt Wite Blokbergen begraven. Haar goederen worden verkocht ten bate van de diaconie.
 

Index
Genealogie Besuin