U heeft javascript uitgeschakeld. Hierdoor staat de index niet links maar onderaan.

HoofdIndexUitleg

Versie 17-4-2017

Genealogie Baving

Generatie I

Ia  Jan Bavinge, overleden 1585 in Peize (tussen 1578 en 1587).
Bij de markeverdeling van Peize 1578 hebben Tese Jansen en Bavink samen een buirdeel in de later zo genoemde Woldse Slag (Peizerwold).
Archief Mensinge, inv.1755: Vonnis van de erfburen, waarbij de eis van Johan Bavinge en Tesoe thoe Wolde tot erkenning van hun recht op een vol waardeel, wordt toegewezen, 1578; afschrift, z.jr. (c. 1600).
Voor de Etstoel (Ordelen, p.406) wordt in 1599 in een zaak tussen Luitgen Bavinge toe Wolde cum suis en de markegenoten en buren van Peize de uitspraak van de lotting van 1579 van waarde verklaard.
In het register van Bezaaide landen Peize 1612 worden vermeld Luigien Bavinge en Frerik Bavinge.
Goorspraken (via Hans Homan Free): Luitje en Frerik Baving als buur te Peize 29-1-1587.
In 1600 is er een zaak tussen Wigbolt Lewe en Luitgen Baving, waarin de buren van Potterwolde uitspraak hebben gedaan (goorspraken 1601, pg 199).
In Feb. 1602 is een Luitje Baving buur te Zuidlaren (dit is ws. een andere dan de Luitje te Peize).
In 1630 Grondschatting en Impost op het gemaal Jan Bavinge met zijn moeder en broeders, totaal 6 inwonende personen en jonge Jan Bavinge met zijn moeder en broeders, totaal 4 inwonende personen.
In 1641-1654 zijn het jonge Jan Bavinge en Abel Bavinge en olde Jan Bavinge en Doe Bavinge. De volgorde lijkt hier omgedraaid.
In 1654 is alleen olde Jan Bavinge nog in leven.
De vier Bavinges hebben bovendien enkele mandelige goederen.
Kinderen:
1. Luigien Bavinge, overleden 1620 in Peize (tussen 1612 en 1630). Luigien Bavinge komt verschillende malen voor in de Goorspraken tussen 1587 en 1602. Bij de Bezaaide Landen 1612 worden Luigien en Frerik Bavinge apart vermeld.

Eerder werd geacht dat Olde Jan Bavinge met een zoon Luitien Baving en Doe Bavinge kinderen waren van Luigien Bavinge, maar Frerik Bavinge komt meer in aanmerking als vader.

Of deze Luigien Bavinge nakomelingen heeft, is nog niet duidelijk. Jonge Jan en Abel Bavinge zouden in aanmerking kunnen komen, maar in die tak komt de naam Luigien niet voor. Hij zal vermoedelijk niet identiek zijn met Luigien Baving te Zuidlaren, die daar al in 1602 voorkomt als buur, niet wordt vermeld bij de Bezaaide Landen 1612, maar wel in de Grondschatting van 1630 met zijn zoon Boele. In 1626 vraagt hij toestemming voor het sluiten van een overeenkomst met zijn kinderen Boele en Margreta om zijn vrouw Coopjen te verzorgen. Hij is dan zelf al oud en overlijdt vermoedelijk rond 1630.
Opmerkelijk is wel dat Boele Bavinge in 1646 wordt genoemd als eigenaar van hooi- of weiland in Peize:
Grondschatting Peize 1646: Bij Jonge Jan en Abel Bavinge: 7 mat van Boele Bavinge in huir, in Roelof Dries mae.
2. Frerik Bavinge (zie IIa), overleden 1620 in Peize (tussen 1612 en 1630).
3. NN Bavinge (zie IIb).
 

Generatie II

IIa  Frerik Bavinge, overleden 1620 in Peize (tussen 1612 en 1630), zoon van Jan Bavinge (zie Ia).
Gehuwd met Bareltje Doens, dochter van Doe Wolters.
Grondschatting en Impost op het gemaal van 1630: Jan Bavinge met zijn moeder en broeders, totaal 6 inwonende personen en jonge Jan Bavinge met zijn moeder en broeders, totaal 4 inwonende personen.

In 1640 wordt Bareltje, weduwe van Frerick Bavinck te Peize aangeklaagd door Hindrik en Albert Lussinck, die wegens hun moeder Marrijtjen erfgenamen zijn van wijlen Willem Hindrix. Er zijn twee rechtszaken, waarvan de ene onmiddellijk wordt behandeld en de andere pas in 1643. Willem Hindrix is getrouwd geweest met Martjen Doens, natuurlijke dochter van Doe Wolters, die haar enige hooilanden en een hoppenkamp zou hebben gegeven, die Bareltje in bezit zou hebben genomen na het overlijden van Martjen Doens. Zij zegt erfgenaam te zijn van Martjen Doens (Martjen Doens wordt vermeld bij de Grondschatting 1630 waar later Doe Bavinge woont). In de andere zaak, waarin de gebroeders Lussinck ook optreden voor Grete Pelers en consorten, is er een kwestie over een "deuse met goederen", die Martjen Doens aan de aangeklaagde in bewaring zou hebben gegeven. De schoondochter Jacobje van de aangeklaagde zou de doos na het overlijden van Martjen Doens hebben teruggebracht (met niet alle goederen?). Bareltje en haar schoondochter ontkennen dat zij een doos in bewaring hebben gehad. Zij moeten dit met een eed bevestigen.

Martjen Doens bezit in 1630 behalve het huis, een half waardeel, 2 mat hooiland, 2 koeweiden en 350 hoppekuilen. De Bavinges, verdeeld over jonge Jan en Abel Bavinge en olde Jan en Doe Bavinge bezitten in 1630 ieder 1/4 waardeel, in 1654 hebben de eersten, die ondertussen zijn overleden, nog steeds 1/4 waardeel en hebben olde Jan Bavinge en Doe Bavinge, die ondertussen apart wordt vermeld op de plaats waar eerder Martjen Doens woonde, ieder 1 1/2 van 1/4 en 1/32 waardeel. Blijkbaar is het halve waardeel van Martjen Doens tussen hen verdeeld. Daarnaast bezit Olde Jan Bavinge dan ook nog de helft van 1/4 waardeel, dat apart wordt vermeld en mogelijk afkomstig is van zijn echtgenote. Deze echtgenote is vermoedelijk bovengenoemde Jacobje. Zoon Luitjen Bavinge heeft een dochter Jacobjen Bavinge.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Jan Bavinge (zie IIIa), overleden 1660 in Peize (na 1654).
2. Doe Bavinge (zie IIIb), overleden 1650 in Peize (tussen 1645 en 1654).
 
IIb  NN Bavinge, zoon van Jan Bavinge (zie Ia).
De hier vermelde kinderen, die allen worden vermeld in die hierna vermelde akte van 1630, zijn vermoedelijk verwant aan de eerdere Jan Bavinge, maar hoe is nog niet duidelijk. Om dit neutraal te houden is een onbekende NN Bavinge tussengevoegd, die zowel een zoon als een dochter zou kunnen zijn.

In 1658 klaagt Hilletien Bavinge dominee Johannes Snetlage aan:
"Tuschen Hilletijn Bavinge eijschersche ter eenre ende D. Johannem Sneetlage pastor tot Peijse verweerder ter ander zijden, hebbende den eijscher pandinge versocht ter somme van vijftich daeler capitael, met ses daeler achterstallige renten, volgens obligatie bij Geese Bavincks, Jan, Abel, ende Willem, ende Grietje Bavincks gepasseert ten behoeve van wijlen Hinrick Bavincks dochtertijn in dato den 12. Novemb. 1630. waervan de verweerder ook de gedaene opsegginge angenomen. Waerentegens gehoort de verantwoording van de verweerder, allegerende de voors obligatie hem ofte sijn huisvrouw niet te roeren, maer gevees?t te zijn op Bavinge goederen, waervan de verweerder int minste niet in posside, dat ook de verweerder de renten well eenige jaeren voor dese hebben betaalt, maer niet langer tot dat hij doorweche vande uitspraeke van gecommitteerden vande Etstoel sijner huisvrouw toegescheijdene portie vande voors vaste goederen heeft verlaeten, Is de saeke uijtgestelt tot dat de heren gecommitteerden hier van gehoort sullen sijn."

Enkele jaren eerder was er een rechtszaak over de erfenis van Abel Bavinge. Deze zal eerder de rente hebben betaald. Hilletje Baving is vermoedelijk de dochter van Hindrik Bavinge, die dus voor 1630 moet zijn overleden. Hij zou de vader kunnen zijn van de hier vermelde kinderen, maar ook een broer. Geese Bavincks is mogelijk de moeder van de kinderen. Broer Willem zal zijn overleden voor 1642, wanneer Jan en Abel met naam worden vermeld.
Kinderen:
1. Jan Bavinge, overleden 1650 in Peize (tussen 1645 en 1654). Jonge Jan Baving in 1641-1654.
2. Abel Bavinge (zie IIIc), overleden 1650 in Peize (tussen 1646 en 1654).
3. Willem Bavinge, overleden 1635 in Peizerwold (tussen 1630 en 1642).
4. Grietje Bavinge (zie IIId).
 

Generatie III

IIIa  Jan Bavinge, overleden 1660 in Peize (na 1654), zoon van Frerik Bavinge (zie IIa) en Bareltje Doens.
Olde Jan Bavinge in 1641-1654.
Gehuwd met Jacobje NN.
Gezien de naam van zoon Luitien zou verwacht worden dat Olde Jan Baving een zoon is van Luigien Bavinge die rond 1600 voorkomt. In 1742 worden Lucas en Reinder Baving genoemd als opvolgers van Olde Jan Bavinge. Echter bij broer Doe Bavinge, die vermoedelijk een zoon Frerik heeft, passen als ouders beter Frerik Bavinge en Bareltje (Doens). De naam Jacobje past bovendien bij het verslag van de rechtszaak uit 1640, die daar de schoondochter wordt genoemd van Bareltje, weduwe van Frerik Bavinge. Zoon Luitien heeft een dochter Jacobjen.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Luitien Baving (zie IVa).
 
IIIb  Doe Bavinge, overleden 1650 in Peize (tussen 1645 en 1654), zoon van Frerik Bavinge (zie IIa) en Bareltje Doens.
Doe Bavinge wordt in het Register Nieuwe Huizen van Peize vermeld als eigenaar van een huis in 1646, dat in de lijst van 1742 eigendom is van de erfgenamen van (kleinzoon?) Doe Bavinge.
Gehuwd met NN Land, dochter van Bartelt Land, zie genealogie Land (1).
Aanname dat Doe Bavinge is getrouwd met een dochter van Bartelt Land omdat hun kleinzoon Barteld Baving rond 1750 op dezelfde plek woont als in 1654 Bartelt Land.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Frerik Bavinge (zie IVb), overleden 1700 in Peize, begraven 26-11-1700.
2. Abeltje Bavinge (zie IVc).
 
IIIc  Abel Bavinge, overleden 1650 in Peize (tussen 1646 en 1654), zoon van NN Bavinge (zie IIb).
Gehuwd (1) met Jantje Grevinge.
In 1660 voert Harmen Albers Bode een proces voor de Etstoel wegens de kinderen van zijn huisvrouw verwekt bij haar eerste man jonge Jan Grevinge en als rechthebbende van wijlen Hinrick Grevinge tegen Harmentjen Remmels, weduwe van Elle Boncke en de mombers van Jan Bavinck over de erfenis van wijlen Dubbeld Grevinge. De (moeders van de) verweerders zouden uitgeboelde zusters zijn van genoemde jonge Jan Grevinge en Henrick Grevinge, die geen recht zouden hebben op de erfenis. Er is een huwelijkscontract tussen Harm Remmels en Anna Grevinge van 27-8-1619.
Gehuwd (2) 26-8-1644 in Peize (huwelijkscontract) met Trijntje Ebbinge, dochter van Barelt Ebbinge en Jansje Wichers Schuiringe, zie genealogie Ebbinge, hertrouwd 1653 in Peize met Johannes Snetlage, geboren 21-2-1609 in Tecklenburg, overleden 21-12-1672 in Peize, zie genealogie Snetlage.
In 1654 wordt een zaak voor de Etsoel aangespannen door Albert Allershoff en consorten als mombers over de zoon van wijlen Abel Bavinck en wijlen Jantjen Grevinge tegen Johannes Sneetlage, predikant te Peize wegens zijn tegenwoordige huisvrouw Trijntjen Ebbinge over de erfenis van Abel Bavinck. De zoon zou universeel erfgenaam zijn van zijn vader, maar de verweerder beroept zich op het huwelijkscontract tussen Abel Bavinck en Trijntjen Ebbinge, waaruit zou blijken dat zij mede-erfgename is. In een vervolgzaak in 1657 wordt de zoon vermeld als Jan Abels en als datum van het huwelijkscontract 26-8-1644. Er is sprake van een moltpacht geschonken door Barelt Ebbinge en de erfenis van Frerijck Ebbinge, broer van Trijntje Ebbinge.
Kinderen uit het eerste huwelijk:
1. Jan Bavinge (zie IVd), overleden 1705 in Peize, begraven 12-6-1705.
 
IIId  Grietje Bavinge, dochter van NN Bavinge (zie IIb).
Gehuwd met Albert Allershof, zoon van Johan Allershof en Aaltien Schuiringe, zie genealogie Schuiringe en Allershof.
Albert Allershof wordt vermeld in het Haardstedenregister van Peize 1672 met een vol erf, vermoedelijk waar eerder zijn vader Jan Allershof en grootvader Hindrik Schuiringe woonden.
In 1653 is hij als momber over de zoon van wijlen Abel Bavinck en Jantjen Grevinge eiser in een zaak tegen Johannes Sneetlage, predikant te Peize, getrouwd met Trijntjen Ebbinge, die eerder getrouwd was met Abel Bavinck. De zaak komt opnieuw aan de orde in 1654, 1656 en 1657.
In 1681 klagen Jan Allershoff en Steven Hindricks namens zijn vrouw en consorten Jan Bavinge aan wegens verdiend loon van Hindrik Allershof in 1674, waarvan zij de erfgenamen zijn, maar volgens Jan Bavinge was hij altijd ziek en heeft hij niet gewerkt.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Jan Allershof.
Gehuwd (1) 9-3-1694 in Groningen met Annechien Froon, geboren 1666 in Groningen, gedoopt 16-2-1666, dochter van Gerrit Froon en Hindrikje Roelofs.
Huwelijk: Jan Allershoff van Peise en Annegien Froon, p.q. Henrick Froon als broeder.
Annegien gedoopt als Anna Margreta.
Kinderen gedoopt in Groningen: 1695 Margrete (adres Nieuwe Kijk in't Jatstraat).

Gehuwd (2) 31-3-1699 in Groningen met Catharina Borgesius, geboren 1675 in Groningen, gedoopt 17-2-1675, dochter van Daniel Borgesius en Maria Borgesius.
Huwelijk: Johannes Allershof van Peijse en Catharina Borgesius van Gron., pro qua de Hr Gesworen Borgesius als neef.
In 1700 wordt in Groningen dochter Margareta gedoopt (adres Nieuwstad), in 1701 zoon Johannes (Oude Ebbingestraat), in 1704 zoon Albertus. Er is nog een Catharina Borgesius, dochter van Jacobus Borgesius die in 1697 trouwt met med. doctor Cornelis Iben met kinderen gedoopt tussen 1697 en 1701, waarvoor ook gezworene Borgesius optreedt als neef bij haar huwelijk.
Huwelijkscontract Groningen 8-3-1699 (Groninger Archieven ra III ij): De Eerentfeste Johannes Allershof en de eer en Deugtrijke jonge dochter Catharina Borgesius. Indien geen kinderen worden nagelaten zal de langstlevende o.a. het tilbaar huisgeraad en het bakkergereedschap krijgen. Dedigsluiden van de zijde van de bruidegom Claas Krijt als zwager, Steven Hindriks als zwager en solliciteur Allershof als halve neef. Van de zijde van de bruid de gezworen Jochimus Borgesius als neef, de gezworen Daniel Tiassens als neef en Arent Harmens als neef.

Gehuwd (3) 21-10-1708 in Groningen met Fockijn Reinders, geboren 1686 in Groningen, gedoopt 5-1-1686, dochter van Reinder Leenders en Annigje Jacobs.
Huwelijk: Jan Aldershof van Peijse en Fockijn Reijnders van Groningen, pro qua Hindrick Busch als stiefvader.
Gehuwd (4) 23-10-1710 in Groningen met Margareta van Haren, overleden 1734 in Groningen, eerder getrouwd 3-2-1700 in Groningen met Jan Hindriks Kist.
Huwelijk: Johannes Allerthof van Peijse en Margareta van Haeren, wed. van Jan Hindriks Kist, van Groningen.
Breukdodenboek Groningen 12-11-1734: Margareta van Haren, wed. van Jan Allershoff.
2. Hindrik Allershof, overleden 1680 in Peize (tussen 1674 en 1681). Hindrik Allershof kan eventueel ook een zoon zijn van Jan Allershof en Aaltje Schuiringe.
3. Abeltien Allershof.
Gehuwd (1) 9-5-1676 in Groningen met Willem Lues.
Huwelijk: Willem Lues van Noordbroek en Abeltien Allershoff van Peijse. Kinderen gedoopt in Groningen met als moeder Abeltien Alberts of Allers: Albert, Luij en Albert.
In juni 1677 wordt Abeltien Allershof aangenomen als lidmaat in Groningen.

Gehuwd (2) 5-2-1684 in Groningen met Jan Alberts Westerbroek.
Huwelijk: Jan Alberts, van Westerbroek en Abeltien Aldershoff, van Peijse, wed. van Willem Lues, pro qua Jan Aldershof als broeder.
Kinderen gedoopt in Groningen tussen 1685 en 1692: Grietje, Jantje en twee keer Albert.
4. Jantien Allershof.
Gehuwd 23-8-1692 in Groningen met Jan Harmens.
Huwelijk: Jan Harmens van Velthuijsen en Jantjen Aldershofs van Peijse, p.q. Jan Alberts Westerbroek als swager, met belastinge tot Peijse.
5. NN Allershof, zie genealogie Schuiringe en Allershof.
6. NN Allershof.
Gehuwd met Steven Hindriks.
 

Generatie IV

IVa  Luitien Baving, zoon van Jan Bavinge (zie IIIa) en Jacobje NN.
Haardstedenregister Peize 1672: Luitien Bavinge met 4 paarden.

Etstoel Deel/folio/datum 16/342/27-5-1657
Eiser: Luitjen Bavinck te Peizerwolde
Verweerder: Henrick Bavinck en Johan Bavinck te Taarloo
Onderwerp: naarkoop
Inhoud: betreft een half erf te Taarloo, gebruikt door Peter Smeengs, en door
Hindrick Geers en Andries Geers aan de verweerder verkocht. Eiser bezit
de andere helft. Volgens verweerders komt hun een half vierendeel
waardeel uit het ongescheiden erf toe. Eiser krijgt ongelijk.

Deel/folio/datum 13/159/24-11-1647
Eiser: Haijko Jurjens als voogd van zijn kinderen
Verweerder: Hindrick Geers en Andries Geers te Groningen
Onderwerp: naarkoop
Inhoud: betreft een erve land te Taarloo, door de verweerder gekocht van Jan
Jurjens en Jantjen Roelofs. Eiser is van mening op grond van sibbe recht
te hebben op naarkoop. Verweerder is van mening dat iemand buiten
Drenthe geen naarkoop kan claimen. Eiser krijgt ongelijk.

Gehuwd met Aaltien Willinge, dochter van Jan Willinge en Roelfien Schuiringe, zie genealogie Willinge.
In het Groninger Museum bevindt zich een brandewijnkom uit omstreeks 1660 met de intialen L.B. en "het wapen van Luiting Baving en zijn vrouw Aaltien Willinge uit Peize". Groninger Museum 2007.0108.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Jan Baving (zie Va), overleden 1734 in Peize, begraven in de kerk 27-10-1734.
2. Geessien Baving (zie Vb), overleden 1721 in Peize, begraven 25-4-1721.
3. Jacobjen Baving (zie Vc), overleden 1736 in Peize, begraven 18-5-1736.
 
IVb  Frerik Bavinge, overleden 1700 in Peize, begraven 26-11-1700, zoon van Doe Bavinge (zie IIIb) en NN Land.
Gehuwd met Aaltien Luinge, overleden 1696 in Peize, begraven 18-12-1696, dochter van Roelof Luinge en Ameltien Schuiringe, zie genealogie Luinge (4).
Frerik Bavinge woont omstreeks 1695 mogelijk op dezelfde plek als later Harm Klazen, getrouwd met Roelfien (Doeës) Baving.
In 1688 wordt een zoontje van Frerik Bavinge begraven.
Op 19-12-1696 betaalt Frerick Bavinghe voor het laken over "huis holt". Dit betreft mogelijk Aaltien Luinge, die op 18-12-1696 wordt begraven, in het bekken 6 gld. 12 st. 2 duiten. De term "huis holt" slaat mogelijk op de kist bij de begrafenis.
In 1690 is Aaltien Luinge, echtgenote van Frerik Bavinge evenals o.a. Barelt Schuiringe en Jan Luinge een naaste bloedverwant van olde Jan Luinge. Aanname dat Aaltien Luinge een zuster is van (jonge) Jan Luinge.
Op 11-8-1688 wordt Frerik Bavinges zoontje begraven.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Doe Bavinge (zie Vd), overleden 1734 in Peize, begraven 30-12-1734.
2. Jeichien Bavinge (zie Ve).
3. Hillegien Bavinge (zie Vf), overleden 1742 in Peize (voor 1744, mogelijk al voor 1742).
4. Trijntien Bavinge (zie Vg), overleden 1745 in Peize (na 1742).
5. Bartelt Bavinge, overleden 1762 in Peize, begraven 4-11-1762. Bartelt Bavinge wordt vermeld in het Haardstedenregister van Peize in 1742 met 2 paarden en in 1754 met een paard. Hij wordt dan opgevolgd door Barelt Roelfs, timmerman.
Gehuwd 15-6-1727 in Peize met Trijntien Ebbinge, geboren 1700, overleden 1757 in Peize, begraven 23-8-1757, dochter van Bartelt Ebbinge en Hillechien Willems, zie genealogie Ebbinge (3).
Huwelijk: Bartel Bavenge en Trijntijn Ebbinge.
Bartholt Bavinck en Trijntjen Ebbinge zijn bij het huwelijk van Aaltien Ebbinge met Hilbrant Jans (Noordbroek 1745) volle oom en mombaar en meuij (tante) van de bruid, terwijl Allardijna Ebbinge een volle zuster is. Zij zijn beiden dochters van Hillegien Bavinge, die dus een zuster is van Bartelt Bavinge.
Op 23-8-1757 wordt Trijntin Ebbinge, vrouw van Bartelt Bavin begraven, in het bekken 7 gld. 2 st.
Op 28-10-1757 verkopen Bartelt Bavinge enerzijds en de erfgenamen van Trijntien Ebbinge anderzijds een huis in het Noordeinde van Peize aan Barelt Roelfs en vrouw Jantien Luinge, grenzend ten oosten aan de Oosterweg, ten zuiden aan Juffrouw Willinge en vrouw Verhaegen, ten westen de steeg en noorden Jan Freriks.
De erfgenamen van Trijntien Ebbinge zijn Hindrik Ebbinge, Bartelt Ebbinge Lzoon (Szoon?), Conraat Barelts, Bartelt Ebbinge Jzoon en Roelef Luinge Noord.
Op 9-2-1760 betalen Hindrik Ebbinge van Peize en verdere erfgenamen van wijlen hun moei (tante) Trijntien Ebbinge, voor een jaar of twee overleden, de 30ste penning over 600 gld. waarop de boedel is begroot.
In 1760 betaalt Zacharias Wigbolts 12 gld. 7 st. 8 p. (over het bedrag) waarvoor hij op de mijning van Bartelt Baving in 1757 huis en hof had getrokken. Barelt Roelofs betaalt eveneens 12 gld. 3 st. vanwege de 40ste penning over 486 gld. waarvoor hij een huis en hof te Peize uitde hand heeft gekocht van Zacharias Wigbolts.
Op 4-11-1762 wordt Bartelt Bavinge begraven, in het bekken 10 gld. 4 st.
In 1763 betaalt Roelof Luinge Noort de 30ste penning van 1800 gld. waarop de gezamenlijke erfgenamen van Barteld Bavinge deze erfenis hebben begroot.
 
IVc  Abeltje Bavinge, dochter van Doe Bavinge (zie IIIb) en NN Land.
Gehuwd (1) 30-11-1669 in Groningen met Albert Arents Schoneveld, overleden 1681 in Groningen.
Huwelijk: Albert Schonevelt en Abeltien Bavinck, waer voor d'E. Vaendrich Rudolph Bavinck als neve compareerde.
Bij de dopen van de kinderen wonend bij de A.
Broer? Pieter Schoneveld is bij huwelijk in 1680 afkomstig van Ruinerwold.
Informatie Hans Homan Free:
Voogdijrekeningen Groningen 11-10-1692: Pieter Schonevelt als voormond over de kinderen van Albertus Schonevelt en Abeltje Bavinge.
Voogdijrekeningen Groningen 26-10-1692: Peter Willems en Frerick Bavinge als voogden over de kinderen van Albert Schonevelts en Aeltien Bavinge.

Gehuwd (2) 26-9-1683 in Groningen met Jan Lunsche.
Huwelijk: Jan Lunsinck van Peijse en Abeltien Bavinge, weduwe van Albert Schoneveldt, pro qua Peter Schoneveldt als neef.
Ook huwelijkscontract Groningen 20-7-1683: Jan Lunsingh en Abeltien Bavinge, wed. Albert Schoneveldt (geen getuigen vermeld).
Er zijn verschillende Jan Lunsches die in aanmerking komen, o.a. Jan Jans Lunsche, kleinzoon van Egbert Lunsche (Peizerwold) en Jan Lunsche, z.v. Abel Lunsche (Peizerhorst). De laatste trouwt in 1693 met Roelofje Lunsche.
Kinderen uit het eerste huwelijk:
1. Arent Schoneveld, geboren 1670 in Groningen, gedoopt 16-11-1670.
2. Arent Schoneveld, geboren 1673 in Groningen, gedoopt 7-2-1673.
3. Roelina Schoneveld, geboren 1675 in Groningen, gedoopt 25-7-1675.
4. Doe Schoneveld, geboren 1678 in Groningen, gedoopt 1-11-1678.
5. Albertjen Schoneveld, geboren 1681 in Groningen, gedoopt 25-11-1681. Doop: Albertjen, d.v. sal. Albert Schonevelt en Abeltjen Bavinck bij der A.
 
IVd  Jan Bavinge, overleden 1705 in Peize, begraven 12-6-1705, zoon van Abel Bavinge (zie IIIc) en Jantje Grevinge.
Gehuwd met Abeltien Lunsche, overleden 1722 in Peize, begraven 22-10-1722, dochter van Allert Lunsche en Grietien Schuiringe, zie genealogie Lunsche (2).
Abeltien Lunsche is volgens Familie Lunsche een dochter van Allert Lunsche en getrouwd met Ette Jan Bavinge. Echter zij wordt in 1708 bij de verdeling van de Hiddinge en de Woldschen Slag al genoemd als Abeltijn, weduwe van Jan Bavinge, respectievelijk de weduwe van oude Jan Bavinge en consorten naast Jan Bavinge, die volgens de nieuwe lijst van 1746 wordt opgevolgd door Reinder ende Ette (Lucas) Bavinge.
Opvolger van Abeltijn is Allert Bavinge, die ook met Reinder Wolters vrouw (Annegien Lunsche), Roelef Lunsche en Grietijn Lunsche en dochter (kinderen van Albert Schuringe Lunsche) de opvolger is van Egbert Lunsche (Drentse Rechtsbronnen, J. Heringa cs., Willekeuren, enz.).
Bij het begraven van Jan Bavinge wordt 7 gld. 3 st. en 7 d. in het bekken voor de armen gedaan. (Schoonzoon) Roelof Fleighuijs betaalt voor het laken.
Op 22-10-1722 wordt de weduwe van Jan Bavenge begraven. Pas op 23-12-1724 betaalt Roelof Vlieghuis voor het laken.
Er is ook een Jan Lunsche van Peize, op 26-9-1683 in Groningen getrouwd met Abeltien Bavinge, wed. Albert Schoneveld, pq. Peter Schoneveld als neve.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Allert Bavinge, overleden 1773 in Peize, begraven 3-6-1773. Allert Bavinge woont in 1742 als vrijgezel in een kamertje bij zijn meier, eveneens in 1754. Haardstedenregister 1764: Albarthoma, kamer ledig. Allert Bavinge woont dan mogelijk bij zijn neef Roelof Lunsche.
Op 3-6-1773 wordt Allert Bavinge begraven, in het bekken ruim 7 gld.
In 1774 wordt Hr. J. H. Bavinge vermeld. Dit is Jan Hemsing Baving, zoon van Ette Lucas Baving en Johanna Hemsing en getrouwd met Marchien Gelmers, een dochter van Bareld Gelmers en Jeichien Lunsche (Jeichien Lunsche een dochter van Roelof Lunsche).
Uit Familie Lunsche:
Een andere kwestie (van Janna Lunsche) was de ruzie die in 1773 ontstond met haar oom Roelof Lunsche over de erfenis van wijlen Allert Bavinge. Oom had zich de gehele erfenis toegeëigend, maar Janna meende er ook voor de helft aanspraak op te hebben. Zij kreeg het gelijk aan haar zijde en ontving voor f.4000.- uit de boedel van Allert Bavinge.
2. Jantien Bavinge.
Gehuwd 17-5-1705 in Peize met Roelof Vlieghuis, overleden 1756 in Peize, begraven 26-11-1756, hertrouwd met Nenke Fridsgers, overleden 1757 in Peize, begraven 1-7-1757.
Roelof Vlieghuis wordt vermeld in het Haardstedenregister van Peize in 1742, volgens het Register van Nieuwe Huizen, waarin ook bestaande huizen, is hij in 1750 meier van de zoon van Reinder Luinge (Roelof Luinge Noord), in 1754 woont hij in het zuiden van Peize. In 1720 is er een zaak voor de etstoel tussen Aldert Bavink, zoon van wijlen Jan Bavink en Abeltien Lunsche tegen zijn zwager Roelof Vlieghuis, die zich niet wil laten afkopen van de ouderlijke goederen.
 

Generatie V

Va  Jan Baving, overleden 1734 in Peize, begraven in de kerk 27-10-1734, zoon van Luitien Baving (zie IVa) en Aaltien Willinge.
Gehuwd (1) 1688 in Eelde of Peize (huwelijkscontract Paterswolde) met Grietje Cluiving, overleden 1700 in Peize, begraven 25-7-1700, dochter van Jan Reinders Cluiving en Hillegien Spolts, zie genealogie Lunsche (1).
Jan Baving is Ette Noordenveld 1714-1730. In 1733 wordt hij als oud-ette aangeklaagd door de buren van Lieveren wegens het kappen van bomen (E. Pelinck in Ons Waardeel 1985, p.187).
Op 10-8-1688 wordt te Paterswolde (Potterwolde) een huwelijkscontract gesloten tussen Jan Bavinghe, zoon van wijlen Luitijen Bavinge en Aeltijen Willinghe met Grietijen Jan Cluivinghe, dochter van Jan Reijners Cluivinghe en wijlen Hilletijen Spolts. Ondertekenaars aan de zijde van de bruidegom zijn Jan Bavinghe, Roelf Pelenge, Jan Luinge en D. Willinge en aan de zijde van de bruid Jan Reinders Cluiving, Bernier Reinders Cluiving en Barelt Ebbing (Drents Archief, toegang 0294 Collectie Diversen, aanvulling, inv. 121).
In het haardstedenregister van Eelde van 1744 staat bij Paterswolde (na Brinkhoven, maar voor Lemferdinge): Jan Eitens, meier van Reinder ende Ette Lucas Baving. Ook later blijken verschillende huizen in de omgeving Duinkampen te zijn gebouwd met grondpacht verschuldigd aan nakomelingen van Lucas Baving.

Gehuwd (2) 18-11-1703 in Peize met Harmtien Schuiringe, overleden 1734 in Peize, begraven 29-1-1734, dochter van Jan Schuiringe Haange en Ameltien Homan, zie genealogie Schuiringe (2).
Bij de begrafenis van Harmtien Schuring wordt 13 gld. 11 st. 5 d. in het bekken gedaan. Ette Lucas Baving betaalt voor het laken van zijn moeder, bedoeld zal zijn stiefmoeder, zie ook het huwelijkscontract van Lucas Baving.
In 1734 geeft Pouwel Pouwels te Onnen voor hem en zijn broer Willem Pouwels de erfenis van 1000 gld. aan van hun moei (tante) Harmtien Schuiringe, getrouwd met de Ette Jan Bavingh (aangifte Collaterale Successie). Voor het binnenlandse (Drentse) deel zijn de aangevers Roelof Luinge, Marregien en Ameltien Schuiringe te Peize voor 2500 gld.
Zoals blijkt uit een rechtszaak voor de Etstoel in 1734 doet Roelof Luinge dit namens zijn kinderen bij Aaltien Peling, waarvan Harmtien oude moei (oud-tante) is, terwijl Harmtien moei is van Ameltien en Marregien Schuring. Aanname dat zij erven omdat zij allen kleinkinderen zijn van Ameltien Homan en Harmtien dus een dochter.
Op 27-10-1734 wordt Jan Bavinge in de kerk begraven (Herv. Kerk Peize inv. 101).
Kinderen uit het eerste huwelijk:
1. Reinder Baving, overleden 1751 in Roden. In 1751 aangifte Collaterale Successie door broer Ette Lucas Baving van Peizerwold. Bewoner van het Blauwe Huis te Roden, zie Huizen van Stand.
Gehuwd 15-12-1746 in Peize met Elisabeth Maria Hofstede, geboren 1714 in Zuidlaren, gedoopt 26-12-1714, overleden 1746 in Roden, dochter van Johannes Hofstede.
Huwelijk: Reinder Bavinge en Maria Elijsabet Hofstee, in het bekken het zeer grote bedrag van 25 gld. 6 st.
2. Lucas Baving (zie VIa), overleden 1763 in Peizerwold.
3. Hillechien Baving, overleden 1732 in Norg.
Gehuwd met Jan Peling, geboren 24-5-1704 in Norg, overleden 26-10-1778 in Norg, zoon van Egbert Peling en Wemele Wijntients, hertrouwd 29-6-1732 in Tolbert met Trijntien Alles, geboren 1702 in Den Holm, gedoopt Tolbert 27-8-1702, overleden 2-6-1787 in Norg, dochter van Alle Wijmers en Marietje Egberts.
In 1732 geven Reinder en Ette Lucas Baving te Peize de erfenis aan van hun zuster Hillechje Baving, getrouwd met Jan Pelengh te Norg. Zie ook Ned. Patriciaat 53, 1967.
 
Vb  Geessien Baving, overleden 1721 in Peize, begraven 25-4-1721, dochter van Luitien Baving (zie IVa) en Aaltien Willinge.
Gehuwd met Roelof Peling, geboren 1655 in (ongeveer 1650 a 1655), overleden 1720 in Peize, begraven 23-1-1720, zoon van Roelof Peling en Ameltien Homan.
Roelof Peling is getuige bij het huwelijkscontract van Jan Baving en Grietje Cluiving in 1688. Aangenomen dat hij getrouwd is met een zuster van Jan Baving vanwege de naam van zoon Lucas. Ook Jan Luinge is getuige.
In 1686 is er een geschil tussen Roelof Pelinge en Margareta Ripperda, weduwe de Coninck. Zij heeft een stuk veldland verkocht aan Roelof Luinge, dat zou behoren bij de plaats in Peizerwold, die Roelof Pelinge in 1681 van haar man Bartholomeus de Coninck had gekocht.
Bij de begrafenis van Roelef Peling wordt ruim 12 gld. in het bekken gedaan. Zijn weduwe betaalt voor het laken. Op 25-4-1721 wordt de weduwe van Roelf Pelinck begraven. Op 2-7-1721 betaalt Luijckas Pelinck voor het laken over zijn moeder Geessien Pelinck.
In 1727 geven Roelof Luinge en Reinder Baving van Peize de erfenis aan van hun oom Egbert Peling. Mogelijk doet Reinder dit namens zijn stiefmoeder Harmtien Schuring, mogelijk een halfzuster van Egbert Peling. Er is dan tevens een zaak voor de Etstoel, waarin Roelof Luinge namens zijn echtgenote Aaltien Pelinge procedeert tegen Jantien Schuiringe, die Egbert Pelinge blijkbaar in de kost heeft gehad en waarbij de vraag is of er sprake is van gewoon kostgeld of dat Egbert Pelinge zijn goederen heeft afgestaan in ruil voor verzorging (overgang). Jantien Schuiringe is mogelijk de echtgenote van Roelof Schuiringe, zoon van Ameltien Homan.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Lucas Peling, overleden 1723 in Peize, begraven 15-2-1723.
Gehuwd 18-10-1721 in Peize met Jeigien Luinge, overleden 1755 in Peize, begraven 25-4-1755, dochter van Jan Luinge en Jacobjen Baving (zie Vc), zie genealogie Luinge (4), hertrouwd 2-3-1727 in Peize met Jan Ebbinge, geboren 1690, overleden 1756 in Peize, begraven 15-6-1759, zoon van Bartelt Ebbinge en Hillechien Willems, zie genealogie Ebbinge (3).
Op 17-7-1723 betaalt Jeichien Luinge voor het laken over haar man Luckas Pelinck. Zij betaalt ook 10 gld. door haar man aan de armen nagelaten.
2. Aaltien Peling (zie VIb), overleden 1733 in Peize, begraven 19-2-1733.
3. Egbert Peling, overleden 1720 in Peize, begraven 5-11-1720.
4. Roelefien Peling, overleden 1708 in Peize, begraven 11-4-1708. Bij de begrafenis van Roelefien Pelinge 7 gld. 4 st. 1 p. wordt in het bekken gedaan. Vader Roelef Pelinge betaalt voor het laken.
 
Vc  Jacobjen Baving, overleden 1736 in Peize, begraven 18-5-1736, dochter van Luitien Baving (zie IVa) en Aaltien Willinge.
Gehuwd met Jan Luinge, overleden 1700 in Peize, zoon van Roelof Luinge en Ameltien Schuiringe, zie genealogie Luinge (4).
Jonge Jan Luinge wordt in het Haardstedenregister van Peize 1691-1694 vermeld met 3 paarden. Daarnaast is er olde Jan Luinge, keuter, die in 1706 overlijdt zonder kinderen na te laten, waarbij hij het zeer grote bedrag van 100 gld. schenkt aan de armen van Peize.
Deze Jan Luinge is mogelijk de Jan Luinge die getuige is bij het huwelijkscontract van Jan Bavinge, zoon van Luitien Bavinge en Aaltien Willinge in 1688 en de Jan Luinge waarvan de handtekening met die van Jan Bavinge, Roelf Pelenge en anderen te vinden is bij de verdeling van het kerspel Peize in kluften t.b.v. het onderhoud van de wegen in 1698 (Drentse Rechtsbronnen, Willekeuren ... door J. Heringa cs.).
Volgens bovengenoemd huwelijkscontract waren de beide zusters van Jan Baving afgekocht van de ouderlijke goederen, maar wordt deze afkoop door het huwelijkscontract ongedaan gemaakt en blijven de ouderlijke goederen mandelig, waarbij de zwagers en zusters hetgeen zij al hebben ontvangen weer in zullen brengen. De beide zusters waren dus al getrouwd en vermoedelijk zijn de twee ondertekenaars na Jan Baving, Roelf Pelinge en Jan Luinge, zijn zwagers.
Op 11-8-1700 wordt in het Ontvangstenboek voor de armen van Peize een gift genoteerd van Jan Luinge van 15 gld. Op 26-12-1700 betaalt de weduwe van Jan Luinge voor het laken.
Op 12-12-1706 wordt dochter Ameltien begraven: In het becken geweest doe Jacobjen Luinges dochter Aemeltien is begraven 5 gld. 4 st. 1 d. (een tamelijk hoog bedrag). Op 20-2-1707 betaalt de weduwe van Jan Luinge voor het laken dat over haar dochter Ameltien Luinge heeft gelegen. Aangifte Collaterale Successie 1707 (OSA 1785): Jacobien Bavinge, weduwe van Jan Luinge de jonge te Peize, maakt bekend dat door het overlijden van haar dochter de andere kinderen erven vanwege het vaderlijke goed. De erfenis (van Ameltien) wordt begroot op 250 gld. In 1708 betaalt ze nog extra over 50 gld, waarmee de geschatte waarde van de erfenis was verhoogd.
Op 18-5-1736 wordt de weduwe van Jan Luinge begraven. Op 6-9-1736 betaalt Roelof Luinge voor het laken over zijn moeder.

Dochter Jeichien Luinge is eerst getrouwd met Lucas Peling en daarna met Jan Ebbinge. Uit het tweede huwelijk Hillina Ebbinge, getrouwd met Roelof Luinge en een derde dochter Jacomina.
Jeigien Luinge, getrouwd met Jan Ebbinge, wordt in 1736 als volle nicht genoemd in het huwelijkscontract van Lucas Baving met Roelina Meseroij, evenals Roelef Luinge als volle neef (Drents archief, Archief Meseroy).
Jan Ebbinge is in 1742 eigenaar van vermoedelijk het huis van jonge Jan Luinge, dat in 1646 eigendom was van Luink Allers, in 1807 van Jacomina Luinge en in 1832 van haar broer Reinder Luinge. Het huis wordt in deze periode steeds bewoond door huurders.
Aanname dat ook Aaltien Luinge, getrouwd met Allert Luinge, een dochter is. Roelof Luinge is in 1739 hoofdmomber over hun kinderen. In 1746 treden J(an) Ebbinge en Frerik Luinge namens hen op.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Aaltien Luinge, overleden 1733 in Peize, begraven 26-9-1733, zie genealogie Luinge (4).
2. Ameltien Luinge, overleden 1706 in Peize, begraven 12-12-1706.
3. Roelof Luinge, overleden 1744 in Peize, begraven 6-3-1744, zie genealogie Luinge (4).
4. Jeigien Luinge, overleden 1755 in Peize, begraven 25-4-1755, zie genealogie Luinge (4).
 
Vd  Doe Bavinge, overleden 1734 in Peize, begraven 30-12-1734, zoon van Frerik Bavinge (zie IVb) en Aaltien Luinge.
Gehuwd 30-11-1710 in Peize met Marchien Schuiringe, dochter van Barelt Schuiringe en Roelefje Hindriks, zie genealogie Schuiringe (3).
Drents Archief, Archief NH Gemeente Peize:
121 Akte van verkoop en overdracht door Doe Bavinge en Margijn Schuiringe en door de voogden over Grietje Schuiringe aan Wolter Luinge en zijn vrouw Hendrikje Schuiringe van hun ouderlijk huis c.a. 1724; afschrift
Archief Schuiringe:
2. Akte van verkoop door Margyn Schuiringe, weduwe Doe Bavinge, aan Barteld Schuiringe Prijs en zijn vrouw Jeigyn Swiers van een mat hooiland in Kibbeldershorn onder Peize (?), jaarlijks omwandelende met een mat in de Langemade, 1736
Archief Staal:
2 Akte van overdracht door Margijn Schuiringe, weduwe van Doe Bavinge, aan Garbrand Pieters en zijn vrouw Hotske Hillebrands van een half mat hooiland in de 'kruise akkers', een (ander) mat in de 'kruise akkers' en een derde deel van een bos in het 'smeerveen', 1737
Volgens een verdeling van de Hiddinge Slag in 1708 en de nieuwe vermelding van gerechtigden in 1747 is het aandeel van Doe Bavinge en consorten in 1746 eigendom van Bartelt Bavinge en Frerik en Roelefijn Bavinge (Drentse Rechtsbronnen, J. Heringa cs, Willekeuren enz.).
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Frerik Baving (zie VIc), overleden 1794 in Peize, begraven 5-2-1794.
2. Roelfien Baving (zie VId), overleden 1795 in Peize, begraven 23-3-1795.
 
Ve  Jeichien Bavinge, dochter van Frerik Bavinge (zie IVb) en Aaltien Luinge.
Gehuwd 19-2-1702 in Peize met Gelmer Gelmers, overleden 1748 in Peize, begraven 30-7-1748, zoon van Gelmer Jansen en NN Dries, zie genealogie Gelmers.
Gelmer Gelmers is betrokken bij verschillende momberschappen over kleinkinderen van Frerik Bavinge.
Op 30-7-1748 wordt Gelmer Gelmers begraven, in het bekken ruim 9 gld. Freek Gelmers betaalt voor het laken over zijn vader.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Frerik Gelmers, overleden 1790 in Peize, begraven 22-1-1790, zie genealogie Gelmers.
2. Jantien Gelmers, zie genealogie Gelmers.
 
Vf  Hillegien Bavinge, overleden 1742 in Peize (voor 1744, mogelijk al voor 1742), dochter van Frerik Bavinge (zie IVb) en Aaltien Luinge.
Gehuwd (1) 8-1-1719 in Peize met Allert Ebbinge, overleden 1724 in Peize, begraven 24-2-1724, zoon van Frerik Ebbinge en Aaltien Wolters, zie genealogie Ebbinge (2).
In de Ned. Leeuw 1910 worden de geslachten Wubben, Ebbinge en Ebbinge Wubben behandeld, met de nadruk op de laatste. Hierin worden als ouders van Allert en Abeltien Ebbinge vermeld Freerk Ebbinge, Ette en Aaltje Wolters. Dit lijkt speculatief, maar is waarschijnlijk wel juist gezien de tot nu toe bekende feiten. Er wordt ook nog een dochter Aaltje genoemd van Allert Ebbinge en Hillegien Baving, die ongehuwd is overleden. Zij overleed waarschijnlijk kort na haar huwelijk.
Na het overlijden van Allert Ebbinge in 1724 betaalt Doe Bavinge voor het laken over zijn zwager Allert Ebbinge (Hervormde Kerk Peize inv. 59). Aanname dat het hier de echtgenoot van zijn zuster betreft en niet zijn schoonzoon, zoals ook wel wordt bedoeld met het woord zwager.
In 1742 vragen Roelof Lunsche, hoofdmomber, dominus Helperi tot Siddeburen, Bartelt Bavinge en Gelmer Gelmers tot Peize als medemombaren over de nagelaten kinderen van wijlen Allert Ebbinge en Hillegien Bavinge toestemming van de Etstoel om enige vaste goederen te mogen verkopen (Roelof Lunsche, schoolmeester, is een zoon van Jeichien Ebbinge, Helperus Helperi is getrouwd met Abeltien Ebbinge, Gelmer Gelmers is getrouwd met Jeichien Bavinge).
Aanname dat deze Hillegien Bavinge is getrouwd met Willem Tinge. Willem Tinge woont in 1742 alleen, in een huis dat in 1646 behoorde aan Jan Ebbinge.

Gehuwd (2) 8-11-1733 in Peize met Willem Tinge.
Kinderen uit het eerste huwelijk:
1. Aaltien Ebbinge, overleden 1746 in Noordbroek?. Op 11-12-1746 betaalt schulte Wolters van Vries namens de erfgenamen de 30ste penning over 210 gld. waarop de nalatenschap van Aaltijn Ebbinge is begroot. Aanname dat het deze Aaltje Ebbinge betreft.
Gehuwd 19-9-1745 in Noordbroek (afkondiging) met Hilbrand Jans, geboren 1719 in Beerta, gedoopt 3-9-1719, zoon van Frerik Wessels en Albertjen Hilbrants.
Huwelijksafkondiging: Hilbrant Jans van Noortbroek en Aeltjen Ebbinge van Peijse.
Noordbroek huwelijkscontract RA Vy van 14 oktober 1745 :
Hilbrant Jans en Aeltjen Ebbinge
voor de bruidegom: Frerik Wessels x Maria Alberts, volle vader en stiefmoeder, Jan Harmens en Geertruid Scholtens, angetr. oom en volle meuij, Jan Hilbrants, halve oom, Albert Jans en Grietje Hilbrants, angetr. halve
oom en halve meuij.
voor de bruid: juffer Allardijna Ebbinge, volle suster, Bartholt Ebbinge, swager, Bartholt Bavinck en Trijntjen Ebbinge, volle oom+mombaar en meuij, d'eerw. heer Helperus Helperi, predikant tot Siddebuiren en Abeltjen Ebbinge, angetr oom+mede voogt en volle meuij, Frerik Gelmers en Margien Barelts, neeff en nigt, Lucretia Jans, nigt, Aephke Alberts, halve nigt.
getuigen: mr. Jakobus Rosevelt en Harke Hindriks.
N.B. Lucretia is een dochter van Jan Harms en Geertruid Wessels of Schultens (gedoopt Noordbroek 17-3-1726) en dus een nicht van de bruidegom, Aephke Alberts is een dochter van Albert Jans en Grietje Hilbrants (gedoopt Noordbroek 22-3-1726) en dus een halve nicht van de bruidegom!
2. Frerik Ebbinge, geboren 26-12-1720 in Peize, overleden 12-9-1789 in Goes, zie genealogie Ebbinge (2).
3. Alina Ebbinge, overleden 1779 in Peize, begraven 30-9-1779, zie genealogie Ebbinge (2).
4. Allerdina Ebbinge, overleden 1787 in Peize, begraven 13-1-1787, zie genealogie Ebbinge (2).
 
Vg  Trijntien Bavinge, overleden 1745 in Peize (na 1742), dochter van Frerik Bavinge (zie IVb) en Aaltien Luinge.
Gehuwd 10-4-1707 in Peize met Wolter Dries, overleden 1717 in Peize, begraven 6-8-1717, zoon van Gelmer Jansen en NN Dries, zie genealogie Gelmers.
Huwelijk: Wolter Dries en Trijntien Bavinge, in het bekken 6 gld.
Bij de begrafenis van Wolter Dries wordt 12 gld. 18 st. 4 p. in het bekken gedaan. Zijn weduwe betaalt voor het beste laken. Aanname dat het deze Wolter Dries betreft.
Aanname dat Wolter Gelmers, broer van Gelmer en Jan Gelmers dezelfde is als Wolter Dries, aangezien zijn weduwe en Hindrik en Frerik Wolters respectievelijk in 1742 en 1745 de opvolgers zijn van Grietien Gelmers in 1646 (waarschijnlijk huis 71). Ook aanname dat zijn vrouw Trijntien Bavinge is en dat haar vader Frerik Bavinge is.
Op 4-4-1746 wordt een schuldbrief ingeschreven die op 25-6-1739 was opgesteld en waarin Trijntien Bavinge, weduwe van Wolther Dries en haar beide zoons Hindrik Wolthers en Frederik Wolthers verklaren 50 gld schuldig te zijn aan Gelmer Gelmers als hoofdmomber over het zoontje van Reinder Luinge en Jantien Gelmers (Roelof Luinge Noord).
In 1742 verkopen Roelof Lunsche als voormomber over de kinderen van Allert Ebbinge en Hindrik Wolthers voor zichzelf en voor zijn broer Frerik Wolthers een hofje aan Marten Jansen en huisvrouw Wemeltijn Luigijs, gelegen bij het huis van de aankopers.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Hindrik Wolters, overleden 1761 in Peize, begraven 22-4-1761, zie genealogie Gelmers.
2. Frerik Wolters, overleden 1761 in Peize, begraven 19-5-1761. Op 19-5-1761 wordt Frerik Wolters begraven, in het bekken ruim 4 gld. De weduwe van Hindrik Wolters betaalt voor het laken.
 

Generatie VI

VIa  Lucas Baving, overleden 1763 in Peizerwold, zoon van Jan Baving (zie Va) en Grietje Cluiving.
Ette Noordenveld 1732-1763.
Gehuwd (1) 8-2-1736 in Peize met Rolina Margaretha Meseroy, geboren 1703 in Roden, overleden 1736 in Peize, begraven 22-11-1736, dochter van Henricus Meseroy en Margaretha Alting.
Huwelijkscontract in Drents Archief, Archief Meseroy, Roden, 11-1-1736.
Lucas Bavinge, lid van de Loffelijke Etstoel van de Landschap Drenthe van Peijserwold, z.v. wijlen de Ette J. Bavinge en Gretijn Cluivinge en Juffer Roelina Mezeroij, d.v. wijlen de Hr. Hinderk Mezeroij schults van Roden en Roderwolde en Margareta Altingh. Getuigen aan de zijde van de bruidegom zijn Reinder Bavinge, broer, Roelef Luinge, volle neef, Jan Ebbinge wegens zijn vrouw Jeijgijn Luinge, volle nicht en de schults J. Willinge en aan de zijde van de bruid Johannes Joestinus Schavola, noie uxoris Froukijn Mezeroij als bruids zwagers en suster, de Hr. oud schults Willem Altingh als oom, Hinderika Mezeroij, wed. Hr. Luitenant Folkers als moei (tante), de landmeter Atlas noie uxoris Johanna Folkers als volle nicht.

Gehuwd (2) 13-5-1739 in Roderwolde met Casparina Reinders, overleden 1740 in Peize, begraven 14-5-1740, dochter van Arnoldus Reinders.
Huwelijk: Lucas Bavinge, medelit van den Loflijken Etstoel en Casparina Reiners, dogter van wijlen Ds. A. Reiners, vroeger pred. te Oldenzaal.
Zoon Jan Baving woont in 1748 bij zijn tantes Alijda en Gesina Reijnders in Oldenzaal, evenals zijn achterneef Eilerd Westerlo, die later dominee werd en emigreerde naar Amerika, zie Volkstelling 1748, Stad Oldenzaal (Historisch Centrum Overijssel) en Eilardus Westerlo (1738-1790) From Colonial Dominee to American Pastor (proefschrift van R. A. Naborn, VU Amsterdam, 2011).

Gehuwd (3) 31-8-1747 in Peize met Johanna Hemsing, overleden 1780 in Peize, begraven 12-9-1780, dochter van Johannes Hemsing en Roelina Willinge, zie genealogie Hemsing.
Huwelijk: De E. Ette L. Bavinge en de E. juffer Johanna Hemsink, in het bekken 24 gld.
Op 12-9-1780 wordt Johanna Hemsink, weduwe van de Ette Lukas Bavink begraven, in het bekken 39 gld. De diaconie ontvangt 6 gld. boete omdat zij te laat, d.w.z. langer dan 6 dagen na het overlijden is begraven. De nagelaten kinderen betalen voor het laken.
In hetzelfde jaar verzoeken de jufferen Aaltjen en Johanna Henderika Bavingh, kinderen van de overledene Ette L. Bavingh en vrouw J. Hemsing, 24 en 23 jaar oud, aan de Etstoel om hun eigen administratie te mogen doen en van de voogdij te mogen blijven ontheven.
Kinderen uit het tweede huwelijk:
1. Jan Baving (zie VIIa), geboren 1740 in Peize, overleden 15-8-1810 in Zuidvelde.
Kinderen uit het derde huwelijk:
2. Jan Hemsing Baving (zie VIIb), overleden 15-4-1797 in Peize, begraven 17-4-1797.
3. Grietina Anna Baving (zie VIIc), overleden in Leeuwarden.
4. Roelina Baving, overleden 1770 in Peize, begraven mei 1770. In mei 1770 wordt een dochter van weduwe Baving begraven, in het bekken ruim 24 gld. In 1771 geeft juffw. de wed. Bavinge in het Peijserwold de erfenis aan van 7000 gld. van haar dochter Roelina, die op haar overige kinderen is overgegaan en betaalt daarvan de 30ste penning a 233 gld.
5. Anna Hillegonda Baving (zie VIId), overleden 1-6-1790 in Peize, begraven 7-6-1790.
6. Aaltje Baving, geboren 1756 in Peize, overleden 13-11-1826 in Baflo.
Gehuwd 26-3-1786 in Roden met Fredericus Snethlage, geboren 1759 in Odoorn, overleden 13-7-1825 in Den Andel, zoon van Wilhelmus Snetlage en Johanna Ebbinge, zie genealogie Snetlage.
Huwelijksafkondiging te Leens, 26-03-1786: Fredericus Snethlage, Predikant te Leens tr Aaltje Bavinge, "na driemalige kondiging attestatie gegeeven na Rhoden in 't Landschap Drenthe alwaar zij op den zelvden dag zijn gecopuleert". In 1804 vertrekken Fredericus Snethlage en Aaltje Baving naar Ditzum. Predikant Fredericus Snethlage treedt in 1813 op als oom en voogd van de bruid Johanna Jeddina Baving en woont dan in Den Andel, gemeente Baflo.
Op 19-1-1828 wordt door notaris H. Hagenouw Brongers te Winsum de notariële akte opgemaakt van de publieke veiling van vaste goederen uit de erfenis van Aaltje Baving en Fredericus Snethlage. Als erfgenamen van Aaltje Baving zijn aanwezig Lucas Baving, landbouwer te Norg, Johanna Christoffora Gasinjet, geassisteerd door haar echtgenoot Jonkheer Vitus Valerius van Cammingha, grietman van Leeuwarderadeel, wonende te Huisum, Richard Bisschop, negotiant te Leeuwarden en Lucretia Johanna Bisschop te Amsterdam. Voorts zijn aanwezig Johannes Snethlage, predikant te Pieterburen en Hermanna Snethlage te Pieterburen als erfgenamen van Fredericus Snethlage en tenslotte Catharina Johanna Wilhelmina van Glockman als moeder en voogdes, geassisteerd door haar echtgenoot mr. Hendrik Tonckens, burgemeester van de gemeente Eelde als mede voogd over de minderjarige Lodewijk Carel Ferdinant Gasinjet, zoon van wijlen Gijsbertus Carel Ferdinant Gasinjet en Catharina Johanna Wilhelmina van Glockman (met dank aan Sietse Dijk voor deze informatie).
7. Johanna Hendrika Baving, geboren 1757 in Peize, overleden 1795 in Coevorden.
Gehuwd 12-4-1789 in Leens met Gerrit Wildrik, geboren 1744 in Coevorden, gedoopt 5-7-1744, overleden 3-3-1834 in Coevorden, zoon van Wildrik Wildrik en Grietien Hartgers, hertrouwd 14-12-1796 in Het Laar, Bentheim met Anna van Ulzen, geboren 1761 in Coevorden, gedoopt 4-10-1761, overleden 20-6-1832 in Coevorden.
Huwelijk: Gerrit Wildrik van Coevorden en de Juffer Johanna Hinderika Bavinge, woonachtig te Leens.
In 1798 verkopen de erven van J.H. Baving, in leven huisvrouw van G. Wildrik te Coevorden, in een publieke verkoping een half boerenerf te Yde aan Berent Ensing en Ate Sjabbes te Peize.
 
VIb  Aaltien Peling, overleden 1733 in Peize, begraven 19-2-1733, dochter van Roelof Peling en Geessien Baving (zie Vb).
Gehuwd 25-1-1722 in Peize met Roelof Luinge, overleden 1744 in Peize, begraven 6-3-1744, zoon van Jan Luinge en Jacobjen Baving (zie Vc), zie genealogie Luinge (4).
In 1722 geven de Schults Willinge en de Ette Jan Bavinge tot Peize aan dat Lucas en Aaltien Pelinge van Egbert Pelinge hebben alleen vaders goed, de erfenis begroot op 600 gld. Egbert Pelinge is dus hun broer en hun moeder was bij het overlijden van Egbert Pelinge nog in leven.
In 1724 geeft Roelof Luinge te Peize de erfenis aan van zijn broer Lucas Peling, bedoeld is de broer van zijn echtgenote. De weduwe van Lucas Peling (Jeigien Luinge, hertrouwd met Jan Ebbinge) behoudt de lijftucht. Aanname dat deze Roelof Luinge de vader is van Geesien Luinge en van Jan Luinge met kleinzoon Roelof Peling Luinge.
Op 19-2-1733 wordt de vrouw van Roelof Luinge, Aeltien begraven en 8 gld. 14 st. 1 d. in het bekken gedaan.
In 1734 treedt Roelof Luinge op voor de Etstoel namens zijn minderjarige kinderen bij Aaltien Pelinge tegen Ameltien en Marighien Schuiringe te Peize over de erfenis van Harmentien Schuiringe, in leven huisvrouwe van de oud Ette Jan Bavingh met beroep op een huwelijkscontract, waarin het recht van representatie is geregeld. Harmentien Schuiringe is de moeje of olde moeje (tante, oudtante) van respectievelijk de gedaagden en de kinderen.
Daartegen wordt opgeworpen dat de kinderen een graad verder af staan van de overledene en dat het huwelijkscontract niet door de overledene is ondertekend, maar alleen door haar echtgenoot Jan Bavinge. De zaak wordt verwezen voor nader onderzoek en vervolgens wordt de eiser in het gelijk gesteld. De familierelatie moet waarschijnlijk worden gezocht in het feit dat de moeder van Roelof Peling, Ameltien Homan, is hertrouwd met Jan Schuiringe Haange. Harmentien Schuring moet dan een dochter zijn van dit echtpaar en Ameltien en Marighien Schuiringe kleinkinderen.
Het huis van Roelof Luinge is gelegen aan het noordelijk gedeelte van het Achterstewold, mogelijk eerder in het bezit van zijn schoonvader Roelof Peling. In het Register van Nieuwe Huizen wordt in 1742 Roelof Luinge vermeld, in 1745 Roelof Luinge kinderen. Het huis bestond mogelijk al in 1646, maar is sindsdien uitgebreid.
In 1743 is er een zaak voor de Etstoel tussen Henderik Wittenbrock te Peize en Roelof Luinge te Peizerwold, die eerstgenoemde met een tang op het hoofd heeft geslagen. Roelof Luinge is dijkrichter en na het dijkrichten waren ze samen naar de herberg gegaan, waar Hendrik Wittenbrock hem had uitgescholden voor ezel.
Op 6-3-1744 wordt Roelf Luinge begraven, in het bekken 11 gld.
Op 16-12-1744 betaalt Ette (Lucas) Bavinge als hoofdmomber over de kinderen Geessien en Jan Luinge voor het beste laken over het lijk van hun vader.
In 1750 treedt Ette Lucas Bavinge voor de Etstoel op als hoofdmomber over Jan Luinge, minderjarige zoon van Roelof Luinge en Aaltien Pelinge te Peize tegen Steven Ebbinge op Peizerhorst om betaling af te dwingen van 188 gld. voor verkochte hop.
Op 21-6-1754 betalen beide Jan Luinges in 't Wolt 14 gld. aan de diaconie vanwege het testament van hun vader en moeder zaliger met daarbij rente "omdat seij het net weten hebben". Op 14-11-1755 komt nog het testament van Lucas Peling en Jeigien Luinge boven water waarop nog 5 gld. aan de diaconie wordt gegeven.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Geesien Luinge, overleden 1724 in Peize, begraven 2-5-1724.
2. Geesien Luinge, overleden 1797 in Peize, begraven 18-2-1797, zie genealogie Luinge (4).
3. Jan Luinge, geboren 1727 in Peize, overleden 1800 in Peize, begraven 18-2-1800, zie genealogie Luinge (4).
 
VIc  Frerik Baving, overleden 1794 in Peize, begraven 5-2-1794, zoon van Doe Bavinge (zie Vd) en Marchien Schuiringe.
Gehuwd 26-6-1746 in Peize met Hinderkien Jacobs, overleden 1762 in Lieveren, Roden, dochter van Jacob Everts en Jantien Hindriks, zie genealogie Everts.
Huwelijk: Frerik Bavinge en Hinderkien Jacobs.
In 1751 laten Frerik Bavinge en vrouw Hindrikje Jacobs zich afkopen van de ouderlijke goederen door Harm Clasens, getrouwd met Roelfijn Bavinge (Schultengerechten Peize inv. 248, p. 39). De goederen zijn mandelig met Hindrik Mensinge en Bartelt Bavinge.
Volgens de huwelijksbijlage bij de huwelijksakte van kleinzoon Nicolaas Doedes Baving (Roden 1812) heeft Frerik Baving te Lijveren op 5 april 1762 betaald voor het zwarte laken.
Op 5-2-1794 wordt in Peize Freerk Baving begraven. Zijn goederen worden verkocht ten bate van de diaconie.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Jantien Freriks Baving (zie VIIe), overleden 1799 in Peize, begraven 1-11-1799.
2. Doe Freriks Baving (zie VIIf), geboren 1752 in Roden, gedoopt 8-3-1752, overleden 1791 in Zeijen, Vries.
3. Marchien Freriks Baving (zie VIIg), geboren 1754 in Roden, gedoopt 12-5-1754, overleden 1787 in Peize, begraven 26-10-1787.
4. Aaltje Freriks Baving (zie VIIh), geboren 1758 in Roden, gedoopt 12-2-1758, overleden 7-11-1836 in Peize.
 
VId  Roelfien Baving, overleden 1795 in Peize, begraven 23-3-1795, dochter van Doe Bavinge (zie Vd) en Marchien Schuiringe.
7 Akte van verkoop door Martinus Engberts als hoofdmomber en Tj. Gelmers en Harm Claesen als mombers over de twee kinderen van Wolter Luinge en Grietyn Schuiringe, door Jan Pieters namens zijn vrouw Oegyn Luinge en door Roelfyn Luinge aan Roelef Luinge Reinderszoon van hun aandeel in de Noortsche plaetse (te Peize), uitgezonderd het aandeel in de graven in de kerk en het waardeel, 1757
Gehuwd 12-5-1748 in Peize met Harm Klaasen, geboren 1722 in Roden, Westeinde, gedoopt 9-4-1722, overleden 1795 in Peize, begraven 8-5-1795, zoon van Klaas Engberts en Tjoukien Harms.
Huwelijk: Harm Klasens en Roelfijn Bavijnge, in het bekken 2 gld. 16 st. Huwelijksafkondiging in Eelde 28-4-1748: Harmen Claassens van Roden en Roelofje Baving van Peize.
Harm Claesen is in 1757 medemomber over twee kinderen van Wolter Luinge en Grietijn Schuiringe.
In 1750 verklaren Harm Clasen en huisvrouw Rolfin Bavinge 250 gld. schuldig te wezen aan de mombers over de zoon van Reinder Luinge en ontvangen daarbij nog 150 gld. in contanten.
Op 23-3-1795 wordt de vrouw van Harm Klasen begraven. Op 8-5-1795 wordt Harm Klasens begraven. Harm Jans (Freriks, getrouwd met dochter Annegien) betaalt voor de lakens over zijn vader en moeder.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Tjoukien Harms, geboren 1750 in Peize, overleden 4-10-1812 in Peize.
Gehuwd 12-3-1786 in Peize met Harm Wolters, geboren 1736, overleden 13-4-1814 in Peize, zoon van Roelof Wolters en Marchien Willems, zie genealogie Wolthers.
Huwelijk: Harm Wolters en Touijke Harmens.
Harm Wolters, in 1797 in Peize boer, 63 jaar, gehuwd, geen kinderen, in 1807 wever. Hij wordt dan vermeld als bewoner en eigenaar van het huis waar eerder Harm Klaasen woonde en dat in 1832 eigendom is van de erven Harm Jans Freriks (eerste echtgenoot van Annegien Harms Baving, zuster van Tjoukien). Bij overlijden geen naam echtgenote vermeld.
Tjoukien Harms is bij overlijden weveresse, gehuwd, naam echtgenote niet vermeld. Aanname dat zij met deze Harm Wolters is getrouwd.
Harm Wolters en Harm Jans Freriks zijn medemombers over de kinderen van Jan Huberts en Margien Harms.
In 1813 woont Harm Wolters op nummer 68 bij Jan Hindriks Bakker, getrouwd met Marchien Ebbinge, dochter van Margaretha Wolters.
Memorie van Successie:
Harm Wolters is overleden in het huis van Jan Hindriks Bakker. De erfgenamen zijn Roelf Ebbinge, Marchien Ebbinge, huisvrouw van Jan Hindriks Bakker, Jantien Ebbinge, huisvrouw van Allerd Luinge, Willem Luinge, Aaltien Luinge, Roelf Popkes (Mulder) te Peize, Martinus Popkes, Martinus Wolters te Rolde, Jantien Wolters, huisvrouw van Lambert Sleurman te Helpen (Helpman), Albertien Wolters, huisvrouw van Jan Boddeveld te Haren, Helena Wolters te Haarlem in Holland en Marchien Wolters, huisvrouw van Poul Ellens te Groningen.
Dit zijn allen kinderen van de reeds overleden drie broers en vier zusters, namelijk Wolter Wolters gehuwd geweest met Geugien Martinus met de kinderen Martinus Wolters, Jantien Wolters, Albertien Wolters en Helena Wolters; Willem Wolters gehuwd geweest met Jantien Mensing, geen kinderen; Bareld Wolters gehuwd geweest met Sara Hindriks met als kind Marchien Wolters; Margaretha Wolters gehuwd geweest met Hindrik Ebbinge met de kinderen Roelf Ebbinge, Marchien Ebbinge en Jantien Ebbinge; Annegien Wolters gehuwd geweest met Jan Luinge met de kinderen Willem Luinge en Aaltien Luinge; Hilligien Wolters gehuwd geweest met Popke Martinus met de kinderen Roelf Popkes en Martinus Popkes en tenslotte Grietien Wolters gehuwd geweest met Jan Boerma geen kinderen.
Opvallend is dat hierbij de al overleden Roelof Luinge ontbreekt, die eerder wel erfgenaam was van Grietje Wolters en ook zijn eerste echtgenote Marchien Popkes ontbreekt. Hun kinderen delen blijkbaar niet in de erfenis.
De erfenis bestaande uit verschillende landerijen en obligaties bedraagt in totaal ongeveer 4000 gld. Alle erfgenamen of hun echtgenoten tekenen de aangifte, behalve Helena Wolters, die zich laat vertegenwoordigen en Paul Ellens. Roelf Popkes gebruikt de naam Mulder en Martinus Popkes de naam Gritter.
2. Margien Harms (zie VIIi), overleden 6-4-1810 in Peize, begraven 12-4-1810.
3. Annegien Harms Baving (zie VIIj), geboren 10-12-1758 in Peize, overleden 1-12-1838 in Peize.
4. Trientien Harms (zie VIIk), overleden 1807 in Peize, begraven 7-12-1807.
 

Generatie VII

VIIa  Jan Baving, geboren 1740 in Peize, overleden 15-8-1810 in Zuidvelde, zoon van Lucas Baving (zie VIa) en Casparina Reinders.
Op 27 november 1764 is er uitspraak in een zaak voor de Etstoel over het aandeel in de erfenis van Jan Bavinge, nog minderjarige zoon van Ette Lucas Bavinge en Casparina Reinders, welke zaak door de hoofdmomber Ds. Arnoldus Reinders en de medemombers Jan Luinge, Bartelt Ebbinge en Hindrik Ebbinge in de minne wordt geschikt met de weduwe juffrouw Johanna Hemsink, optredend voor zichzelf en voor haar kinderen. Jan Bavinge krijgt de plaats te Yde door Eevert Roelofs gebruikt met alles wat er bij hoort en na het overlijden van juffrouw Hemsink de halve plaats te Vries mandelig met Ds. Oortwijn en consorten en de Tende van Omans? groot 3 mudde en 1 schat en nog 1000 rijksdaalders. Jan Baving doet tevens afstand van het recht zijn halfzusters te mogen afkopen. De overeenkomst wordt op 12 februari 1765 ondertekend door de partijen.

Op 24 juni 1766 maakt de inmiddels meerderjarig geworden Jan Baving bezwaar tegen het feit dat de plaats te Yde door Evert Roelofs gebruikt belast zou zijn met het weiden van een koe door de meijer van een plaats mandelig tussen (nu) Johanna Hemsing en Arend Homan, wat zoals achteraf bleek sinds de gezamenlijke aankoop in 1715 het geval was. Dit was niet bedongen bij de hiervoor gemaakte schikking. Jan Baving krijgt hierin gelijk.

Gehuwd 1-1-1767 in Norg met Trijntje Suiverding, geboren 1737 in Zuidvelde, gedoopt Norg 19-5-1737, overleden 7-10-1812 in Zuidvelde, dochter van Nicolaas Suiverdink en Jantien Datema, zie genealogie Luinge (3).
Jan Baving is bij overlijden ruim 70 jaar, nalatende een kind.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Lucas Baving (zie VIIIa), geboren 1767 in Zuidvelde, gedoopt Norg 20-12-1767, overleden 5-11-1854 in Norg.
2. Niclaas Baving, geboren 1770 in Zuidvelde, gedoopt Norg 25-2-1770, overleden 11-10-1807 in Zuidvelde.
3. Frederik Baving, geboren 1775 in Zuidvelde, gedoopt Norg 25-6-1775, overleden 1809 in Peize, begraven 30-1-1809.
Gehuwd 10-12-1803 in Peize met Hinderkien Jans Talens, geboren 1769 in Peize, overleden 15-12-1812 in Peize, dochter van Jan Arends Talens en Hillechien Alberts, zie genealogie Talens, eerder getrouwd 1796 in Peize met Lucas van Diepenbrugge, overleden 1803 in Peize, begraven 14-3-1803, zoon van Jeremias van Diepenbrugge en Gesina Anna Ketel, zie genealogie Van Diepenbrugge, hertrouwd 1-7-1810 in Peize met Popke Barelds Bakker, geboren 20-9-1777 in Peize, gedoopt 21-9-1777, overleden 8-8-1841 in Peize, zoon van Bareld Barelds Bakker en Zwaantien Roelfs, zie genealogie Bakker (2).
Huwelijksafkondiging Norg 27-11-1803: Frederik Baving, van Zuidvelde en Hendrikjen Jans, wed. van (Lucas van) Diepenbruggen van Peize. Fredricus Baving wordt in 1804 vermeld in Peize, in 1807 met 3 inwonende kinderen op de plaats van Lucas van Diepenbrugge.
 
VIIb  Jan Hemsing Baving, overleden 15-4-1797 in Peize, begraven 17-4-1797, zoon van Lucas Baving (zie VIa) en Johanna Hemsing.
Op 23-1-1786 verkoopt de heer J. H. Bavingh mede voor zijn zwagers en zuster een stukje land in Paterswolde aan Berend Jans Aaldring, waarop zijn huis staat en dat tot dan toe in grondpacht was.
Gehuwd (1) met Henrica Ebbinge, overleden 1787 in Peize, begraven 16-6-1787, dochter van Jan Ebbinge en Hermanna Tabingh, zie genealogie Ebbinge.
In 1775 kopen de Hr. J. Hemsink Bavinge en juffr. Henrica Ebbinge een plaats in Peizerwold van de Hr. Luitenant Th. Alberthoma, die hij eerder heeft gekocht van wijlen Allert Bavinge.
Op 16-6-1787 wordt Hijnderika Ebbinge, vrouw van H.J. Hemsing begraven. Op 7-8-1787 betaalt Jan Hemsing Baving voor het begraven van zijn vrouw in de kerk te Peize (Hervormde Gemeente Peize, inv. 101). Op 13-10-1787 geeft de Heer J. H. Baving de erfenis aan van zijn E. vrouw, begroot op 3000 gld. (OSA 1025, Collaterale Successie Peize).
In de momberrekening over Jan Ebbinge, zoon van Ette Frederikus Ebbinge en Margaretha Lubbers is sprake van inkomsten op 20-11-1798 van verkochte goederen van de lijftucht van Bavinge, eenderde en (maal) eenvierde deel, 207 gld. De overleden echtgenote is blijkbaar ook een dochter van Jan Ebbinge en Hermanna Tabingh. Dit klopt met het gegeven dat de drie kinderen van Frederikus Ebbinge en Margaretha Lubbers bij de inventarisatie in 1789 eenvijfde van de mandelige goederen bezitten en eenvierde van de erfenis van hun grootmoeder (Hermanna Tabingh), die in 1789 is overleden. Ook betaalt J. H. Baving in 1789 de kosten voor het begraven in de kerk van Hermanna Tabingh.
Op 17-4-1797 wordt Jan Baving begraven, in het bekken ruim 36 gld. zijn weduwe betaalt voor het laken en betaalt nog 14 gld. aan de diaconie vanwege een testament tussen J. Baving en zijn eerste vrouw.

Gehuwd (2) 31-7-1788 in Peize met Marchien Gelmers, geboren 1767 in Peize, overleden 15-12-1812 in Wehe, Leens, dochter van Bareld Gelmers en Jeichien Lunsche, zie genealogie Gelmers, hertrouwd 26-4-1802 in Peize met Eppo Wiltes Lubbers, geboren 1761 in Groningen, gedoopt 25-12-1761, overleden 13-10-1825 in Wehe, Leens, zoon van Cornelius Lubbers en Lamberdina Ebbinge, zie genealogie Ebbinge.
Huwelijk: J.H. Baving en Margien Gelmers.
Van 1774 tot 1794 wordt Jan Hemsing Baving vermeld in het Haardstedenregister van Peize, in 1774 als Hr. J. H. Bavinge met 2 paarden, vermeld voor zijn moeder, weduwe Bavinge, in 1784 en 1794 als Hr. Bavinge met 3 paarden. In 1797 M. Gelmers, 30 jaar, boerebedrijf, weduwe met 1 kind. In 1804 G. Gelmers, in 1807 Gelmer Gelmers gehuwd met 4 kinderen, eigenaar E.W. Lubberts, predikant te Wehe.
Op 8-6-1797 doet weduwe J. H. Bavinge te Peizerwold rekening i.p.v. haar overleden echtgenoot, die hoofdmomber was over Frederika Gelmers. Nieuwe hoofdmomber wordt dan Gelmer Gelmers, terwijl Roelof Gelmers nieuwe medemomber wordt.
Op 21-3-1802 worden te Peizerwold mombers benoemd over Johanna Jeddina Bavinge in het 10de jaar, dochter van J. H. Bavinge en mej. M. Gelmers, die gaat hertrouwen met de predikant E. Wiltens Lubbers van Wehe. Hoofdmomber is de predikant F. Snetlage van Leens, medemombers zijn Dr. P. Gasinjet, G. Gelmers en Roelof Gelmers. Bij de bezittingen zijn het huis en hof met de oude lanen en goorden in het Peizerwold door haar zelfs (Marchien Gelmers) bewoond, twee keuterijen in Peize, resp. bewoond door Hindrik Coobs en door Coobe Geerts, een keuterij in Paterwolde door Lucas Hendriks bewoond, en een halve keuterij te Eelde, mandelig met predikant F. Snetlage, tenslotte de grondpagt van de keuterij in Paterwolde van Pieter Pot, verschillende landerijen en obligaties van ruim 2500 gld.
Kinderen uit het tweede huwelijk:
1. Johanna Jeddina Baving, geboren 6-9-1790 in Peize, gedoopt 12-9-1790, overleden 1790 in Peize, begraven 2-11-1790. Op 2-11-1790 wordt een kind van J.H. Baving begraven, in het bekken het zeker voor een kind grote bedrag van ruim 12 gld.
2. Johanna Jeddina Baving, geboren 20-9-1792 in Peize, gedoopt 30-9-1792, overleden 20-2-1814 in Leens.
Gehuwd 18-11-1813 in Leens met Eisso Wiersema, geboren 1777 in Westernieland, gedoopt 20-7-1777, zoon van Albertus Wiersema en Aaltje Wierenga, eerder getrouwd 18-10-1802 in Saaxumhuizen met Trijntje Lammerts, geboren 1783, overleden 14-2-1813 in Wehe, Leens.
Op 17-4-1814 overlijdt dochter Johanna Jeddina Margaretha, 8 weken oud.
 
VIIc  Grietina Anna Baving, overleden in Leeuwarden, dochter van Lucas Baving (zie VIa) en Johanna Hemsing.
In 1807 wordt in Vries het Polling Erf verkocht door oud ette Jan Baving en zoon Lucas Baving van Zuidvelde als zaakgelastigden van Reitse Bloemberg en Pieter Wijbrands van Leeuwarden, curatoren van de minderjarige kinderen van G. Bisschop en G. A. Baving, in leven echtelieden te Leeuwarden.
Gehuwd (1) 10-7-1774 in Roderwolde met Everhardus Keyert.
Huwelijk: Hr. en Mr. Everhardus Keijert, advocaat voor den hove van Vrieslant en juffr. Gretina Anna Bavinge van Peiserwolt.
Huwelijksafkondiging in Leeuwarden: Everhardus Keyert, advocaat van Leeuwarden en Grietiena Anna Bavinga van Peizerwold, getrouwd te Roderwolde.

Gehuwd (2) 1-7-1781 in Oosterwierum met Christoffel Bisschop, geboren 1746 in Zutphen, gedoopt 9-1-1746, overleden 30-8-1801 in Leeuwarden, begraven 4-9-1801, zoon van Hendrik Louis Bisschop en Femia Coolhaas, eerder getrouwd 30-10-1774 in Leeuwarden met Hiske Hickaart, geboren 1749 in Leeuwarden, gedoopt 8-1-1749, dochter van Theodorus Hickart en Johanna Maria van der Ley.
Huwelijksafkondiging 1-7-1781 in Leeuwarden: Christoffel Bisschop van Leeuwarden en Grytina Anna Bavinga van Leeuwarden, getrouwd in Oosterwierum.
Gegevens Christoffel Bisschop van Kwartierstaat van Fardo Meindersma.
Kinderen uit het tweede huwelijk:
1. Hendrik Louis Bisschop, geboren 15-2-1782 in Leeuwarden, gedoopt 8-3-1782.
2. Lucretia Johanna Bisschop, geboren 15-12-1786 in Leeuwarden, gedoopt 29-12-1786, overleden 12-12-1834 in Amsterdam. Lucretia Johanna Bisschop is overleden in het huis van haar neef H. Bisschop (bron: overlijdensadvertentie via CBG, met dank aan Sietse Dijk voor de informatie).
Dit is vermoedelijk Hendrik Louis Bisschop, geboren in Amsterdam in 1787, gedoopt 11-11-1787, zoon van Carel Otto Bisschop (een broer van Christoffel Bisschop) en Petronella Rebel. Deze komt nog voor in het bevolkingsregister van 1851. In 1782 was ook een zoon met dezelfde naam gedoopt. In 1787 treedt op als getuige o.a. Femia Coolhaas (de grootmoeder van het kind).
3. Richard Bisschop, geboren 4-5-1792 in Leeuwarden, gedoopt 25-5-1792, overleden 19-4-1845 in Leeuwarden. Koopman.
Gehuwd 10-6-1818 in Leeuwarden met Sara Soetingh, geboren 25-4-1800 in Leeuwarden, gedoopt 14-5-1800, overleden 30-11-1866 in 's Gravenhage, dochter van Albert Soeting en Jacobje Ypes Cuperus.
 
VIId  Anna Hillegonda Baving, overleden 1-6-1790 in Peize, begraven 7-6-1790, dochter van Lucas Baving (zie VIa) en Johanna Hemsing.
Gehuwd 9-7-1780 in Peize met Petrus Gasinjet, geboren 1743 in Oosterwolde, gedoopt 16-12-1743, overleden 3-2-1819 in Peize, zoon van Gijsbertus Gasinjet en Christofora Brouwer, zie genealogie Gasinjet, hertrouwd 24-12-1802 in Peize met Aagje Fennema, geboren 12-9-1774 in Nieuweschans, gedoopt 18-9-1774, overleden 11-8-1853 in Peize, dochter van Derk Tjaards Fennema en Aaltje Suijningh.
Huwelijk: Meester Pieter Gaseijet van Osterwolde en Juffer Anna Hillegonda Baaving, in het bekken 14 gld.
Op 7-6-1790 wordt juffrouw Gasinjet begraven.
Op 28-12-1802 worden mombers aangesteld vanwege het hertrouwen van Mr. P. Gasinjet, weduwnaar van A.H. Bavinge met A. Fennema van Nieuweschans. De kinderen zijn Lucas 19, Johanna Christoffera 16 en Gijsbertus Carel Ferdinand 13. Hoofdmomber is predikant Snethlage van Leens, medemombers zijn Jan Bavinge van Zuidvelde, L. van Diepenbrugge te Peize en provisioneel Roelof Luinge wold. Op 4-5-1803 wordt L. van Diepenbrugge wegens overlijden vervangen door Jan Hindriks Bakker.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Gijsbertus Gasinjet, geboren 1782 in Peize, gedoopt 24-2-1782, overleden 1784 in Peize. Mogelijk begraven 10-11-1784. Diaconieboek Peize inv. 60a: Op 10-11-1784 ontvangt de boekhouder van de diaconie 5 gld. en 2 stuivers van P. Gasinjet toen zijn ... (niet ingevuld) is begraven.
2. Lucas Bavinge Gasinjet, geboren 1783 in Peize, gedoopt 4-5-1783, overleden 13-11-1810 in Peizerwold, Peize, begraven 21-11-1810. Memorie van Successie: Lucas Baving overleden Peizerwold 13-10-1810.
3. Gijsbertus Ferdinandus Gasinjet, geboren 10-5-1786 in Peize, gedoopt 21-5-1786, overleden 1787 in Peize, begraven 27-1-1787.
4. Johanna Christophora Gasinjet, geboren 13-11-1787 in Peize, gedoopt 25-11-1787, overleden 21-5-1859 in Leeuwarderadeel.
Gehuwd 10-8-1813 in Eelde met Vitus Valerius van Cammingha, geboren 1790 in Leeuwarden, gedoopt 11-10-1790, overleden 10-7-1852 in Leeuwarderadeel, zoon van Ruurt Carel van Cammingha en Anna Catharina Louise Lemper.
5. Gijsbertus Carel Ferdinand Gasinjet, geboren 19-6-1789 in Peize, gedoopt 28-6-1789, overleden 3-8-1825 in Peize.
Gehuwd 1-12-1819 in Leeuwarderadeel met Catharina Johanna Wilhelmina van Glockman, geboren 8-5-1796 in Goutum, gedoopt 15-5-1796, overleden 21-4-1836 in Peize, dochter van Otto Frederik Wilhelm van Glockman en Anna Catharina Louise Lemper, hertrouwd 30-11-1826 in Peize met Hindrik Tonckens, geboren 23-10-1793 in De Wijk, gedoopt IJhorst 27-10-1793, overleden 30-3-1877 in Peize, zoon van Wijncko Tonckens en Maria Vos.
 
VIIe  Jantien Freriks Baving, overleden 1799 in Peize, begraven 1-11-1799, dochter van Frerik Baving (zie VIc) en Hinderkien Jacobs.
Gehuwd 6-1779 in Peize met Jan Cornelis, geboren 1748 in Peize, overleden 1801 in Peize, begraven 25-4-1801, zoon van Cornelis Jansen en Annegien Lucas, zie genealogie ~Conraad Gerrits.
Huwelijk: Jan Kornelis en Jantin Baving.
Gewapende Burgermacht Peize 1797: Jan Cornelis, 53 jaar, boer, gehuwd met 2 kinderen.
Op 1-11-1799 wordt de vrouw van Jan Kornelis begraven. Jan Kornelis betaalt voor het laken over zijn vrouw. Op 25-4-1801 wordt Jan Cornelis begraven. Harm Lammers betaalt voor het laken over Jan Cornelis.
In 1801 worden in Peize mombers aangesteld over de kinderen Frerik 17 en Cornelis 14 jaar omdat Jan Cornelis is overleden. Mombers zijn Harm Lamberts, Egbert Ubels, Harm Wolthers en Jacob Wolthers van de Leek (Egbert Ubels en Jacob Wolters zijn getrouwd met zusters van Jantien Baving, Harm Lamberts met Jantien Everts, een nicht van Jantien Baving van moederszijde en Harm Wolters is getrouwd met Tjoukien Harms, eveneens een nicht van Jantien Baving van vaderszijde).
Er zijn verschillende documenten gevonden, o.a.:
Momberaanstelling van Metje Nicolaas.
Accoord van Jan Cornelis en Wibbegje Reinders tot B.
Momberrekening van Wibbegje Jans met quitantie.
Transport van Cornelis Jansen aan zijn zoon Jan Cornelis.
Verzegeling van 1 1/4 mat hooiland van Cluivinge aangekogt.
Contract Conraad Lucas en cons.
Contract Jan Alberts en cons.
Testament Eite Lucas (Eite Lucas is in 1780 in Eelde overleden, hij was getrouwd met een zuster van de moeder van Jan Cornelis).
Op 28-3-1810 doet Harm Lamberts de eindrekening over de meerderjarige zoon Kornelis Jans ten overstaan van de medemomber Jakob Wolters.
Op 19-5-1809 is er 60 gld. aan liggend geld in de nalatenschap van de overleden broeder van de pupil gevonden (moet mogelijk zijn 29-5-1809). Op 31-6-1809 zijn er kosten voor een doodskist.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Cornelis Jans, geboren 1780 in Peize, gedoopt 22-10-1780.
2. Cornelis Jans, geboren 1782 in Peize, gedoopt 14-10-1782.
3. Frerik Jans, geboren 1785 in Peize, gedoopt 30-1-1785, overleden 28-5-1809 in Peize, begraven 30-5-1809. Memorie van Successie: Freerk Jans, overleden te Peize op 28-05-1809. Er is onroerend goed aanwezig.
4. Kornelis Jans Baving, geboren 9-10-1787 in Peize, gedoopt 14-10-1787, overleden 3-1-1818 in Peize.
Gehuwd 24-1-1813 in Peize met Hinderkien Kruims, geboren 8-12-1786 in Peize, gedoopt 10-12-1786, overleden 10-11-1865 in Peize, dochter van Jan Kruims en Geessien Reinders Suurd, zie genealogie Kruims, hertrouwd 15-7-1820 in Peize met Jan Geerts Timmer, geboren 14-7-1778 in Peize, overleden 9-11-1836 in Peize, zoon van Geert Hindriks Timmer en Hinderkien Jans Timmer, zie genealogie Timmer (2).
5. Lucas Jans, geboren 4-8-1790 in Peize, gedoopt 15-8-1790, overleden 1795 in Peize, begraven 30-3-1795. Op 30-3-1795 wordt een kind van Jan Konelijs begraven, aanname dat het deze Lucas betreft.
 
VIIf  Doe Freriks Baving, geboren 1752 in Roden, gedoopt 8-3-1752, overleden 1791 in Zeijen, Vries, zoon van Frerik Baving (zie VIc) en Hinderkien Jacobs.
Gehuwd met Mettien Nicolaas, geboren 1751 in Steenbergen, gedoopt Roden 28-2-1751, overleden 1800 in Zeijen, dochter van Niklaas Jans en Fennechien Harms, hertrouwd 6-5-1798 in Vries met Warmolt Willems, geboren 8-1-1741 in Peize, overleden 8-3-1826 in Vries, zoon van Willem Warmels en Roelofje Janssen, zie genealogie ~Warmelt Willems.
Momberaanstelling in 1798 in Vries over de kinderen Hendrikje 19, Nicolaas 14, Fennechien 11 en Marchien 7. Mombers zijn Jan Cornelis te Peize, behuwd oom van vaderszijde, Jan Nicolaas te Steenbergen, oom van moederszijde, Harm Nicolaas van Steenbergen, oom van moederszijde en Jacob Everts te Peize, neef van vaderszijde.
In 1801 i.v.m. overlijden van Jan Cornelis wordt Jan Nicolaas hoofdmomber en Jacob Wolters te Zevenhuizen nieuwe medemomber. Metje Nicolaas is ondertussen overleden. De overlijdensdata zijn vermeld bij het huwelijk van zoon Nicolaas.
Bij de huwelijksakte van zoon Nicolaas (Roden 1812) is een extract gevoegd van het Diakonieboek van Ontvang en Uitgave: "In het jaar 1791 ontvangen van de weduwe van de scheper van Zeijen voor 't gebruik van 't zwarte laken 12 stuivers." Hiermee is blijkbaar Doe Freriks Baving bedoeld. Verder: "In het Jaar Agtien Honderd den vijfen twintigste October ontvangen van Warmolt Willems te Zeijen, voor het Zwarte Laken tot gebruik van zijn vrouw een gulden en 8 stuiver" (bron: www.alledrenten.nl, Bladeren door overige scans).
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Hinderkien Doedes Baving, geboren 1780 in Zeijen, gedoopt Vries 13-2-1780, overleden 17-6-1841 in Tynaarlo, Vries.
Gehuwd 12-5-1805 in Vries met Jan van der Klink, geboren 10-8-1771 in Vries, overleden 28-11-1832 in Tynaarlo, zoon van Roelf Jans van der Klink en Grietje Abels.
Huwelijk: Jan Roelefs van Een en Hinderkien Does van Langelo.
2. Nicolaas Doedes Baving, geboren 1784 in Zeijen, gedoopt Vries 2-5-1784, overleden 23-8-1844 in Steenbergen, Roden.
Gehuwd (1) 10-6-1812 in Roden met Geertje Jacobs Huizinga, geboren 1772 in Foxwolde, gedoopt Roden 15-3-1772, overleden 17-11-1835 in Tolbert, Leek, dochter van Jacob Hindriks Huizinga en Geertien Roelofs.
Gehuwd (2) 26-3-1837 in Leek met Werdina Jans Tuinman, geboren 3-8-1796 in Foxwolde, gedoopt Roden 7-8-1796, overleden 16-5-1873 in Zevenhuizen, Leek, dochter van Jan Fridsigers Tuinman en IJpkien Alberts, zie genealogie Kregel, hertrouwd 20-9-1845 in Leek met Wolter Willems IJwema, geboren 1785 in Midwolde (Leek), gedoopt 12-2-1785, overleden 30-3-1871 in Leek, zoon van Willem Jans IJwema en Geeske Wolters.
3. Fennechien Baving, geboren 1787 in Zeijen, gedoopt Vries 18-2-1787, overleden 23-12-1813 in Steenbergen, Roden.
4. Marchien Doedes Baving, geboren 1791 in Zeijen, gedoopt 12-6-1791, overleden 26-2-1883 in Tolbert, Leek. Bij huwelijk als Martje Doedes, d.v. Doe Freerks en Mettien Niklaas, bij overlijden als Martje Doedes Baving.
Gehuwd 26-11-1815 in Leek met Reinder Jans Hoeksema, overleden 19-9-1859 in Tolbert, Leek, zoon van Jan Alberts Hoeksema en Geertje Reinders.
 
VIIg  Marchien Freriks Baving, geboren 1754 in Roden, gedoopt 12-5-1754, overleden 1787 in Peize, begraven 26-10-1787, dochter van Frerik Baving (zie VIc) en Hinderkien Jacobs.
Gehuwd 1780 in Norg met Egbert Ubels, geboren 1742 in Norg, gedoopt 17-6-1742, overleden 6-1-1815 in Langelo, Norg, zoon van Ubel Egberts en Jeichien Jans, hertrouwd 1-6-1788 in Peize met Jantien Jacobs, overleden 1808 in Peize, begraven 30-7-1808.
Huwelijk mei 1780 in Norg: Egbert Oeblis en Marchje Freerks te Norg.
Doop Ubel: zoon van Egbert Ubels en Marchien Bavinge, doop Hindrikje: dochter van Egbert Oebels en Margien Baving.
Op 26-10-1787 wordt de vrouw van Egbert Ubels begraven. Op 10-5-1788 worden in Peize mombers aangesteld omdat Egbert Ubels, weduwnaar van Margijn Freriks gaat hertrouwen met Jantijn Jacobs van Peize. De kinderen zijn Ubel 7 en Hindrikje 4. De mombers zijn Jan Cornelis, Doede Freriks van Zeijen, Jan Ubels van Norg en Geert Ubels van Paterswolde.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Ubel Egberts Bezema (zie VIIIb), geboren 1782 in Peize, gedoopt 10-3-1782, overleden 23-3-1846 in Peize.
2. Hindrikje Egberts, geboren 1784 in Peize, gedoopt 10-10-1784, overleden 15-9-1859 in Roden.
Gehuwd 11-4-1807 in Roden (afkondiging) met Hindrik Jans Holt, geboren 1769 in Roden, gedoopt 5-11-1769, overleden 1-2-1851 in Roden, zoon van Jan Berends en Anna Hendriks, eerder getrouwd 17-5-1795 in Roden met Pietertjen Harms, geboren 1763, overleden 10-9-1800 in Roden.
Huwelijk: Hinderk Jans en Hinderkien Egberts van Peize.
Hinderkien Egberts is bij overlijden 71 jaar, geen ouders vermeld.
 
VIIh  Aaltje Freriks Baving, geboren 1758 in Roden, gedoopt 12-2-1758, overleden 7-11-1836 in Peize, dochter van Frerik Baving (zie VIc) en Hinderkien Jacobs.
In 1836 overlijdt in Peize Aaltje Freriks Baving, d.v. Frerik Baving en Hinderkien, 84 jaar, weduwe Jacob Meijer.
Gehuwd 17-5-1785 in Midwolde, Leek (afkondiging) met Jacob Wolters Meijer, geboren 1761 in Zevenhuizen, gedoopt Midwolde/Leek 4-1-1761, overleden 1-12-1829 in Zevenhuizen, Leek, zoon van Wolter Jacobs en Geertruid Ottens.
Huwelijksafkondiging: Jacob Wolters van Zevenhuizen en Aaltje Freerks.
Jakob Wolters Meijer is bij overlijden 74 jaar, geen ouders vermeld. Aanname dat hij de in 1761 in Zevenhuizen geboren zoon is van Wolter Jacobs en Geertruidt Ottens. Otte Wolters Meijer overlijdt in 1825 in Zevenhuizen, 62 jaar en is vermoedelijk de in 1764 geboren zoon van hetzelfde echtpaar.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Wolter Jacobs Meijer, geboren 7-9-1786 in Zevenhuizen, gedoopt Midwolde/Leek 10-9-1786.
2. Wolter Jacobs Meijer, geboren 19-2-1788 in Zevenhuizen, gedoopt Midwolde/Leek 24-2-1788, overleden 1-1-1867 in Leek. Schipper.
Gehuwd 24-3-1816 in Leek met Trijntje Riemers Bijleveld, geboren 1787 in Leek, gedoopt Lutjegast 27-4-1787, overleden 17-6-1875 in Leek, dochter van Anna Jans Bijleveld.
Doop Trijntje: Trijntje Riemers, d.v. Anna Bijl, geboren Leek, geregistreerd te Lutjegast.
3. Geert Jacobs Meijer, geboren 1791 in Midwolde/Leek, gedoopt 23-10-1791, overleden 12-10-1827 in Leek. Winkelier.
Gehuwd 23-4-1815 in Leek met Antje Tunnis Veldstra, geboren 10-3-1792 in Opende, gedoopt 1-4-1792, overleden 30-11-1830 in Leek, dochter van Tunnis Itskes Veldstra en Janke Jans, hertrouwd 11-1-1829 in Leek met Hendrik Arents Holtrop, geboren 1782 in Marum, gedoopt 20-4-1782, overleden 16-10-1864 in Leek, zoon van Arent Hendriks en Willemke Hesders.
4. Hinderkien Jacobs Meijer, geboren 1794 in Midwolde/Leek, gedoopt 14-9-1794, overleden 22-10-1858 in Peize.
Gehuwd 23-6-1821 in Peize met Hindrik Berends Buning, geboren 14-1-1781 in Peize, gedoopt 14-1-1781, overleden 5-1-1849 in Peize, zoon van Berend Hindriks Buning en Ninkien Fridsigers, zie genealogie Buning.
5. Karst Jacobs Meijer, geboren 1798 in Zevenhuizen, gedoopt Midwolde/Leek 2-2-1798, overleden 17-5-1847 in Nuis, Marum.
Gehuwd 27-6-1830 in Leek met Vrouktje Berents Knot, geboren 3-4-1804 in Marum, gedoopt 13-5-1804, overleden 8-5-1861 in Nuis, Marum, dochter van Berent Hendriks Knot en Martje Pieters.
 
VIIi  Margien Harms, overleden 6-4-1810 in Peize, begraven 12-4-1810, dochter van Harm Klaasen en Roelfien Baving (zie VId).
Gehuwd (1) 7-11-1779 in Peize met Jan Harm Huberts, geboren 1751 in Peize, gedoopt Roderwolde 19-9-1751, overleden 1786 in Peize, begraven 30-12-1786, zoon van Hindrik Huiberts en Annegien Willems, zie genealogie Huiberts.
Huwelijk: Jan Huibers en Margin Harms. Huwelijksafkondiging in Eelde 24-10-1779: Jan Huberts en Marigje Harms, beide van Peize.
Jan Huberts wordt in 1784 vermeld als schoenmaker, waar eerder zijn vader Hendrik Huiberts schoenmaker was.
Op 30-12-1786 wordt Jan Huibers begraven, zijn weduwe betaalt voor het laken.
Op 3-11-1787 worden in Peize mombers aangesteld omdat Margijn Harms, weduwe van Jan Huberts gaat hertrouwen met Albert Jacobs. De kinderen zijn Annigje 7, Roelfje 5 en Hindrik 3. Hoofdmomber is Jan Clasen Cruims, medemombers zijn Jacob Gerrits, Harm Wolthers en Harm Jans Freriks.
Bij de goederen zijn een huis achter de kerk te Peize mandelig met de oom en moei van de pupillen Willem en Fennegijn Huiberts (die zelf nog minderjarig zijn) en o.a. grasland mandelig met Joest Wessels. Er is een lange lijst uitstaande rekeningen w.s. voor schoenen en schoenlappen.
De kinderen van wijlen Jan Huiberts en Margijn Harms, Annegijn, Roelfje en Hindrik, erven in 1788 voor de helft van hun oom Willem Huiberts. Jan Claas Cruims is hoofdmomber.
In 1807 is de eindrekening over de meerderjarige dochter Annigje ten overstaan van de medemombers? Jan Kruims, Harm Jans en Jan Wolthers.
Op 30-10-1809 is de eindrekening over de meerderjarige kinderen Roelfien en Hindrik. De medemombers zijn ten dele overleden en ten dele wegens indispositie absent.

Gehuwd (2) 2-12-1787 in Peize met Albert Jacobs Polling, geboren 1758 in Tynaarlo, gedoopt Vries 16-4-1758, overleden 21-11-1811 in Peize, zoon van Jacob Alberts Polling en Grietjen Harms, zie genealogie Polling.
Huwelijk: Albert Jakobs en Margin Harms.
Albert Jacobs is in 1794 de opvolger van Jan Huiberts in Peize, beiden schoenmakers. In 1797 Albert Polling 42 jaar, gehuwd met 7 kinderen waaronder mogelijk stiefkinderen en Jan Huiberts, 41 jaar. De laatste is waarschijnlijk Jan Jans Huiberts, neef van Jan Hendriks Huiberts. In 1807 zijn er 5 inwonende kinderen en zijn Albert Pollinge en kinderen eigenaar. In 1812 woont Hindrik Huberts in het huis.
Op 12-4-1810 wordt Marchien Harms, de vrouw van A. Pollinge begraven.
Kinderen uit het eerste huwelijk:
1. Annechien Huberts, geboren 1780 in Peize, gedoopt 10-9-1780, overleden 8-3-1856 in Roden.
Gehuwd 10-5-1807 in Roden met Harm Hindriks Knot, geboren 3-7-1778 in Roden, gedoopt 5-7-1778, overleden 5-12-1861 in Roden, zoon van Hindrik Cornelis en Roelofjen Harms.
Huwelijk: Harm Hinderks van Roden en Annechien Jans van Peize.
2. Roelfje Huberts, geboren 1782 in Peize, gedoopt 10-11-1782, overleden 10-9-1833 in Smilde.
Gehuwd 7-5-1809 in Roden met Lambert Koops Boer, geboren 1782 in Ravenbosch, Kolderveen, overleden 17-4-1858 in Smilde, zoon van Koop Hendriks Boer en Femmigje Lammerts, hertrouwd 14-4-1840 in Smilde met Hillechien Gerrits Sterken, geboren 5-4-1795 in Nieuw-Leusen, overleden 15-6-1865 in Kloosterveen, Smilde, dochter van Gerrit Sterken en Hebeltje Muskee.
Huwelijk: Lammert Koops van Kolderveen en Roelfien Jans van Peize.
In 1822 in Smilde als Lambert Koops Boer en Roelofje Jans Hubers. Kinderen ook als Huberts Koops of Huberts Boer.
3. Hindrik Huberts, geboren 31-10-1784 in Peize, gedoopt 31-10-1784, overleden 4-3-1842 in Peize, zie genealogie Huiberts.
Kinderen uit het tweede huwelijk:
4. Grietje Alberts Polling, geboren 9-11-1787 in Peize, gedoopt 2-12-1787, overleden 28-2-1853 in Roden.
5. Harmanna Polling, geboren 16-4-1790 in Peize, gedoopt 25-4-1790, overleden 31-12-1855 in Roden.
Gehuwd 5-6-1814 in Leek met Hendrik Derks Siegers, geboren 1788 in Wetsinge, gedoopt 23-11-1788, overleden 18-2-1870 in Roden, zoon van Derk Hendriks Siegers en Trijntje Jans Smalbroek.
6. Jacob Alberts Polling, geboren 15-6-1793 in Peize, gedoopt 16-6-1793, overleden 8-6-1827 in Vries.
7. Tjaukien Alberts Polling, geboren 26-12-1796 in Peize, gedoopt 26-12-1796, overleden 23-2-1868 in Roden.
Gehuwd 8-5-1819 in Roden met Jan Ubels Siegers, geboren 8-3-1795 in Norg, gedoopt 8-3-1795, overleden 20-4-1867 in Roden, zoon van Ubel Jans Siegers en Marchje Engberts.
 
VIIj  Annegien Harms Baving, geboren 10-12-1758 in Peize, overleden 1-12-1838 in Peize, dochter van Harm Klaasen en Roelfien Baving (zie VId).
Gehuwd (1) met Harm Jans Freriks, geboren 1744 in Peize, overleden 1808 in Peize, begraven 9-1-1808, zoon van Jan Freriks en Berentien Willems, zie genealogie Freriks.
Huwelijk niet gevonden in de diaconieboeken van Peize (inkomsten van collectes bij huwelijken). Daarin ontbreekt het jaar 1785.
Harm Jans Freriks in 1797 wonend in huis 128, 53 jaar, gehuwd met 5 kinderen, daarvoor Willem en Harm Jans, daarvoor 1742-1774 Jan Freriks. In 1807 tevens eigenaar, in 1812 wed. Harm Jans Freerks, Annegje.
Op 30-10-1803 wordt een kind van Harm Jans Freerks begraven, in het bekken ruim 5 gld.
Op 9-1-1808 wordt Harm Jans Freerks begraven. zijn weduwe betaalt voor het laken.
De erven Harm Jans Freriks zijn in 1832 behalve eigenaar van het ouderlijk huis ook eigenaar van het huis waar vermoedelijk in 1742 de erven Doe Bavinge eigenaar waren en dat daarna bewoond werd door Harm Klaasen. In 1642 was het huis eigendom van een eerdere Doe Bavinge.

Gehuwd (2) 12-9-1815 in Eelde met Pieter Jans Wilkens, geboren 4-12-1757 in Peize, overleden 17-2-1840 in Peize, zoon van Jan Pieters en Oegien Luinge, zie genealogie Wilkens.
Kinderen uit het eerste huwelijk:
1. Berentien Harms Freriks, geboren 19-1-1786 in Peize, gedoopt 29-1-1786, overleden 25-9-1873 in Peize, zie genealogie Freriks.
2. Roelfien Harms Freriks, geboren 15-7-1788 in Peize, gedoopt 20-7-1788, overleden 26-1-1857 in Peize, zie genealogie Freriks.
3. Jan Harms Freriks, geboren 29-1-1791 in Peize, gedoopt 6-2-1791, overleden 9-5-1839 in Peize, zie genealogie Freriks.
4. Harm Harms Freriks, geboren 1794 in Peize, gedoopt 26-1-1794, overleden 21-9-1853 in Peize.
Gehuwd 29-8-1833 in Peize met Zwaantje Bakker, geboren 10-10-1811 in Peize, gedoopt 20-10-1811, overleden 15-11-1886 in Peize, dochter van Koenraad Barelds Bakker en Aaltien Jans Hoeks, zie genealogie Bakker (2).
5. Grietien Harms Freriks, geboren 4-10-1796 in Peize, gedoopt 2-10-1796, overleden 16-1-1882 in Eelde, zie genealogie Freriks.
6. Margien Harms Freriks, geboren 1799 in Peize, gedoopt 15-9-1799, overleden 1803 in Peize, begraven 30-10-1803. Op 30-10-1803 wordt een kind van Harm Jans Freerks begraven, in het bekken ruim 4 gld.
7. Albertien Harms Freriks, geboren 30-10-1802 in Peize, gedoopt 7-11-1802, overleden 9-4-1875 in Peize.
Gehuwd 14-5-1831 in Peize met Berend Ensing, geboren 1808 in Peize, gedoopt 10-1-1808, overleden 29-12-1889 in Peize, zoon van Jannes Ensing en Annechien Schuring, zie genealogie Ensing (1).
 
VIIk  Trientien Harms, overleden 1807 in Peize, begraven 7-12-1807, dochter van Harm Klaasen en Roelfien Baving (zie VId).
Gehuwd 9-5-1790 in Peize met Jannes Lammerts Snijder, geboren 8-2-1766 in Peize, overleden 8-6-1829 in Peize, zoon van Lambert Jannes en Grietje Engberts, zie genealogie Snijder, hertrouwd 3-12-1809 in Peize met Geesje Jans Talens, geboren 1774 in Peize, gedoopt 13-2-1774, overleden 25-5-1861 in Peize, dochter van Jan Arends Talens en Hillechien Alberts, zie genealogie Talens.
Huwelijk: Jannes Lammers en Trintin Harms.
Op 7-12-1807 wordt de vrouw van Jannes Lambers begraven.
Op 31-10-1809 worden in Peize voogden aangesteld omdat Jannes Lamberts, weduwnaar van Trijntien Harms gaat hertrouwen met Gesien Jans. De kinderen zijn Grietje 19, Roelfje 17, Lammigje 15, Harmanna 13 en Margjen 6 jaar. Toeziend voogd is Roelof Barelds, aangetrouwde neef van de pupillen van de bestorvene zijde (Roelof Barelds Bakker getrouwd met Berentien Freriks, dochter van zuster Annechien Harms Baving). De inventaris wordt opgemaakt ten overstaan van Albert Polling als naaste bloedverwant van de bestorvene zijde (getrouwd met zuster Margien Harms) en Gerard Kosters bij gebreke van verdere bloedverwanten.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Grietien Jannes Snijder, geboren 3-2-1791 in Peize, gedoopt 13-2-1791, overleden 30-7-1858 in Peize, zie genealogie Snijder.
2. Harm Jannes Snijder, geboren 18-7-1793 in Peize, gedoopt 21-7-1793, overleden 1793 in Peize, begraven 13-8-1793. Op 13-8-1793 wordt een kind van Jannes Lambers begraven.
3. Roelofje Jannes Snijder, geboren 1794 in Peize, gedoopt 16-10-1794, overleden 30-3-1837 in Zuidlaren.
Gehuwd 17-5-1819 in Roden met Jacob Jans Eibema, geboren 26-12-1792 in Grootegast, gedoopt 13-1-1793, overleden 25-11-1862 in Drouwen, Borger, zoon van Jan Jacobs IJbema en Aafke Everts, hertrouwd 2-8-1839 in Zuidlaren met Jantien Harms Polling, geboren 1795 in Tynaarlo, gedoopt Vries 16-8-1795, overleden 25-9-1854 in Annen, Anloo, dochter van Harm Jacobs Polling en Hinderkien Jans.
Bij overlijden van Roelofje Jans geen ouders of echtgenoot vermeld (in drenlias), leeftijd 42 jaar.
4. Lammechien Jannes Snijder, geboren 5-2-1797 in Peize, gedoopt 19-2-1797, overleden 7-2-1841 in Paterswolde.
Gehuwd 13-5-1820 in Grootegast met Evert Jans Eibema, geboren 23-9-1797 in Grootegast, gedoopt 8-10-1797, overleden 18-10-1852 in Paterswolde, zoon van Jan Jacobs IJbema en Aafke Everts.
Evert Jans Eibema is kleermaker. Bij overlijden als geboortedatum 4-10-1798.
5. Harmanna Jannes Snijder, geboren 1800 in Peize, gedoopt 21-9-1800, overleden 28-5-1864 in Zuidlaren.
Gehuwd 9-5-1822 in Zuidlaren met Jan Stoffers Wilkens, geboren 31-3-1797 in Zuidlaren, gedoopt 9-4-1797, overleden 25-3-1861 in Zuidlaren, zoon van Stoffer Jans Wilkens en Geesje Hendriks.
Harmanna meestal als Harmanna Jannes of Jansen, bij overlijden als Hermanna Jansen.
6. Margien Jannes Snijder, geboren 1804 in Peize, gedoopt 15-1-1804, overleden 4-1-1871 in Paterswolde.
Gehuwd 30-5-1835 in Eelde met Jan Stevens, geboren 1790 in Yde, gedoopt Vries 5-12-1790, overleden 29-11-1871 in Paterswolde, zoon van Steven Jans Thijs en Hillechien Roelofs, zie genealogie Blokbergen, eerder getrouwd 3-6-1821 in Eelde met Grietje Jakobs Japinga, geboren 1-6-1793 in Wehe, overleden 18-6-1833 in Eelde, dochter van Jakob Jans Japinga en Eike Ebels.
Margien bij huwelijk 31 jaar, bij overlijden als geboortedatum 2-1-1799. Zij wordt een aantal keren vermeld als Margien Lammerts Snijder.
 

Generatie VIII

VIIIa  Lucas Baving, geboren 1767 in Zuidvelde, gedoopt Norg 20-12-1767, overleden 5-11-1854 in Norg, zoon van Jan Baving (zie VIIa) en Trijntje Suiverding.
Lucas Baving uit Zuidvelde bezit in 1832 verschillende landerijen, meest hooilanden in Eelde.
Gehuwd (1) 4-6-1809 in Norg met Roelfje Roelofs, geboren 1776 in Norg, gedoopt 28-1-1776, overleden 23-4-1810 in Zuidvelde, dochter van Jan Roelofs en Aaltje Sikkens.
Huwelijk: Lucas Baving van Zuidvelde en Roelfjen Roelfs van Veenhuisen.
Gehuwd (2) 31-10-1813 in Norg met Jantien Jans Sinninge, geboren 8-4-1779 in Zulte, Roden, overleden 2-1-1846 in Zuidvelde, Norg, dochter van Jan Jacobs Sinninge en Grietje Geerts.
Kinderen uit het eerste huwelijk:
1. Jan Roelfs Baving, geboren 22-4-1810 in Zuidvelde, gedoopt Norg 6-5-1810, overleden 21-6-1874 in Zuidvelde, Norg.
Kinderen uit het tweede huwelijk:
2. Trijntje Zuiverling Baving, geboren 6-11-1814 in Zuidvelde, Norg, overleden 5-9-1889 in Zuidhorn.
3. Grietje Boelens Baving, geboren 2-5-1817 in Zuidvelde, Norg, overleden 29-1-1900 in Eelde.
4. Niklaas Suiverding Baving, geboren 3-7-1819 in Zuidvelde, Norg, overleden 26-1-1874 in Leek.
5. Hendrik Sinninge Baving, geboren 26-8-1821 in Zuidvelde, Norg, overleden 2-5-1874 in Zuidlaren.
 
VIIIb  Ubel Egberts Bezema, geboren 1782 in Peize, gedoopt 10-3-1782, overleden 23-3-1846 in Peize, zoon van Egbert Ubels en Marchien Freriks Baving (zie VIIg).
Gehuwd 1-5-1808 in Peize met Margien Adams Suurd, geboren 27-9-1784 in Peize, gedoopt 3-10-1784, overleden 27-1-1864 in Peize, dochter van Adam Christiaan Reinders Suurd en Jantien Jans Schuurman, zie genealogie Suurd.
Huwelijk: Ubel Egbers en Margijn Adams.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Egbert Ubels Bezema, geboren 4-2-1810 in Peize, gedoopt 17-2-1810, overleden 27-7-1885 in Peize.
Gehuwd 13-5-1837 in Peize met Geertien Fridsigers de Rink, geboren 1804 in Peize, gedoopt 18-11-1804, overleden 24-2-1866 in Peize, dochter van Fridsiger Berends de Rink en Lammechien Klazens Holtman, zie genealogie De Rink.
 

Index
Genealogie Baving