U heeft javascript uitgeschakeld. Hierdoor staat de index niet links maar onderaan.

HoofdIndexUitleg

Versie 9-8-2016

Genealogie Kluiving

Generatie I

Ia  Jan NN.
Gehuwd met Sophia Berniers, overleden 1645 in Paterswolde? (voor 1647), eerder getrouwd met Laurens Rommers, zie genealogie Kluivinge, hertrouwd met Willem Hendriks, zie genealogie Kluivingh.
De kinderen van Sophia Berniers uit verschillende huwelijken noemen zich later Cluivinge of Kluivinge, naar het Cluivinge erf in het noorden van Paterswolde waar zij woonden.
Haar dochter Jantien (Johanna) wordt bij haar huwelijk in 1630 in Groningen vermeld als Jantien Lawrens van Potterwolde waarbij Willem Hindrix als stiefvader presenteert, bij het overlijden van haar echtgenoot in 1658 als Joanna Laurentii Rommers. Dit maakt aannemelijk dat zij in elk geval een afstammeling is van Louwerens Rommers, die omstreeks 1550 meier is van de Sint-Catharina vicarie op het Cluvinge erf te Paterswolde. Hij krijgt dan toestemming van de collator Sijwert Bolta om het bouwvallige huis te verbeteren en mag het huis wanneer hij de vicarie verlaat verkopen aan zijn opvolger. Hierover worden in 1656 en 1681 rechtszaken gevoerd door de predikant van Eelde, die na de reformatie de inkomsten uit de vicarie geniet. Open blijft de vraag of Johanna een volle zuster of een halfzuster is van de andere kinderen met patroniem Jans. In het eerste geval zou hun vader Jan een zoon moeten zijn van Louwerens Rommers, in het tweede geval zou Sophia Berniers drie keer zijn getrouwd, waarvan een keer met Louwerens Rommers, die dan al oud moet zijn of wellicht met zijn kleinzoon.
Omdat Reinder Jansen zowel zijn stiefvader als zijn broers en zuster moet afkopen lijken zijn rechten op het huis van het Cluivinge erf tamelijk zwak te zijn en lijkt het goed mogelijk dat hij een halfbroer is van Johanna. Johanna kan ook jonger zijn. Zij krijgt nog een kind in 1647, terwijl Reinder voor 1632 is getrouwd.
Wanneer in deze genealogie wordt verwezen naar de Collectie Harms, betreft het stukken die door Albert Harms zijn gevonden in een privé-archief van nazaten van de familie Kluiving/Hoenderken in Noordlaren. Deze stukken betreffen veelal eigendomsbewijzen en daarmee verband houdende stukken, zodat ook een beeld ontstaat hoe bepaalde bezittingen bij deze familie terecht zijn gekomen.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Reinder Jans Cluivinge (zie IIa), overleden 1670 in Paterswolde (tussen 1665 en 1669).
2. Bernier Jans Cluivinge, overleden 1655 in Paterswolde.
3. Jacob Jans Cluivinge (zie IIb).
 

Generatie II

IIa  Reinder Jans Cluivinge, overleden 1670 in Paterswolde (tussen 1665 en 1669), zoon van Jan NN (zie Ia) en Sophia Berniers.
Gehuwd met Lambertien Lunsche, overleden 1695 in Paterswolde (voor 1700), dochter van Jan Lunsche.
Reinder Jans Cluivinge en Lambertien Lunsche worden vermeld in De familie Lunsche, Drents Genealogisch Jaarboek 1995.
In 1632 wordt een rechtszaak aangespannen tegen Reinder Jansen door de mombers Jan Ebbinge, Arent Homan, Johan Landt en Johan Willingh over de nagelaten onmondige kinderen van wijlen Johan Lunsche wegens het wegnemen van koren en stro uit landerijen in Peizerwold. Reinders echtgenote Lambertijn, zuster van de pupillen, zou reeds uitgekocht zijn, wat Reinder bestrijdt.
In de grondschatting van 1646 wordt Reinder Jansen vermeld op een plaats ten zuiden van Vennebroek als meier van Willem Hindriks. Dit is de plaats aan de brink, bij de latere Brinkhovenlaan in Paterswolde.
In 1647 verkoopt Willem Hindriks zijn aandeel in het Kluivinge erf aan Reinder Jansen en Lambertien, op voorwaarde dat deze zijn broers en zuster uitkoopt en geen recht doet gelden op zijn kindsdeel in de goederen van Willem Hindriks aan de brink te Potterwolde (Collectie Harms). Bij de bezittingen in het Cluivinge erf is behalve het huis ook enig land, wat gedurig een bron van moeilijkheden zal blijken te zijn omdat Reinder Jansen zowel eigenaar als huurder is van door elkaar liggende landerijen.
In het grondschattingsregister van 1654 worden Reinder en Bernier Jansen samen vermeld bij het Cluivinge erf, waarbij Bernier in het oude huis en Reinder in een nieuw huis woont. Reeds in 1655 echter overlijdt Bernier zonder vrouw of kinderen na te laten en zegt de predikant Johannes Hoppenbrouwer de huur op met als argument dat Bernier de hoofdhuurder was. Hiertegen komt Reinder Jansen in het verweer en hij krijgt daarbij steun van de collatrice van de vicarie, Elisabeth Horrum genaamd Schram, weduwe Lugda, die vindt dat de aanstelling van de huurder onder het collatierecht valt. De uitvoerige processtukken waaronder afschriften van documenten van voor de reformatie met betrekking tot de Sint Catharina vicarie zijn bewaard gebleven in het Drents Archief, Etstoel inv. 134*. Het komt echter niet tot een rechtszitting en de situatie blijft onveranderd.
In 1681 komt het nogmaals tot een rechtszaak tussen de nieuwe predikant Petrus Bijlevelt en Lambertien Lunsche en haar zoon Jan Reinders, waarbij partijen elkaar ook aanklagen wegens gedane beledigingen. Een commissie van de Etstoel verklaart uiteindelijk dat een pacht- en koopbrief uit 1566 geldig is en Jan Reinders eigenaar blijft van het huis en de landerijen die hij tussen de huurgoederen bezit.
Waarschijnlijk is op enig moment toch het oude huis overgedragen aan de pastorie, want in 1742 is er een pastorieplaats onmiddellijk ten noorden van de Boterdijk, en is kleinzoon Reinder Cluiving eigenaar van de plaats ten noorden daarvan.
Ondanks de kennelijk zware lasten kunnen Reinder Jansen Cluivinge en later zijn kinderen hun bezit gedurig uitbreiden. Zo kopen zij aandelen in het veen of onland ten oosten van het Cluivinge erf gelegen en hooiland in het Neerwold, waar later het Paterswoldsemeer ontstaat. Reinder Jans koopt in 1663 het erf Het Grote Hoen in Eelde van Sicke Eisinge, rekenmeester van de Stad Groningen en Ommelanden en getrouwd met Rolijna Gebhardus. Dit is mogelijk de plaats die in 1630 eigendom is van luitenant Barolt Schuiringe en in 1646 van Schuiringe tot Groningen. Roelefijn Gebhardus wordt in 1641 genoemd in een verkoopakte in Peize als dochter van wijlen professor Jannes Gebhardus en Grietijn Schuiringe. Haar broers Roedolfes en Egbert Schuiringe treden op als voormombers (Collectie Harms). Sicke Eisinge is niet de gelijknamige zoon van Johanna Cluivinge, die een militaire carrière volgt. Deze plaats is waarschijnlijk de plaats die door kleinzoon Otto Cluiving wordt bewoond in 1744, ongeveer op de plaats van het huidige restaurant/bowlingcentrum De Waterburcht in Eelde.
In 1669 wordt Tonnis Jansen te Eelde aangeklaagd door de erfgenamen van Reiner Jansen Cluivinge te Paterswolde wegens achterstallige huur.
Lambertien Lunsche en haar zoons kopen in 1673 het huis de Brink in Paterswolde van de weduwen De Mepsche. Dit huis komt via kleindochter Grietje Jans Cluivinge in het bezit van de Bavinges in Peizerwold. De bijbehorende landerijen strekken zich uit tot aan de Boerdijk (latere Hoofdweg) en zijn vermoedelijk gelegen ten zuiden van de Duinstraat, waar later huizen staan met grondpacht verschuldigd aan de Bavinges.
In 1686 laat Lambertien Lunsche enige goederen van haar broer Abel Lunsche verkopen, vanwege nog uitstaande schulden i.v.m. de afkoop uit de ouderlijke goederen.
In 1692 (Vrijwillige Rechtspraak Anloo/Gieten/Zuidlaren) bekent Jantien Buitinge, huisvrouw van Jan Lunsche op Peizerhorst 600 gld. schuldig te zijn aan Lambertien Lunsche en haar beide zonen Jan en Bernier Reijnders Cluivinge.
In 1700 is er een zaak voor de Etstoel tussen Jan en Bernier Reinders Cluivinge, zoons van de overleden Lambertien Lunsche tegen Jan Schuiringe namens zijn broer Jan Lunsche van Groningen, voor de helft erfgenaam van zijn vader Abel Lunsche. Er is sprake van een nalatenschap van Hermen Peters.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Jan Reinders Cluiving (zie IIIa), overleden 1700 in Peize, begraven 25-7-1700.
2. Bernier Reinders Cluiving (zie IIIb), overleden 1705 in Paterswolde (tussen 1703 en 1709).
 
IIb  Jacob Jans Cluivinge, zoon van Jan NN (zie Ia) en Sophia Berniers.
Gehuwd 5-5-1633 in Groningen met Beertien Pieters, overleden 28-1-1679 in Groningen.
Huwelijk: Jacob Jansens in Heerstrate, daarvoor caveerde Derck Roelffs (getrouwd met zuster Jantien) en Berentijen Pieters van Bedum, daarvoor caveerde Evert Jacobs.
In de Nieuwe of Noorderkerk te Groningen bevindt zich onder de houten vloer (in 1952 tijdelijk verwijderd) grafsteen 99 met als opschrift: Anno 1679 den 28 januari is die deughsame vrou Beertien Pieters, de huisvrou van de E. solliciteur Jacob Jansen Cluivinghe in den Heere gerust. Verwachtende een salige opstandinghe door Christum Jesum.
In dezelfde kerk bevond zich tot 1943 een klok met het opschrift: Lucas van Hulten, Johan Cluivinghe, Hendrick Pott, voogden in der tijdt van de Nooder Kerck tot Groningen. Petrus Overney me fecit leovardiae anno 1674. Bron: Groninger Gedenkwaardigheden, A. Pathuis.
Jacob Jansen Cluivinge, brouwer in Groningen koopt van verschillende personen waardelen in het veen of onland gelegen tussen de Schelfhorst en het Cluivinge erf. In 1682 worden de bijbehorende aktes in Groningen opnieuw ingeschreven, vermoedelijk vanwege de vaststelling van de erfenis van zoon Johan. In 1681 maakt Johanna Dillinga al aanspraak op de erfenis van Olderman Johan Cluivinge (Etstoel Drenthe). Johanna Dillinga is Johanna Cluivinge, zuster van Jacob Jans Cluivinge. In 1684 verkoopt de landschrijver van Drenthe namens de crediteuren van Olderman Cluivinge deze aandelen aan Lambertien Lunsche en haar zoons Jan en Bernier Reinders Cluivinge en hun echtgenotes Hilleyen en Jantyen Spols. In een latere rechtszaak in 1758 over het weghalen van een boom uit dit onland wordt o.a. naar deze aktes verwezen.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Johan Jacobs Cluivinge, overleden 1681 in Groningen. Johannes Cluvingh wordt december 1658 lidmaat in Groningen, wonend "bij Drae".
Johannes Cluvinck wordt vermeld in de Groninger Archieven, Index 142, Giltrecht, buirmael en waterrecht van de Stad Groningen in 1661 (B).
In 1681 verzoekt Johanna Dillinga, vermoedelijk zijn tante Johanna Cluivinge, als naaste erfgename van olderman Johan Cluivinge aan de Etstoel het bezit van zijn nagelaten goederen. In 1683 wordt de grasvellige boedel van olderman Cluvink afgehandeld (Etstoel dl. 26, f. 173).
2. Petrus Jacobs Cluivinge, overleden 1667. Dr. Petrus Cluving wordt lidmaat in Groningen in december 1664, wonende bij der A.
Gehuwd 5-10-1665 in Groningen met Geertruida Oomkens, dochter van Pompejus Oomkens en Martje Jans, hertrouwd 27-3-1669 in Groningen (afkondiging) met Henricus Zandt.
Huwelijksafkondiging 16-9-1665 in Groningen: Petrus Cluvinghe en Geertruida Oomkens, waarvoor Tamme Oomkens als oom. Per attestatie 5-10-1665. Afkondiging in Winschoten 10-9-1665.
Huwelijkscontract in Winschoten, Rechterlijke Archieven V dd 7-9-1665 tussen Petrus Cluving, der beiden Rechten Doctor en Geertruit Oomkens. Aan de zijde van de bruidegom ondertekenen mede vader Jacob Jansen Cluving (ondertekent als Cluijvinghe), moeder Beertjen Pieters en broer Johan Cluivinghe, aan de zijde van de bruid vader Pompejus Oomkens, moeder Martje Jans (tekent als Martjen Omkens), oom Tammo Oomkens, oom Jan Bonkes?, oom Menso Udens, neef Claas Ottens Dijckhuisen, neef Egge Wilkens? en als getuigen Bartholt Andries en Mr. Bernh. Goltswerden.
 

Generatie III

IIIa  Jan Reinders Cluiving, overleden 1700 in Peize, begraven 25-7-1700, zoon van Reinder Jans Cluivinge (zie IIa) en Lambertien Lunsche.
Jan Reinders is Landdagcomparant (Paterswolde) in 1671 en 1674.
Hij ondertekent als eigenerfde mede het Haardstedenregister van Eelde 1691-1693, maar niet meer in 1694 (dan Roelef Abels).
Jan Reinders Cluiving wordt op 25 juli 1700 samen met Grietje Cluiving, de vrouw van Jan Baving begraven. In het bekken voor de armen wordt ruim 14 gld. gedaan. De armen van Peize krijgen 50 gld.
In 1738 is er een rechtszaak om uit te maken wie een deel van de (Boer)dijk bij Vennebroek in Paterswolde moet repareren en de boete moet betalen aan de Drost. Het gaat tussen Geert Roelofs, meier van Reinder Cluivinge en Reinder en ette Lucas Bavinge. De goederen zouden in 1691 zijn gescheiden, waarbij de Bavinges losse landen verkregen en Reinder Cluivingh huis en hof. Reinder Cluivingh krijgt ongelijk.

Gehuwd met Hillegien Spolts, dochter van Otto Spolts en Barber Willems.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Grietje Cluiving (zie IVa), overleden 1700 in Peize, begraven 25-7-1700.
 
IIIb  Bernier Reinders Cluiving, overleden 1705 in Paterswolde (tussen 1703 en 1709), zoon van Reinder Jans Cluivinge (zie IIa) en Lambertien Lunsche.
Brief E. Pelinck aan A. Harms 22-3-1976:
Schultearchieven Norg 224 I f. 142, 19-11-1703: Lt. Roelof Camper te Groningen en Bernier Cluvinge te Paterswolde kopen de plaats te Peest waar Roelof Habinge meier is. Idem, f. 151, 14-11-1709: Hendrik Jans te Peest, getrouwd met Jantien Ottens koopt halve plaats te Peest waar Roelof Habing meier is van Lt. Roelof Campers te Groningen, mandelig met de erfgenamen van Burnier Cluving.

Gehuwd 1670 met Jantje Spolts, dochter van Otto Spolts en Barber Willems.
Bernier Cluiving wordt vermeld in het Haardstedenregister Eelde 1691-1694. In 1697 worden Bernier Reijnders Cluivinge en Jantien Spolts te Paterwolde vermeld als uitleners bij een geldlening te Zuidlaren (Vrijwillige Rechtspraak Inv. 264).
Op 5-4-1670 wordt een huwelijkscontract gesloten tussen Bernier Reiners Cluvinge, z.v. wijlen Reiner Jansen Cluvinge en Lambertien Lunsche en Jantien Spols, d.v. wijlen Otte Spols en Berbertien Willems. Het contract wordt ondertekend door de bruidegoms moeder, broer Jan Reiners Cluiving en oom Reijner Lunsche en door de bruids moeder (ondertekening als Berber Willems), zwager Barelt Ebbinge en oom Jan Willems. (Collectie Harms).
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Otto Cluiving (zie IVb), overleden 1747 in Eelde.
2. Hilletje Cluiving (zie IVc), geboren in Paterswolde, overleden 5-6-1729 in Eext.
3. Reinder Cluiving (zie IVd), overleden 1742 in Noordlaren.
 

Generatie IV

IVa  Grietje Cluiving, overleden 1700 in Peize, begraven 25-7-1700, dochter van Jan Reinders Cluiving (zie IIIa) en Hillegien Spolts.
Gehuwd 1688 in Eelde of Peize (huwelijkscontract Paterswolde) met Jan Baving, overleden 1734 in Peize, begraven in de kerk 27-10-1734, zoon van Luitien Baving en Aaltien Willinge, hertrouwd 18-11-1703 in Peize met Harmtien Schuiringe, overleden 1734 in Peize, begraven 29-1-1734, dochter van Jan Schuiringe Haange en Ameltien Homan.
Jan Baving is Ette Noordenveld 1714-1730. In 1733 wordt hij als oud-ette aangeklaagd door de buren van Lieveren wegens het kappen van bomen (E. Pelinck in Ons Waardeel 1985, p.187).
Op 10-8-1688 wordt te Paterswolde (Potterwolde) een huwelijkscontract gesloten tussen Jan Bavinghe, zoon van wijlen Luitijen Bavinge en Aeltijen Willinghe met Grietijen Jan Cluivinghe, dochter van Jan Reijners Cluivinghe en wijlen Hilletijen Spolts. Ondertekenaars aan de zijde van de bruidegom zijn Jan Bavinghe, Roelf Pelenge, Jan Luinge en D. Willinge en aan de zijde van de bruid Jan Reinders Cluiving, Bernier Reinders Cluiving en Barelt Ebbing (Drents Archief, toegang 0294 Collectie Diversen, aanvulling, inv. 121).
In het haardstedenregister van Eelde van 1744 staat bij Paterswolde (na Brinkhoven, maar voor Lemferdinge): Jan Eitens, meier van Reinder ende Ette Lucas Baving. Ook later blijken verschillende huizen in de omgeving Duinkampen te zijn gebouwd met grondpacht verschuldigd aan nakomelingen van Lucas Baving.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Reinder Baving, overleden 1751 in Roden. In 1751 aangifte Collaterale Successie door broer Ette Lucas Baving van Peizerwold. Bewoner van het Blauwe Huis te Roden, zie Huizen van Stand.
Gehuwd 15-12-1746 in Peize met Elisabeth Maria Hofstede, geboren 1714 in Zuidlaren, gedoopt 26-12-1714, overleden 1746 in Roden, dochter van Johannes Hofstede.
Huwelijk: Reinder Bavinge en Maria Elijsabet Hofstee, in het bekken het zeer grote bedrag van 25 gld. 6 st.
2. Lucas Baving (zie Va), overleden 1763 in Peizerwold.
3. Hillechien Baving, overleden 1732 in Norg.
Gehuwd met Jan Peling, geboren 24-5-1704 in Norg, overleden 26-10-1778 in Norg, zoon van Egbert Peling en Wemele Wijntients, hertrouwd 29-6-1732 in Tolbert met Trijntien Alles, geboren 1702 in Den Holm, gedoopt Tolbert 27-8-1702, overleden 2-6-1787 in Norg, dochter van Alle Wijmers en Marietje Egberts.
In 1732 geven Reinder en Ette Lucas Baving te Peize de erfenis aan van hun zuster Hillechje Baving, getrouwd met Jan Pelengh te Norg. Zie ook Ned. Patriciaat 53, 1967.
 
IVb  Otto Cluiving, overleden 1747 in Eelde, zoon van Bernier Reinders Cluiving (zie IIIb) en Jantje Spolts.
Otto Cluiving wordt vermeld in het Haardstedenregister van Eelde van 1742 en 1744 wonend in het Zuideinde (aan de Hoofdweg tegenover Huis Ter Borch, waar zich nu restaurant/bowlingcentrum De Waterburcht bevindt) en met meiers in Eelderwolde, in het Register van Nieuwe Huizen in 1741 en 1745 en in het Register van Nieuwe Landerijen in 1747 (door hemzelf medeondertekend). Ook is hij Landdagcomparant in 1740. Het huis in Eelde betreft mogelijk Het Grote Hoen, in 1663 door grootvader Reinder Jansen aangekocht.
In 1748 woont schoonzoon (Ette) Jan Buiting in Eelde volgens de momberrekening van Jantien Cluivings kinderen. Ook de twee dochters van Jantien uit haar eerste huwelijk worden daar opgevoed. Ette Jan Buiting wordt in het Haardstedenregister van Eelde van 1754 vermeld. Hij keert voor 1763 terug naar Gieten.

Gehuwd 1703 met Jeigien Homan, geboren 1680 in Eext, gedoopt in Anloo, 7-10-1680, dochter van Jan Homan en Hindrikje Julsing.
Huwelijkscontract 10-4-1703 tussen Otte Cluvenge, zoon van wijlen Bernier Cluvenge en Jantien Spols als bruidegom en Jeitien Homan, dochter van wijlen de Ette Jan Homan en Hinderickien Julsenghe als bruid. Het woord wijlen lijkt niet correct voor Jan Homan, die als vader ondertekent en Ette is tot 1735 en evenmin voor Bernier Cluivinge, die ook ondertekent als vader (eventueel zou hier weduwe kunnen worden gelezen). Bernier Cluivinge treedt nog in november 1703 op bij de aankoop van een huis in Peest (Schultengerechten Norg). Bovendien wordt in de tekst van het huwelijkscontract Ette Jan Homan nog genoemd, die enkele weken voor het huwelijkscontract zijn vaste bezittingen door Ette Jan Alting laat vaststellen op 16000 gld. en wordt nog genoemd Bernier Cluvenge en sijn kinder zonder dat wordt gesproken van wijlen. Mogelijk betreft het hier een verschrijving.
Namens de bruidegom tekenen voorts Otte Cluvenge als bruidegom, Reinder Cluijvenge als broer, Jan Bavinge als neeve en Wicher Ebbinge als neefe, namens de bruid B. Homan als broer, F. Homan als oom en Willem Homan als oom en J. Alting zonder kwalificatie, mogelijk vanwege de waardebepaling.
Jeigien Homan wordt in 1703 uitgeschreven uit het lidmatenboek van Anloo, wonende in Eext (vertrokken naar Eelde). Zij is overleden voor 1728 wanneer Otto met zijn twee kinderen en Reinder met echtgenote Grietje Leving een erfscheidingsakte opstellen. Hierbij krijgt Otto, dan nog wonend in Paterswolde, de drie plaatsen in Eelderwolde en Reinder de mandelige (ouderlijke) plaats in Paterswolde.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Jantien Cluiving (zie Vb), geboren 1705 in Eelde, overleden 1760 in Eelde? (ongeveer 1760, tussen 1752 en 1763).
2. Hendrikje Cluiving (zie Vc), geboren 1706 in Paterswolde, gedoopt Haren 21-2-1706, overleden 1733 in Eelde.
 
IVc  Hilletje Cluiving, geboren in Paterswolde, overleden 5-6-1729 in Eext, dochter van Bernier Reinders Cluiving (zie IIIb) en Jantje Spolts.
Gehuwd 16-10-1710 met Barelt Julsingh Jans Homan, geboren 1677 in Eext, gedoopt 16-2-1677 in Anloo, zoon van Jan Homan en Hindrikje Julsing.
Barelt Homan volgt in 1713 zijn vader Jan Homan op als Ette voor Oostermoer. In 1735 neemt hij ontslag en wordt opgevolgd door zijn zoon Jan Homan.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Jan Barelts Homan, geboren 1713 in Eext, overleden 27-9-1760 in Zuidlaren. Schulte van Anloo, Gieten en Zuidlaren 1741-1760.
Gehuwd (1) 22-5-1750 in Zuidlaren met Gezina Homan, geboren 23-7-1716 in Vries, overleden 24-5-1754 in Zuidlaren, dochter van Lucas Homan en Lammigje Homan.
Gehuwd (2) 7-9-1760 in Zuidlaren (afkondiging) met Johanna Margrieta Willinge, geboren 8-3-1725 in Peize, overleden 11-10-1789 in Hulst, dochter van Jan Willinge en Margaretha Crans, hertrouwd 25-2-1767 in Peize met Hero Waslander, geboren 1729 in Leeuwarden, gedoopt 13-4-1729, zoon van Ferdinand Waslander en Sytske Sterringa.
Huwelijksafkondiging:
Jan Homan van Zuitlaren, weduwnaar van Gesina Homan, schulte van Anlo en Johanna Margrieta Willinge van Peijse, bruidegom overleden voor de huwelijksvoltrekking.
2. Barnier Homan, geboren 1714 in Eext, gedoopt 15-7-1714 in Anloo.
3. Jeigje Homan (zie Vd), geboren 1716 in Eext, gedoopt 24-5-1716 in Anloo, overleden 16-4-1789 in Vries.
4. Barelt Homan, geboren 1718 in Eext, gedoopt 10-7-1718 in Anloo.
 
IVd  Reinder Cluiving, overleden 1742 in Noordlaren, zoon van Bernier Reinders Cluiving (zie IIIb) en Jantje Spolts.
Reinder Cluiving is van 1719-1728 boekhouder van de diakonie van de kerk van Noordlaren.
Hij is in 1737 medemomber over de kinderen van de dochter van Otto Cluiving, Jantien Cluiving, uit haar eerste huwelijk, zie Genealogie Huising. Op 18 november 1741 wordt de eerste rekening opgemaakt, Reinder Cluiving niet aanwezig. Bij het opmaken van de tweede rekening in 1748 wordt vermeld dat Reinder Cluiving is overleden en wordt zijn schoonzoon Lucas Hamming medemomber.
In het Haardstedenregister van 1742 en 1744 van Eelde wordt vermeld Geert Roelofs, meier van wilen Reinder Cluiving met 4 paarden in Paterswolde (de ouderlijke boerderij).

Gehuwd 30-7-1713 in Noordlaren met Grietje Leving, geboren 1690 in Noordlaren, gedoopt 2-3-1690, dochter van Otto Leving en Avien Leving.
Reinder Cluiving is bij huwelijk afkomstig van Paterswolde. Huwelijkscontract 16-6-1713 tussen Reinder Cluivinck, zoon van Bernier Cluivinck en Jantien Spolts en Grietien Levinge, dochter van Otto Levinge en Aeffien Levinge. Getuigen zijn aan de zijde van de bruidegom: Otto en Hillegien Cluivinck als broer en zuster, Bareld Hooman als zwager en Jan Bavinck als neef, aan de zijde van de bruid de schulte Reind Sluis en Aeffien Levinge als schoonvader en moeder, Jacob Levinck als oom, Otto Buitinck als voormond en neef en Pieter Jansen als voogd. Volgens Selwerder Landrecht is hiervan de stok gelegd voor de getuigen R. Rummerinck, gezworene Jan Sijberinck en Aeldert Westerbrinck (collectie Harms, recent afschrift).
De naam van de tweede dochter, Barelina, is afkomstig van de grootmoeder van Grietje Leving aan moederszijde: Bareltjen Stevens, van Zuidvelde, op 12-10-1662 in Noordlaren getrouwd met Louwrens Levinge (op 15-11-1663 is in Noordlaren gedoopt Aeffjen, dochter van Lourenz Leving en Bareltjen Stevens met stipulatie van Grietjen Henriks, huisvrouw van Jan Coops). De andere grootouders zijn Hindrick Levingh, op 7-5-1665 in Noordlaren getrouwd met Grietjen Buijtingh, van Buinen (op 20-9-1668 is in Noordlaren gedoopt Otto, zoon van Hendrick Levingh en Greetien tot Noordlaren). Grietje Leving is waarschijnlijk het enige kind van Otto Leving en Avien Leving, getrouwd in Noordlaren op 11-11-1688. Avien hertrouwt 4-11-1703 in Kropswolde met schulte Reint Sluis.
In 1743 vragen Baerolina Cluivinge en Otto Cluivinge hun eigen administratie te mogen doen nadat hun vader is overleden. Het verzoek wordt medeondertekend door Lukas Hamming, Otto Cluiving (oom) en J(an) Buiting. Er wordt een zeer uitgebreide inventaris van 13 pagina's opgemaakt met goederen in Drouwen, Zuidlaren, Paterswolde, Peize, Wolfsbarge en Noordlaren en verschillende obligaties. Hun oom Jacob Levinge woont nog bij hen (Collectie Harms).
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Jantien Cluiving (zie Ve), geboren 1717 in Noordlaren, gedoopt 7-3-1717, overleden 1746 in Glimmen.
2. Barelina Cluiving, geboren 1719 in Noordlaren, gedoopt 17-7-1719, overleden 11-9-1795 in Groningen. Van het overlijden van Barelina Cluiving, in de herfst van 1795 overleden, wordt in Eelde voorlopige aangifte Collaterale Successie gedaan door Hendrik Oeges (Uges) namens Otthe Hoenderken en cons. met de aantekening: de eindaangifte laat echter op zich wachten. Er is ook een aangifte in Zuidlaren op 22-10-1795 door (broer) Otte Cluvinge. De uiteindelijke aangifte is op 26-12-1795 in Zuidlaren door Otte Hoenderken van Noordlaren, mede namens weduwe Hammink van de Punte, en de kinderen van Otte Cluivinge te Noordlaren. Volgens deze aangifte is Barelina 11-9-1795 in Groningen overleden.
Gehuwd 17-6-1765 in Noordlaren met Harmannus Meijer, geboren 1711 in Oudeschans, gedoopt 13-3-1711, zoon van Jan Meijer en Wilmke Jans, eerder getrouwd 30-4-1738 in Groningen met Grietje Smidt, geboren 1709 in Groningen, gedoopt 29-9-1709, dochter van Gerrit Gerrits Smidt en Elsje Goutier.
Huwelijk: Harmannus Meijer van de Oudeschans en Barelina Cluivinge van Noordlaren. Ook afkondiging in Groningen: Harmannus Meijer van de Bellingewolder Schans en Barolina Cluvinge van Noordlaren, pro qua Cornelius Tiddens als daer toe versogt.
In het huwelijkscontract, Groningen, 28-5-1765, wordt o.a. bepaald dat de kinderen uit het huwelijk van de bruidegom eenzelfde deel zullen erven als zijn dochter uit het eerdere huwelijk Willemina Meijers. Namens de bruidegom treden op J. L. Hoising als schoonzoon, Willemina Hoisinge (Meijer) als dochter en Jan Smith als zwager, aan de zijde van de bruid Otte Cluiving als broeder, F. Hamming als hooftmomber over de kinderen van L. Hammink en J. Cluivink, B. Homan als neef, A. Hilbing als voogd over de kinderen van de gezworene L. Hammink en Jantien Cluiving. Volgens een verkoopbrief van 1771 verkoopt mons. Jan Leving Hoising een boerenplaats aan koopman Harmannus Meijer (dus zijn schoonvader) voor 4000 gld. voor welk bedrag diverse verzegelingen en obligaties worden ingelost.
Het huwelijk van Harmannus Meijer en Barelina Cluiving is niet erg harmonieus en er is op zijn minst onenigheid over het beheer van de goederen die door Barelina ingebracht zijn en grotendeels nog ongescheiden erfgoed zijn. Al in 1779 maakt broer Otto Cluiving zijn testament op waarin hij zijn goederen nalaat aan de kinderen van zijn zuster Jantien Cluiving onder voorwaarde dat Barelina het vruchtgebruik krijgt van de helft en wordt haar echtgenoot ten allen tijde uitgesloten van het beheer en onterft en mag ten allen tijden niet in het minst van zijn nalatenschap profiteren. Barelina ondertekent eveneens. In 1783 sluiten Barelina en Harmannus een overeenkomst na juridisch advies ingewonnen te hebben om al hun goederen te scheiden en ieder zelf te administreren. Zij zullen ook niet van elkaar erven. Wel zal Harmannus haar assisteren in rechtszaken indien dit nodig is. In 1787 klaagt Barelina Harmannus aan omdat hij de overeenkomst niet nakomt.
Bron: Drents Archief, 330 Archief Hoenderken, inventaris 62, de nalatenschap van Barelina Cluiving met verschillende oudere stukken, o.a. een kopie van het huwelijkscontract en bovengenoemde verkoopbrief.
3. Otto Cluiving (zie Vf), geboren 1723 in Noordlaren, gedoopt 26-9-1723, overleden 1790 in Noordlaren (tussen 1788 en 1795).
 

Generatie V

Va  Lucas Baving, overleden 1763 in Peizerwold, zoon van Jan Baving en Grietje Cluiving (zie IVa).
Ette Noordenveld 1732-1763.
Gehuwd (1) 8-2-1736 in Peize met Rolina Margaretha Meseroy, geboren 1703 in Roden, overleden 1736 in Peize, begraven 22-11-1736, dochter van Henricus Meseroy en Margaretha Alting.
Huwelijkscontract in Drents Archief, Archief Meseroy, Roden, 11-1-1736.
Lucas Bavinge, lid van de Loffelijke Etstoel van de Landschap Drenthe van Peijserwold, z.v. wijlen de Ette J. Bavinge en Gretijn Cluivinge en Juffer Roelina Mezeroij, d.v. wijlen de Hr. Hinderk Mezeroij schults van Roden en Roderwolde en Margareta Altingh. Getuigen aan de zijde van de bruidegom zijn Reinder Bavinge, broer, Roelef Luinge, volle neef, Jan Ebbinge wegens zijn vrouw Jeijgijn Luinge, volle nicht en de schults J. Willinge en aan de zijde van de bruid Johannes Joestinus Schavola, noie uxoris Froukijn Mezeroij als bruids zwagers en suster, de Hr. oud schults Willem Altingh als oom, Hinderika Mezeroij, wed. Hr. Luitenant Folkers als moei (tante), de landmeter Atlas noie uxoris Johanna Folkers als volle nicht.

Gehuwd (2) 13-5-1739 in Roderwolde met Casparina Reinders, overleden 1740 in Peize, begraven 14-5-1740, dochter van Arnoldus Reinders.
Huwelijk: Lucas Bavinge, medelit van den Loflijken Etstoel en Casparina Reiners, dogter van wijlen Ds. A. Reiners, vroeger pred. te Oldenzaal.
Zoon Jan Baving woont in 1748 bij zijn tantes Alijda en Gesina Reijnders in Oldenzaal, evenals zijn achterneef Eilerd Westerlo, die later dominee werd en emigreerde naar Amerika, zie Volkstelling 1748, Stad Oldenzaal (Historisch Centrum Overijssel) en Eilardus Westerlo (1738-1790) From Colonial Dominee to American Pastor (proefschrift van R. A. Naborn, VU Amsterdam, 2011).

Gehuwd (3) 31-8-1747 in Peize met Johanna Hemsing, overleden 1780 in Peize, begraven 12-9-1780, dochter van Johannes Hemsing en Roelina Willinge.
Huwelijk: De E. Ette L. Bavinge en de E. juffer Johanna Hemsink, in het bekken 24 gld.
Op 12-9-1780 wordt Johanna Hemsink, weduwe van de Ette Lukas Bavink begraven, in het bekken 39 gld. De diaconie ontvangt 6 gld. boete omdat zij te laat, d.w.z. langer dan 6 dagen na het overlijden is begraven. De nagelaten kinderen betalen voor het laken.
In hetzelfde jaar verzoeken de jufferen Aaltjen en Johanna Henderika Bavingh, kinderen van de overledene Ette L. Bavingh en vrouw J. Hemsing, 24 en 23 jaar oud, aan de Etstoel om hun eigen administratie te mogen doen en van de voogdij te mogen blijven ontheven.
Kinderen uit het tweede huwelijk:
1. Jan Baving, geboren 1740 in Peize, overleden 15-8-1810 in Zuidvelde. Op 27 november 1764 is er uitspraak in een zaak voor de Etstoel over het aandeel in de erfenis van Jan Bavinge, nog minderjarige zoon van Ette Lucas Bavinge en Casparina Reinders, welke zaak door de hoofdmomber Ds. Arnoldus Reinders en de medemombers Jan Luinge, Bartelt Ebbinge en Hindrik Ebbinge in de minne wordt geschikt met de weduwe juffrouw Johanna Hemsink, optredend voor zichzelf en voor haar kinderen. Jan Bavinge krijgt de plaats te Yde door Eevert Roelofs gebruikt met alles wat er bij hoort en na het overlijden van juffrouw Hemsink de halve plaats te Vries mandelig met Ds. Oortwijn en consorten en de Tende van Omans? groot 3 mudde en 1 schat en nog 1000 rijksdaalders. Jan Baving doet tevens afstand van het recht zijn halfzusters te mogen afkopen. De overeenkomst wordt op 12 februari 1765 ondertekend door de partijen.

Op 24 juni 1766 maakt de inmiddels meerderjarig geworden Jan Baving bezwaar tegen het feit dat de plaats te Yde door Evert Roelofs gebruikt belast zou zijn met het weiden van een koe door de meijer van een plaats mandelig tussen (nu) Johanna Hemsing en Arend Homan, wat zoals achteraf bleek sinds de gezamenlijke aankoop in 1715 het geval was. Dit was niet bedongen bij de hiervoor gemaakte schikking. Jan Baving krijgt hierin gelijk.

Gehuwd 1-1-1767 in Norg met Trijntje Suiverding, geboren 1737 in Zuidvelde, gedoopt Norg 19-5-1737, overleden 7-10-1812 in Zuidvelde, dochter van Nicolaas Suiverdink en Jantien Datema.
Jan Baving is bij overlijden ruim 70 jaar, nalatende een kind.
Kinderen uit het derde huwelijk:
2. Jan Hemsing Baving, overleden 15-4-1797 in Peize, begraven 17-4-1797. Op 23-1-1786 verkoopt de heer J. H. Bavingh mede voor zijn zwagers en zuster een stukje land in Paterswolde aan Berend Jans Aaldring, waarop zijn huis staat en dat tot dan toe in grondpacht was.
Gehuwd (1) met Henrica Ebbinge, overleden 1787 in Peize, begraven 16-6-1787, dochter van Jan Ebbinge en Hermanna Tabingh.
In 1775 kopen de Hr. J. Hemsink Bavinge en juffr. Henrica Ebbinge een plaats in Peizerwold van de Hr. Luitenant Th. Alberthoma, die hij eerder heeft gekocht van wijlen Allert Bavinge.
Op 16-6-1787 wordt Hijnderika Ebbinge, vrouw van H.J. Hemsing begraven. Op 7-8-1787 betaalt Jan Hemsing Baving voor het begraven van zijn vrouw in de kerk te Peize (Hervormde Gemeente Peize, inv. 101). Op 13-10-1787 geeft de Heer J. H. Baving de erfenis aan van zijn E. vrouw, begroot op 3000 gld. (OSA 1025, Collaterale Successie Peize).
In de momberrekening over Jan Ebbinge, zoon van Ette Frederikus Ebbinge en Margaretha Lubbers is sprake van inkomsten op 20-11-1798 van verkochte goederen van de lijftucht van Bavinge, eenderde en (maal) eenvierde deel, 207 gld. De overleden echtgenote is blijkbaar ook een dochter van Jan Ebbinge en Hermanna Tabingh. Dit klopt met het gegeven dat de drie kinderen van Frederikus Ebbinge en Margaretha Lubbers bij de inventarisatie in 1789 eenvijfde van de mandelige goederen bezitten en eenvierde van de erfenis van hun grootmoeder (Hermanna Tabingh), die in 1789 is overleden. Ook betaalt J. H. Baving in 1789 de kosten voor het begraven in de kerk van Hermanna Tabingh.
Op 17-4-1797 wordt Jan Baving begraven, in het bekken ruim 36 gld. zijn weduwe betaalt voor het laken en betaalt nog 14 gld. aan de diaconie vanwege een testament tussen J. Baving en zijn eerste vrouw.

Gehuwd (2) 31-7-1788 in Peize met Marchien Gelmers, geboren 1767 in Peize, overleden 15-12-1812 in Wehe, Leens, dochter van Bareld Gelmers en Jeichien Lunsche, hertrouwd 26-4-1802 in Peize met Eppo Wiltes Lubbers, geboren 1761 in Groningen, gedoopt 25-12-1761, overleden 13-10-1825 in Wehe, Leens, zoon van Cornelius Lubbers en Lamberdina Ebbinge.
Huwelijk: J.H. Baving en Margien Gelmers.
Van 1774 tot 1794 wordt Jan Hemsing Baving vermeld in het Haardstedenregister van Peize, in 1774 als Hr. J. H. Bavinge met 2 paarden, vermeld voor zijn moeder, weduwe Bavinge, in 1784 en 1794 als Hr. Bavinge met 3 paarden. In 1797 M. Gelmers, 30 jaar, boerebedrijf, weduwe met 1 kind. In 1804 G. Gelmers, in 1807 Gelmer Gelmers gehuwd met 4 kinderen, eigenaar E.W. Lubberts, predikant te Wehe.
Op 8-6-1797 doet weduwe J. H. Bavinge te Peizerwold rekening i.p.v. haar overleden echtgenoot, die hoofdmomber was over Frederika Gelmers. Nieuwe hoofdmomber wordt dan Gelmer Gelmers, terwijl Roelof Gelmers nieuwe medemomber wordt.
Op 21-3-1802 worden te Peizerwold mombers benoemd over Johanna Jeddina Bavinge in het 10de jaar, dochter van J. H. Bavinge en mej. M. Gelmers, die gaat hertrouwen met de predikant E. Wiltens Lubbers van Wehe. Hoofdmomber is de predikant F. Snetlage van Leens, medemombers zijn Dr. P. Gasinjet, G. Gelmers en Roelof Gelmers. Bij de bezittingen zijn het huis en hof met de oude lanen en goorden in het Peizerwold door haar zelfs (Marchien Gelmers) bewoond, twee keuterijen in Peize, resp. bewoond door Hindrik Coobs en door Coobe Geerts, een keuterij in Paterwolde door Lucas Hendriks bewoond, en een halve keuterij te Eelde, mandelig met predikant F. Snetlage, tenslotte de grondpagt van de keuterij in Paterwolde van Pieter Pot, verschillende landerijen en obligaties van ruim 2500 gld.
3. Grietina Anna Baving, overleden in Leeuwarden. In 1807 wordt in Vries het Polling Erf verkocht door oud ette Jan Baving en zoon Lucas Baving van Zuidvelde als zaakgelastigden van Reitse Bloemberg en Pieter Wijbrands van Leeuwarden, curatoren van de minderjarige kinderen van G. Bisschop en G. A. Baving, in leven echtelieden te Leeuwarden.
Gehuwd (1) 10-7-1774 in Roderwolde met Everhardus Keyert.
Huwelijk: Hr. en Mr. Everhardus Keijert, advocaat voor den hove van Vrieslant en juffr. Gretina Anna Bavinge van Peiserwolt.
Huwelijksafkondiging in Leeuwarden: Everhardus Keyert, advocaat van Leeuwarden en Grietiena Anna Bavinga van Peizerwold, getrouwd te Roderwolde.

Gehuwd (2) 1-7-1781 in Oosterwierum met Christoffel Bisschop, geboren 1746 in Zutphen, gedoopt 9-1-1746, overleden 30-8-1801 in Leeuwarden, begraven 4-9-1801, zoon van Hendrik Louis Bisschop en Femia Coolhaas, eerder getrouwd 30-10-1774 in Leeuwarden met Hiske Hickaart, geboren 1749 in Leeuwarden, gedoopt 8-1-1749, dochter van Theodorus Hickart en Johanna Maria van der Ley.
Huwelijksafkondiging 1-7-1781 in Leeuwarden: Christoffel Bisschop van Leeuwarden en Grytina Anna Bavinga van Leeuwarden, getrouwd in Oosterwierum.
Gegevens Christoffel Bisschop van Kwartierstaat van Fardo Meindersma.
4. Roelina Baving, overleden 1770 in Peize, begraven mei 1770. In mei 1770 wordt een dochter van weduwe Baving begraven, in het bekken ruim 24 gld. In 1771 geeft juffw. de wed. Bavinge in het Peijserwold de erfenis aan van 7000 gld. van haar dochter Roelina, die op haar overige kinderen is overgegaan en betaalt daarvan de 30ste penning a 233 gld.
5. Anna Hillegonda Baving, overleden 1-6-1790 in Peize, begraven 7-6-1790.
Gehuwd 9-7-1780 in Peize met Petrus Gasinjet, geboren 1743 in Oosterwolde, gedoopt 16-12-1743, overleden 3-2-1819 in Peize, zoon van Gijsbertus Gasinjet en Christofora Brouwer, hertrouwd 24-12-1802 in Peize met Aagje Fennema, geboren 12-9-1774 in Nieuweschans, gedoopt 18-9-1774, overleden 11-8-1853 in Peize, dochter van Derk Tjaards Fennema en Aaltje Suijningh.
Huwelijk: Meester Pieter Gaseijet van Osterwolde en Juffer Anna Hillegonda Baaving, in het bekken 14 gld.
Op 7-6-1790 wordt juffrouw Gasinjet begraven.
Op 28-12-1802 worden mombers aangesteld vanwege het hertrouwen van Mr. P. Gasinjet, weduwnaar van A.H. Bavinge met A. Fennema van Nieuweschans. De kinderen zijn Lucas 19, Johanna Christoffera 16 en Gijsbertus Carel Ferdinand 13. Hoofdmomber is predikant Snethlage van Leens, medemombers zijn Jan Bavinge van Zuidvelde, L. van Diepenbrugge te Peize en provisioneel Roelof Luinge wold. Op 4-5-1803 wordt L. van Diepenbrugge wegens overlijden vervangen door Jan Hindriks Bakker.
6. Aaltje Baving, geboren 1756 in Peize, overleden 13-11-1826 in Baflo.
Gehuwd 26-3-1786 in Roden met Fredericus Snethlage, geboren 1759 in Odoorn, overleden 13-7-1825 in Den Andel, zoon van Wilhelmus Snetlage en Johanna Ebbinge.
Huwelijksafkondiging te Leens, 26-03-1786: Fredericus Snethlage, Predikant te Leens tr Aaltje Bavinge, "na driemalige kondiging attestatie gegeeven na Rhoden in 't Landschap Drenthe alwaar zij op den zelvden dag zijn gecopuleert". In 1804 vertrekken Fredericus Snethlage en Aaltje Baving naar Ditzum. Predikant Fredericus Snethlage treedt in 1813 op als oom en voogd van de bruid Johanna Jeddina Baving en woont dan in Den Andel, gemeente Baflo.
Op 19-1-1828 wordt door notaris H. Hagenouw Brongers te Winsum de notariële akte opgemaakt van de publieke veiling van vaste goederen uit de erfenis van Aaltje Baving en Fredericus Snethlage. Als erfgenamen van Aaltje Baving zijn aanwezig Lucas Baving, landbouwer te Norg, Johanna Christoffora Gasinjet, geassisteerd door haar echtgenoot Jonkheer Vitus Valerius van Cammingha, grietman van Leeuwarderadeel, wonende te Huisum, Richard Bisschop, negotiant te Leeuwarden en Lucretia Johanna Bisschop te Amsterdam. Voorts zijn aanwezig Johannes Snethlage, predikant te Pieterburen en Hermanna Snethlage te Pieterburen als erfgenamen van Fredericus Snethlage en tenslotte Catharina Johanna Wilhelmina van Glockman als moeder en voogdes, geassisteerd door haar echtgenoot mr. Hendrik Tonckens, burgemeester van de gemeente Eelde als mede voogd over de minderjarige Lodewijk Carel Ferdinant Gasinjet, zoon van wijlen Gijsbertus Carel Ferdinant Gasinjet en Catharina Johanna Wilhelmina van Glockman (met dank aan Sietse Dijk voor deze informatie).
7. Johanna Hendrika Baving, geboren 1757 in Peize, overleden 1795 in Coevorden.
Gehuwd 12-4-1789 in Leens met Gerrit Wildrik, geboren 1744 in Coevorden, gedoopt 5-7-1744, overleden 3-3-1834 in Coevorden, zoon van Wildrik Wildrik en Grietien Hartgers, hertrouwd 14-12-1796 in Het Laar, Bentheim met Anna van Ulzen, geboren 1761 in Coevorden, gedoopt 4-10-1761, overleden 20-6-1832 in Coevorden.
Huwelijk: Gerrit Wildrik van Coevorden en de Juffer Johanna Hinderika Bavinge, woonachtig te Leens.
In 1798 verkopen de erven van J.H. Baving, in leven huisvrouw van G. Wildrik te Coevorden, in een publieke verkoping een half boerenerf te Yde aan Berent Ensing en Ate Sjabbes te Peize.
 
Vb  Jantien Cluiving, geboren 1705 in Eelde, overleden 1760 in Eelde? (ongeveer 1760, tussen 1752 en 1763), dochter van Otto Cluiving (zie IVb) en Jeigien Homan.
Jantien Cluiving is vermoedelijk rond 1760 overleden. In 1752 verpacht Jan Buiting namens zijn vrouw de Elsborg in Eelderwolde. In Schultenprotocollen 266 deel 7, folie 269 lijkt Jantien Cluiving bedoeld te worden wanneer in 1767 de inventaris wordt opgemaakt van de rond 1760 overleden schulte Jan Homan uit Zuidlaren. In de inventaris, die is afgeleid van een inventarislijst door Jan Homan zelf opgesteld kort voor zijn overlijden, komt een post voor: "Op Eexterveen: Een veenplaatse ... sijnde mandelig met de vrouw van Ette Buiting en cons."
In 1763 is er een schuldovereenkomst tussen Wibbegien Roelefs en de eigenaren van de door haar bewoonde plaats in Eelderwolde. Als eigenaren worden de kinderen genoemd van Jantien Cluiving: Hindrik Huisingh, Lamberdina Huising, Jeigje Huisingh, getrouwd met Albert Aling, Otte Buiting, Frerikje en Hendrikje Buiting.

Gehuwd (1) met Lambert Huising, geboren 1691 in Gieten, gedoopt 26-7-1691, overleden 1734 in Gieten, begraven 11-6-1734, zoon van Hindrick Lamberts Huising en Willemtien Hidding, eerder getrouwd met Willemtjen Meijers, geboren in Bonnen, dochter van Barelt Meijers en Gijsseltien Meijering.
Lambert Huising is Ette Oostermoer 1725-1733. In 1737 wordt schulte Jan Aling hoofdmomber over hun kinderen en worden medemombers: Ette Barelt Homan (getrouwd met Hilletje Cluiving, zus van Otto Cluiving), Harmen Hidding en Reinder Cluiving.
Reinder Cluiving is voor 1748 overleden. Jan Homan uit Eext wordt in 1748 als medemomber (opvolger van zijn vader?) ontslagen. Dan worden als nieuwe mombers aangesteld: Hoofdmomber Barnier Homan van Eext, medemombers ette Jan Buiting van Eelde en de gezworene Lucas Hamming van De Punt (schoonzoon van Reinder Cluiving).

Gehuwd (2) 16-1-1737 in Eelde met Jan Buiting, geboren 1712 in De Veenhof, Gieten, zoon van Otto Buiting en Frederika Alinge Meijering, hertrouwd 24-4-1763 in Wildervank met Willemtien Wolters.
Kinderen uit het eerste huwelijk:
1. Jeigien Huising (zie VIa), geboren 1731 in Gieten.
2. Hendrik Lamberts Huising, geboren 1733 in Gieten, gedoopt 1-2-1733, overleden 1810 in Gieten (tussen 1807 en 1811). Van 1754-1804 in het Haardstedenregister van Gieten, in 1798 66 jaar, ongehuwd. Hij wordt ook vermeld in de Cohieren van Vaste Goederen Gieten 1807, evenals in 1798 op nummer 22. Ook worden in dat jaar Hendrik Huizing en cons. uit Gieten genoemd als eigenaren van goederen in Eelde die eerder aan zijn grootvader Otto Cluiving toebehoorden.
3. Lamberdina Huising, geboren 1734 in Gieten, gedoopt 10-10-1734.
Kinderen uit het tweede huwelijk:
4. Otto Buiting, geboren 1738 in De Veenhof, gedoopt in Gieten, 9-2-1738, overleden 28-2-1738 in Gieten.
5. Frerikje Buiting, geboren 1739 in De Veenhof, gedoopt 29-3-1739 in Gieten.
Gehuwd 7-5-1775 in Gieten met Hendrik Hommes, geboren 1729 in Emmen, gedoopt 7-8-1729, zoon van Marisse Caspers Hommes en Jantje Hendriks.
Huwelijk: Hendrik Hommes en Freerkien Buiting van de Veenhof.
Hendrik Hommes in het Haardstedenregister van Gieten als winkelier, koopman of met nering in 1764 aanslag voor 3 paarden, in 1794 aanslag voor 5 paarden.
6. Otte Buiting, geboren 1741 in De Veenhof, gedoopt 1-10-1741 in Gieten.
7. Otto Buiting (zie VIb), geboren 1743 in De Veenhof, gedoopt 16-6-1743 in Gieten, overleden 12-7-1819 in Bonnen, Gieten.
8. Hindrikje Jans Buiting (zie VIc), geboren 1745 in De Veenhof, gedoopt 1-10-1745 Gieten, overleden 18-4-1809 in Anloo.
 
Vc  Hendrikje Cluiving, geboren 1706 in Paterswolde, gedoopt Haren 21-2-1706, overleden 1733 in Eelde, dochter van Otto Cluiving (zie IVb) en Jeigien Homan.
Gehuwd met Hermannus Hilbrants, overleden 1763 in Assen, begraven 17-11-1763, zoon van Cornelis Hilbrants en Elizabeth Dassen, hertrouwd 30-6-1736 in Assen met Gebbina Oortwijn, dochter van Lambert Oortwijn en Megtelina Geertruida Dassen.
Doopboek Haren: Hendrikkien, d.v. Otto Cluiving en Jeigien Homans, echtelieden tot Paterwolde, gedoopt in Haren wegens absent pastorie.
Zij overlijdt in 1733 na de geboorte van een tweeling. De kinderen moeten daarvoor zijn overleden, want in 1734 geeft Otto Cluiving te Paterswolde namens zijn dochter Jantien Cluiving de erfenis aan van haar zuster Hendrikje, getrouwd met Harmannus Hillebrands te Eelde.
In het Drents museum bevinden zich twee zilveren schilden afkomstig van een beslag van een boekband met de wapens van Cluiving (een boom met eikels) en van Homan. Op het oorspronkelijke beslag was de tekst aanwezig "Hindrickjen Cluiving, Ao 1721" (Nieuwe Drentse Volksalmanak 1958, deel 2, p. 106-109).
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Hendrikus Hilbrants, geboren 1733 in Eelde, gedoopt 19-4-1733, overleden 1733 in Eelde.
2. Hendrikje Hilbrants, geboren 1733 in Eelde, gedoopt 19-4-1733, overleden 1733 in Eelde.
 
Vd  Jeigje Homan, geboren 1716 in Eext, gedoopt 24-5-1716 in Anloo, overleden 16-4-1789 in Vries, dochter van Barelt Julsingh Jans Homan en Hilletje Cluiving (zie IVc).
Gehuwd 23-3-1745 in Vries met Freerk Homan, overleden 13-6-1794 in Vries, zoon van Lucas Homan en Lammigje Homan.
Meer kinderen.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Hillegonda Homan, geboren 1754 in Vries, gedoopt 28-7-1754, overleden 1801 in Zuidlaren. Vries, doopboek (1721-1811; DTB 153), 28 juli 1754, pagina 78
Gedoopt: Hillegonda, dochter van Frerik Homan.

Gehuwd 18-6-1790 in Zuidlaren met Willem Sissing, geboren 1758 in Zuidlaren, gedoopt 8-1-1758, zoon van Lucas Sissing en Aaltje Willems Dekker, hertrouwd 7-6-1802 in Zuidlaren met Ida Baving, geboren 1762 in Taarlo, gedoopt Vries 1-8-1762, overleden 23-2-1831 in Taarlo, Vries, dochter van Willem Baving en Aaltje Harders.
 
Ve  Jantien Cluiving, geboren 1717 in Noordlaren, gedoopt 7-3-1717, overleden 1746 in Glimmen, dochter van Reinder Cluiving (zie IVd) en Grietje Leving.
Gehuwd 16-7-1741 in Noordlaren met Lucas Hamming, geboren 1704 in De Punt, gedoopt 14-9-1704 in Noordlaren, zoon van Thale Hamming en Aafje Abbring.
Huwelijk: Lacas Hammink de Gesworene van de punte en Jantjen Cluivinge van Noord-Laren.
Lidmatenboek Noordlaren: Jantjen Cluivinge aangenomen als lidmaat 12-3-1741, overleden 1746.
In 1757 wordt de boedel opgemaakt van wijlen Lukas Hammink en Jantien Cluiving (Drents Archief, archief Hoenderken).
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Tale Hamming (zie VId), geboren 16-5-1742 in De Punt, gedoopt Noordlaren 20-5-1742.
2. Grietje Hamming (zie VIe), geboren 1745 in De Punt, gedoopt Noordlaren 24-2-1745, overleden 29-8-1820 in Noordlaren, Haren.
 
Vf  Otto Cluiving, geboren 1723 in Noordlaren, gedoopt 26-9-1723, overleden 1790 in Noordlaren (tussen 1788 en 1795), zoon van Reinder Cluiving (zie IVd) en Grietje Leving.
In 1777 wordt Reinder Cluiving Hoenderken geboren, zoon van Grietje Hamming, dochter van zus Jantien Cluiving. De nog levende mannelijke leden van de familie Kluiving zijn dan al op leeftijd en ongetrouwd.
In het Haardstedenregister van Eelde van 1784 staat: In Neerwolt Hendrik Oeges behuisinge die in den jare 1784 door Otte Cluivinge en consorten gebouwt is in het zoogenaamde Tuintje te Paterwolde ten oosten van de Woltsloet (dus ten oosten van de huidige provinciegrens met Groningen, gemeente Haren). In 1807 (Kohieren van Vaste Goederen) wordt het andere huis van de kinderen van weduwe Cluiving en consorten het oude huis genoemd, met onder een dak maar liefst 5 huisnummers. In 1857 worden deze huisnummers weer samengevoegd, maar wonen er nog steeds meerdere gezinnen.
In 1810 verkopen Jeigen Egberts, weduwe Otte Kluiving, Grietje Hamming, weduwe Otte Hoenderken en Lutgerdien Hilbing, weduwe Tale Hamming, ieder vertegenwoordigd door een zoon of schoonzoon, een stuk land grenzend ten noorden aan de Boterdijk en overigens aan de aankoper, A.J. Trip. (Grietje Hamming en Tale Hamming zijn kinderen van Jantien Cluiving, Barelina Cluiving is al overleden). Volgens de akte betreft het ongeveer 1 mat groenland, de Boterkamp, maar dit moet groter zijn, blijkens de prijs (1350 gulden). Dit stuk grond wordt bij het al bestaande landgoed Noordwijk gevoegd.
De naam van Otto's kinderen wordt na de naamsaanneming in 1812 geschreven als Kluiving, in tegenstelling tot Floris Kluivingh uit Eelde, wiens de naam met h wordt geschreven met een incidentele uitzondering. Dit zijn de enige Kluiving(h)s die bekend zijn na 1812 (in de omgeving van Meppel komen variaties op Kluivert voor).

Gehuwd 16-12-1781 in Noordlaren met Jeigjen Egberts, geboren 1748 in Kropswolde, gedoopt 15-9-1748, overleden 29-8-1814 in Noordlaren, Haren, dochter van Egbert Arents en Elisabet Pieters.
In 1781 is er een rechtszaak tussen Jeigjen Egberts en Otto Cluiving. Jeigjen Egberts is als diensmaagd bij Otto Cluiving zwanger geraakt en eist dat hij zijn trouwbeloften nakomt. Er wordt eerst gewezen naar Steven Thijs als mogelijke vader, o.a. in een brief van zwager Harmannus Meijer aan Jeigjen Egberts. Uiteindelijk wordt de zaak geschikt en komt er een huwelijk tot stand. De ondertussen geboren dochter Elisabet wordt op de dag van het huwelijk gedoopt.
Uit een briefwisseling tussen Jeichjen Egberts en haar advocaat blijkt dat Steven Thijs uit Paterswolde afkomstig is met een broer Willem Thijs. Hij is in 1737 geboren als zoon van Jan Thijs en Dina Martens Blokbergen. Hij is vermoedelijk de Steven Thijs die in 1788 in Vries trouwt met Hillechien Roelofs.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Elisabet Kluiving (zie VIf), geboren 1781 in Noordlaren, gedoopt 16-12-1781, overleden 4-6-1867 in Noordlaren, Haren.
2. Grieta Barelina Kluiving, geboren 5-3-1783 in Noordlaren, gedoopt 9-3-1783, overleden 27-7-1868 in Noordlaren, Haren. In 1829 inwonend bij zus Elisabet.
3. Reinder Kluiving (zie VIg), geboren 1785 in Noordlaren, gedoopt 21-4-1785, overleden 19-8-1829 in Noordlaren, Haren.
4. Egbert Kluiving, geboren 1788 in Noordlaren, gedoopt 1-6-1788, overleden 20-7-1808 in Noordlaren. Op 19-10-1808 doet Jannes Hoenderken namens zijn echtgenote en haar broer en zuster een voorlopige aangifte van de memorie van successie van Egbert Kluiving. Erfgenamen zijn Elisabeth, Grieta Barolina en Reinder Kluiving, volle zusters en broer van de overledene. Zij bezaten samen vele goederen in Noordlaren en omgeving, waaronder meerdere huizen en 9/4 waardeel. Ook bezitten zij de helft van een huis verdeeld in 5 woningen en landerijen te Paterswolde, landerijen in Peize en 2 huizen aan de Hoornschedijk (Haren) met twee stukken "Kreuzeland", resp. 20 en 16 matten groot, meest water (Paterswoldsemeer).
Later volgen nog taxatierapporten. Helaas zijn er met uitzondering van Paterswolde en Peize weinig veldnamen vermeld. De totale aangifte bedraagt ongeveer 50 pagina's. Het aandeel van Egbert bedraagt bijna 7000 gld, waartegenover ruim 900 gld. aan schulden.
 

Generatie VI

VIa  Jeigien Huising, geboren 1731 in Gieten, dochter van Lambert Huising en Jantien Cluiving (zie Vb).
Gehuwd 8-11-1758 in Gasselte met Albert Aling, geboren 1729 in Gasselte, gedoopt 13-3-1729, overleden 25-2-1810 in Gasselte, zoon van Jan Aling en Roelfien Huising.
Jeigien Huising bij huwelijk met attestatie van Gieten. Meer kinderen zie Genealogie Aling.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Roelofje Aling (zie VIIa), geboren 1763 in Gasselte, gedoopt 22-5-1763.
 
VIb  Otto Buiting, geboren 1743 in De Veenhof, gedoopt 16-6-1743 in Gieten, overleden 12-7-1819 in Bonnen, Gieten, zoon van Jan Buiting en Jantien Cluiving (zie Vb).
Gehuwd 17-12-1768 in Gieten met Harmtien Arends Homan, geboren 16-2-1744 in Yde, gedoopt Vries 17-2-1744, overleden 8-7-1821 in De Veenhof, Gieten, dochter van Arend Jans Homan en Jantien Klasens Huizing.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Jan Buiting, geboren 1769 in De Veenhof, gedoopt 15-10-1769 in Gieten, overleden 23-12-1802 in De Veenhof, Gieten.
2. Arend Homan, geboren 3-11-1773 in De Veenhof, gedoopt Gieten 7-11-1773, overleden 10-2-1858 in Yde, Vries.
Gehuwd 26-5-1799 in Vries met Aaltien Homan, geboren 1780 in Taarlo, gedoopt Vries 27-3-1780, overleden 5-7-1862 in Yde, Vries, dochter van Albert Hendriks en Jantien Arends Homan.
3. Otto Buiting, geboren 1778 in De Veenhof, gedoopt 21-6-1778 in Gieten.
4. Otte Buiting, geboren 1784 in De Veenhof, gedoopt 16-5-1784 in Gieten, overleden 17-2-1871 in De Veenhof, Gieten.
Gehuwd 14-10-1810 in Gieten met Jantien Homan, geboren 4-1-1784 in Taarlo, gedoopt Vries 18-1-1784, overleden 5-10-1864 in De Veenhof, Gieten, dochter van Albert Hendriks en Jantien Arends Homan.
 
VIc  Hindrikje Jans Buiting, geboren 1745 in De Veenhof, gedoopt 1-10-1745 Gieten, overleden 18-4-1809 in Anloo, dochter van Jan Buiting en Jantien Cluiving (zie Vb).
Gehuwd 27-6-1779 in Gieten met Jacob Ottens Homan, geboren 1746 in Eext, gedoopt 13-3-1746 in Anloo, overleden 5-12-1807 in Eext.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Otto Jacobs Homan, geboren 1780 in Eext, gedoopt 27-8-1780 in Anloo, overleden 20-4-1840 in Eext. Dit is w.s. Otto Homan uit Eext (en cons.) met veel landerijen en enige huizen in Eelderwolde (Kadastrale kaart 1832 van Eelde). Deze goederen zijn afkomstig uit de nalatenschap van Otto Cluiving en zijn dochter Jantien Cluiving, zie ook bij Hendrik Lamberts Huising.
Gehuwd 9-10-1800 in Anloo met Jantje Tonnis Braams, geboren 7-6-1770 in Anloo, gedoopt 10-6-1770, overleden 15-9-1842 in Eext, dochter van Tonnis Braams en Marchien Meursing.
2. Jantje Homan, geboren 27-2-1782 in Eext, gedoopt 4-3-1782 in Anloo, overleden 2-9-1863 in Dilgt, Haren.
Gehuwd 22-5-1809 in Haren met Roelof Vos, geboren 21-7-1778 in Dilgt, Haren, overleden 20-3-1865 in Dilgt, Haren, zoon van Roelf Jelkes Vos en Grietien Jans Pathuis.
 
VId  Tale Hamming, geboren 16-5-1742 in De Punt, gedoopt Noordlaren 20-5-1742, zoon van Lucas Hamming en Jantien Cluiving (zie Ve).
Gehuwd 22-6-1775 in Noordlaren met Lutgertjen Hilbing, geboren 1752 in Gasselte, gedoopt 15-10-1752, overleden 17-2-1813 in Glimmen, Haren, dochter van Roelf Hilbing en Deigien Hidding.
Huwelijksafkondiging 27-5-1775 in Gasselte.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Jantjen Hamming, geboren 1776 in De Punt, gedoopt 14-7-1776 in Noordlaren.
2. Roelf Hamming, geboren 1778 in De Punt, gedoopt Noordlaren 25-1-1778, overleden 11-5-1824 in Haren.
Gehuwd 14-12-1809 in Noordlaren met Gesina Arends Bos, geboren 1793 in Ezinge, gedoopt 1-12-1793, overleden 27-8-1847 in Assen, dochter van Arend Jans Bos en Gesina Egberts Piccard, hertrouwd 2-5-1839 in Groningen met Luichjen Tijs, geboren 18-3-1809 in Beilen, overleden 19-6-1872 in Assen, zoon van Jan Roelofs Tijs en Jantje Jans.
Huwelijk: Roelof Hammingh, oud 31 jaar, zoon van Tale Hammingh en Luttertien Hilbing, geboortig te Glimmen en aldaar woonachtig, benevens Gesina Arends Bos, oud 37 jaar, dochter van Arend Jans Bos en Gesina Egberta Piccard, geboren te Esinghe, en woonachtig op de Punt onder Noordlaren.
3. Lucas Hamming, geboren 16-5-1782 in De Punt, gedoopt 26-5-1782 in Noordlaren.
4. Degien Hamming, geboren 1785 in De Punt, gedoopt 17-4-1785 in Noordlaren.
5. Afien Hamming, geboren 1787 in De Punt, gedoopt Noordlaren 2-12-1787, overleden 3-12-1850 in Oosterhogebrug, Noorddijk.
Gehuwd 27-5-1807 in Noordlaren met Jacobus Veltman, geboren 1783 in Groningen, gedoopt 20-10-1782, overleden 6-9-1856 in Oosterhogebrug, Noorddijk, zoon van Jan Jacob Veltman en Margaretha Buirma.
Huwelijk: Aafje Hamming, van Glimmen en Jacobus Veltman, van Groningen. Jacobus Veltman burgemeester van Noorddijk. Kinderen geboren in Oosterhogebrug.
 
VIe  Grietje Hamming, geboren 1745 in De Punt, gedoopt Noordlaren 24-2-1745, overleden 29-8-1820 in Noordlaren, Haren, dochter van Lucas Hamming en Jantien Cluiving (zie Ve).
Overleden in Noordlaren, huis B nr. 16, op de plaats van de huidige Lageweg 14, zie ook Drents Archief, Archief Hoenderken.
Gehuwd 12-12-1769 in Noordlaren met Otto Buiting Hoenderken, geboren 7-11-1745 in Noordlaren, gedoopt 17-11-1745, overleden 9-3-1799 in Noordlaren, zoon van Jannes Hoenderken en Henderika Buiting.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Jannes Hoenderken (zie VIIb), geboren 1771 in Noordlaren, gedoopt 3-3-1771, overleden 17-11-1834 in Noordlaren, Haren.
2. Jantjen Hoenderken, geboren 1772 in Noordlaren, gedoopt 20-9-1772, overleden 15-8-1845 in Noordlaren, Haren.
Gehuwd (1) 25-11-1795 in Noordlaren met Coenraad Grootholtman, geboren 1758 in Rolde, gedoopt 1-1-1758, zoon van Coenraad Hindrik Grootholtman en Sophia Harders, zie genealogie Kluivingh, eerder getrouwd 18-9-1788 in Noordlaren met Roelina Woelesius, geboren 1755 in Middelstum, gedoopt 9-2-1755, overleden 1790, dochter van Hidde Woelesius en Jantien Hoenderken.
Huwelijk: Conraat Grootholtman, predicant te Noordlaren en Jantien Hoenderken.
Huwelijkscontract Noordlaren, 5-11-1795 tussen Conraat Grootholtman, predikant te Noordlaren en Jantien Hoenderken te Noordlaren. Van de zijde van de bruidegom vader C. Grootholtman, predikant te Rolde, Petrus Spekman en zijn huisvrouw Christina Grootholtman, broer en zuster en Hinderika Grootholtman, zuster. Van de zijde van de bruid Otto Hoenderken en Grietien Hamming, vader en moeder, Jannes, Lucas, Hindericus en Reinder Hoenderken, broers, Hinderika Hoenderken, zuster, Harm Tamming en Alberdina Hoenderken, oom en moeje, Jantien Sissing, weduwe A. Hoenderken, moeje, Lutgertien Hilbing, weduwe T. Hamming, moeje, Jejgien Egbers, weduwe O. Kluiving, oude moeje.

Gehuwd (2) 21-2-1802 in Noordlaren met Willem Jans Homan, geboren 1776 in Ekehaar, gedoopt Rolde 25-2-1776, overleden 3-3-1855 in Noordlaren, Haren, zoon van Jan Willems Homan en Jantien Homan.
Huwelijk: Willem Jans Homan van Ekehaar en Jantje Hoenderken van Noordlaren.
Huwelijkscontract Noordlaren, 20-1-1802. Van de zijde van de bruidegom oom Jan Homan met volmacht van de ouders Jan Willems en Jantien Homan en oom Johannes Hendericus Homan, van de zijde van de bruid moeder Grietje Hamming, weduwe O. Hoenderken, Jans Hoenderken en Elisabet Kluiving, broer en zus, Hinderikus, Reinder, Rikje en Afien, broers en zusters, J. Hoenderken als volmacht voor zijn broer Lukas Hoenderken en Elisabeth Van Reimsdijk, broer en zuster, Harm Tammeling, aangetrouwde oom, de weduwe Tale Hamming als aangetrouwde meue (moei ofwel tante), weduwe Albert Hoenderken als aangetrouwde meue (Jantien Homan is een dochter van Jan ten Berge Homan, Ette Noordenveld 1737-1778).
3. Lucas Hoenderken, geboren 17-4-1774 in Noordlaren, gedoopt 24-4-1774, overleden 30-5-1837 in Hardenberg.
Gehuwd 1798 in Hardenberg met Hermanna Elizabeth van Riemsdijk, geboren 1781 in Hardenberg, gedoopt 4-2-1781, dochter van Jacobus Riemsdijk en Anna Catharina Christina Stolte.
Trouwboek Hardenberg 1795-1811: het 4e jaar der Bataafschen Vrijheid zijn de Persoonen van Lucas Hoenderken en Harmanna Elisabeth van Riemsdijk, op den 24 October l.l. wel en wettig te Noordlaren in ’t voormalig Gewest Groningen ondertrouwd, alhier, na Dat het uit attesten van Den koster en dienst gedaan hebbende leeraren der Gereformeerden alhier en van den Gereformeerden Predikant te Noordlaren voorz: G: Holtman gebleken was dat in hunne drie gewoone Huwelijks Proclamatien geene verhinderinge is geweest, door deese gerichte formeel gecopuleerd, en in den Echten staat bevestigd. in fidem (tekst: Historiekamer Hardenberg).
Zie Genealogie Jacob van Riemsdijk. Lucas Hoenderken wordt in 1811 lid van de Arrondissementsraad van Deventer en is burgemeester van Stad Hardenberg 1819-1835.
4. Hendrikus Hoenderken, geboren 1775 in Noordlaren, gedoopt 2-7-1775, overleden 18-11-1828 in Noordlaren, Haren.
5. Reinder Cluiving Hoenderken (zie VIIc), geboren 1777 in Noordlaren, gedoopt 15-6-1777, overleden 21-5-1850 in Haren, Hoornschedijk.
6. Hinderika Hoenderken, geboren 1779 in Noordlaren, gedoopt 24-10-1779, overleden 18-3-1832 in Noordlaren, Haren.
Gehuwd 20-12-1806 in Noordlaren met Geert Buirma, geboren 1765 in Helpman, gedoopt Groningen 3-9-1765, overleden 25-1-1822 in Helpman, Haren, zoon van Jacob Buirma en Alberdina Margaretha Rummerink.
Huwelijk: Geert Buurma, schulte van Helpman en Hinderika Hoenderken van Noordlaren.
7. Albert Hoenderken, geboren 18-11-1781 in Noordlaren, gedoopt 25-11-1781, overleden 22-6-1847 in Noordlaren, Haren. Albert Ottes Hoenderken is in 1830 eigenaar van huis B16 in Noordlaren, inwonend bij zuster Jantje Hoenderken en haar echtgenoot Willem Homan, waar in 1820 Grietje Hamming overlijdt. In 1814 wonen Reinder, Hendrikus en Albert bij hun moeder. Jannes Hoenderken woont dan al op B12.
8. Aafjen Hoenderken, geboren 28-10-1783 in Noordlaren, gedoopt 2-11-1783, overleden 6-10-1837 in Gasselte.
Gehuwd 7-8-1822 in Gasselte met Albert Jans Hartman, geboren 13-1-1779 in Hoogeveen, overleden 12-4-1864 in Huizen, Hoogeveen, zoon van Jan Alberts Hartman en Klaasje Roelofs Huizinga, eerder getrouwd 28-3-1816 in Gasselte met Foekje Reina van Giffen, geboren 1786 in Vries, gedoopt 2-4-1786, overleden 9-10-1816 in Gasselte, dochter van Omius van Giffen en Catharina IJpeij.
9. Freerkien Hoenderken, geboren 1786 in Noordlaren, gedoopt 20-8-1786, overleden 20-4-1862 in Groningen.
Gehuwd 26-4-1815 in Haren met Gerrit Veltman, geboren 1785 in Groningen, gedoopt 9-3-1785, overleden 11-8-1827 in Groningen, zoon van Jan Jacob Veltman en Margaretha Buirma.
10. Grietien Hoenderken, geboren 1791 in Noordlaren, gedoopt 27-2-1791, overleden 6-12-1821 in Groningen.
Gehuwd 27-8-1817 in Haren met Jacobus Mees, geboren 1790, overleden 2-5-1871 in Groningen, zoon van Hitzerus Phoebus Mees en Hinderika Santée, hertrouwd 7-1-1824 in Hoogezand met Jakomina Themmen, geboren 1796 in Hoogezand, gedoopt 11-9-1796, overleden 15-12-1833 in Groningen, dochter van Martinus Themmen en Hebeltje Meines Kruizinga.
 
VIf  Elisabet Kluiving, geboren 1781 in Noordlaren, gedoopt 16-12-1781, overleden 4-6-1867 in Noordlaren, Haren, dochter van Otto Cluiving (zie Vf) en Jeigjen Egberts.
Elisabet Kluiving is bij de doop 1/4 jaar oud.
Gehuwd 15-5-1800 in Noordlaren met Jannes Hoenderken (zie VIIb), geboren 1771 in Noordlaren, gedoopt 3-3-1771, overleden 17-11-1834 in Noordlaren, Haren, zoon van Otto Buiting Hoenderken en Grietje Hamming (zie VIe).
Kinderen uit dit huwelijk: zie bij Jannes Hoenderken (zie VIIb).
 
VIg  Reinder Kluiving, geboren 1785 in Noordlaren, gedoopt 21-4-1785, overleden 19-8-1829 in Noordlaren, Haren, zoon van Otto Cluiving (zie Vf) en Jeigjen Egberts.
Overleden Noordlaren, huis A nr. 6.
Gehuwd 23-6-1814 in Haren met Jantien Schuiling, geboren 1783 in Anloo, overleden 13-3-1859 in Noordlaren, dochter van Jan Schuiling en Roelfien Derks ten Brink.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Jeichien Kluiving, geboren 6-4-1815 in Noordlaren, Haren (aktedatum, film ontbreekt), overleden 18-7-1815 in Noordlaren, Haren.
2. Otto Kluiving (zie VIId), geboren 9-6-1816 in Noordlaren, Haren, overleden 29-4-1896 in Annen, Anloo.
3. Roelina Kluiving, geboren 9-5-1818 in Noordlaren, Haren, overleden 17-11-1907 in Noordlaren, Haren.
Gehuwd 23-4-1857 in Haren met Jannes Hoenderken, geboren 1827 in Noordlaren, overleden 20-7-1901 in Noordlaren, Haren, zoon van Lukas Hoenderken en Aaltien Hoiting.
4. Jeichien Kluiving, geboren 16-9-1820 in Noordlaren, Haren, overleden 21-2-1907 in Noordlaren, Haren.
Gehuwd 13-6-1850 in Haren met Albertus Hoenderken, geboren 1825 in Noordlaren, overleden 3-9-1887 in Noordlaren, Haren, zoon van Lukas Hoenderken en Aaltien Hoiting.
5. Janna Kluiving, geboren 1-2-1823 in Noordlaren, Haren, overleden 25-6-1877 in Noordlaren, Haren.
Gehuwd 28-10-1865 in Haren met Pieter Bronkema, geboren 1820 in Rasquert, Baflo, zoon van Lourens Pieters Bronkema en Grietje Jans Bouwman, eerder getrouwd 2-10-1863 in Vries met Margaretha Klinkhamer, geboren 9-1-1825 in Groningen, overleden 22-2-1864 in Vries, dochter van Mathias Roelfs Klinkhamer en Antje Abels Iwema, hertrouwd 18-4-1878 in Haren met Zwaantje Stroeding, geboren 1830 in Ellersinghuizen, Vlagtwedde, overleden 5-1-1879 in Noordlaren, Haren, dochter van Hindrik Hindriks Stroeding en Alke Lammerts Velthuis.
6. Elisabet Kluiving, geboren 14-3-1825 in Noordlaren, Haren, overleden 17-4-1853 in Zuidlaren.
Gehuwd 25-5-1848 in Zuidlaren met Roelof Karsens, geboren 18-4-1823 in Zuidlaren, overleden 20-2-1876 in Zuidlaren, zoon van Thijs Karsens en Adriaantje Roelofs Wuffing, hertrouwd 12-5-1860 in Zuidlaren met Roelfien Bijker, geboren 24-3-1832 in Vries, dochter van Hendrik Bijker en Jantien Odding.
7. Reinder Kluiving, geboren 18-8-1829 in Noordlaren, Haren, overleden 14-8-1861 in Noordlaren, Haren.
 

Generatie VII

VIIa  Roelofje Aling, geboren 1763 in Gasselte, gedoopt 22-5-1763, dochter van Albert Aling en Jeigien Huising (zie VIa).
Gehuwd 9-8-1788 in Gasselte (afkondiging) met Henricus Conradus Prins, geboren 1754 in Dwingeloo, gedoopt 15-9-1754, overleden 2-10-1817 in Coevorden.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Johanna Josina Maria Prins, geboren 1789 in Dwingeloo, gedoopt 19-7-1789, overleden 12-9-1852 in Meppel.
Gehuwd 8-8-1810 in Dwingeloo met Henderikus Schutstal, geboren 22-8-1790 in Coevorden, overleden 5-10-1849 in Coevorden, zoon van Jan Schutstal en Gezina Kruiming.
Henderikus Schutstal, jeneverstoker te Coevorden, is in 1816 met andere vermoedelijke erfopvolgers van Jantien Cluiving aankoper van het huis van Roelof Beerling in Eelderwolde waar zij nog twee boerderijen bezitten.
2. Jantje Cluiving Prins, geboren 20-8-1790 in Dwingeloo, gedoopt 29-8-1790, overleden 28-6-1864 in Huizen, Hoogeveen.
Gehuwd 20-7-1813 in Dwingeloo met Cornelis Steenbergen, geboren 3-6-1790 in Hoogeveen, overleden 24-7-1863 in Huizen, Hoogeveen.
3. Albertus Prins, geboren 1793 in Dwingeloo, gedoopt 25-8-1793 (tweeling), overleden 4-11-1863 in Gasselte.
Gehuwd 27-6-1815 in Gasselte met Arendina Rolina Koops, geboren 2-2-1793 in Assen, gedoopt 6-2-1793, overleden 22-2-1857 in Gasselte, dochter van Otto Koops en Heiltje Hilbing.
4. Jan Prins, geboren 21-8-1793 in Dwingeloo, gedoopt 25-8-1793 (tweeling), overleden 2-2-1867 in Dwingeloo.
5. Lamberdina Hendrica Prins, geboren 1795 in Dwingeloo, gedoopt 17-5-1795, overleden 18-10-1861 in Meppel.
Gehuwd 21-4-1815 in Dwingeloo met Albertus Dassen, geboren 1791 in Meppel, gedoopt 30-1-1791, overleden 24-10-1827 in Meppel, zoon van Michiel Dassen en Alberdina Houwink.
6. Frederik Hendrik Prins, geboren 19-1-1798 in Dwingeloo, gedoopt 28-1-1798, overleden 4-11-1867 in Gasselte.
Gehuwd 24-6-1828 in Gasselte met Wubbina Roelina Abbing, geboren 24-9-1807 in Erm, gedoopt Sleen 4-10-1807, overleden 30-7-1850 in Gasselte, dochter van Rudolf Abbing en Hinderkien Hilbing.
7. Lambertus Petrus Prins, geboren 6-11-1799 in Dwingeloo, gedoopt 10-11-1799, overleden 16-11-1858 in Oldeberkoop, Ooststellingwerf.
Gehuwd 20-8-1828 in Meppel met Gezina Willinge, geboren 1805 in Peize, gedoopt 22-12-1805, overleden 23-8-1860 in Oldeberkoop, Ooststellingwerf, dochter van Jan Hendrik Willinge en Trijntje Tonckens.
 
VIIb  Jannes Hoenderken, geboren 1771 in Noordlaren, gedoopt 3-3-1771, overleden 17-11-1834 in Noordlaren, Haren, zoon van Otto Buiting Hoenderken en Grietje Hamming (zie VIe).
Gehuwd 15-5-1800 in Noordlaren met Elisabet Kluiving (zie VIf), geboren 1781 in Noordlaren, gedoopt 16-12-1781, overleden 4-6-1867 in Noordlaren, Haren, dochter van Otto Cluiving (zie Vf) en Jeigjen Egberts.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Otto Hoenderken, geboren 15-3-1801 in Noordlaren, gedoopt 22-3-1801, overleden 21-12-1867 in Borger.
Gehuwd 21-5-1823 in Borger met Trijntien Tingen, geboren 15-10-1798 in Borger, gedoopt 28-10-1798, overleden 8-2-1837 in Borger, dochter van Jan Tingen en Jantien Hindriks Smit.
2. Reinder Hoenderken, geboren 17-1-1803 in Noordlaren, gedoopt 23-1-1803, overleden 4-7-1875 in Noordlaren, Haren.
Gehuwd 17-6-1829 in Haren met Heildina Roelina Hiddingh, geboren 4-5-1807 in Gasselte, gedoopt 10-5-1807, overleden 18-3-1833 in Haren, dochter van Harm Hiddingh en Janna Huizingh.
3. Grietien Hoenderken, geboren 17-7-1805 in Noordlaren, gedoopt 28-7-1805, overleden 17-9-1811 in Noordlaren, Haren.
 
VIIc  Reinder Cluiving Hoenderken, geboren 1777 in Noordlaren, gedoopt 15-6-1777, overleden 21-5-1850 in Haren, Hoornschedijk, zoon van Otto Buiting Hoenderken en Grietje Hamming (zie VIe).
Reinder Cluiving Hoenderken bezit landerijen en huizen in Paterswolde-Noord, aan beide zijden van de provinciegrens.
Op de kadastrale kaart 1832 van Eelde staat zijn huis in Haren ingetekend op de schets die de gemeentegrenzen aangeeft, juist ten noordoosten van de splitsing van de huidige Groningerweg, Hoofdweg en Meerweg (later komt hier hotel Twee Provinciën). Volgens de kadastrale kaart van Haren van 1829 is hij van beroep veenbaas en heeft hij behalve deze boerderij ook een huis aan de zuidzijde van het Paterswoldsemeer, w.s. de huidige Rietschans of een voorganger daarvan.
Bij de volkstelling van Haren in 1830 wordt hij vermeld als wonend op Hoornschedijk nummer 24, het laatste nummer, met beroep landbouwer.

Gehuwd 28-10-1815 in Zuidlaren met Janna van Bon, geboren 20-5-1788 in Plankensloot, gedoopt Zuidlaren 25-5-1788, overleden 3-11-1881 in Eelde, dochter van Albert Egberts van Bon en Annegien Berents Fix.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Otto Hoenderken, geboren 11-4-1816 in Haren, Hoornschedijk, overleden 6-4-1890 in Haren.
2. Anna Hoenderken, geboren 11-6-1817 in Haren, Hoornschedijk, overleden 13-11-1860 in Groningen.
3. Albert Hoenderken, geboren 10-9-1819 in Haren, Hoornschedijk, overleden 16-11-1897 in Paterswolde.
4. Grietje Hoenderken, geboren 20-6-1821 in Haren, Hoornschedijk, overleden 24-4-1856 in Haren, Hoornschedijk.
Gehuwd 18-8-1838 in Eelde met Harmannus Hilbrants, geboren 13-6-1817 in Eelde, overleden 14-3-1894 in Haren, Hoornschedijk, zoon van Hilbrant Hilbrants en Froukien Groenwold, hertrouwd 16-5-1857 in Eelde met Hinderkien Rutgers, geboren 2-7-1832 in Paterswolde, overleden 22-1-1906 in Paterswolde, dochter van Willem Jans Rutgers en Trientien Beerda.
5. Jannes Hoenderken, geboren 10-7-1823 in Haren, Hoornschedijk, overleden 26-12-1901 in Paterswolde.
Gehuwd 12-5-1854 in Eelde met Aaltien Kluivingh, geboren 30-12-1830 in Eelde, overleden 26-8-1903 in Vries, dochter van Roelof Kluivingh en Aaltien Hartlief, zie genealogie Kluivingh.
 
VIId  Otto Kluiving, geboren 9-6-1816 in Noordlaren, Haren, overleden 29-4-1896 in Annen, Anloo, zoon van Reinder Kluiving (zie VIg) en Jantien Schuiling.
Gehuwd 10-5-1850 in Zuidlaren met Aaltje Enting, geboren 22-5-1828 in Zuidlaren, overleden 18-12-1900 in Annen, Anloo, dochter van Lambert Jans Enting en Lutgerdien Abbring.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Jantien Kluiving, geboren 12-11-1851 in Annen, Anloo, overleden 24-11-1851 in Annen, Anloo.
2. Jantje Kluiving, geboren 14-8-1853 in Annen, Anloo, overleden 9-2-1924 in Anloo.
Gehuwd (1) 11-5-1876 in Anloo met Jan Steenge, geboren 16-6-1851 in Annerveen, Anloo, overleden 28-12-1885 in Anloo, zoon van Harm Steenge en Grietien Hamming.
Gehuwd (2) 19-3-1889 in Anloo met Reinder Boerma, geboren 10-2-1856 in Annerveenschekanaal, Anloo, overleden 3-4-1942 in Anloo, zoon van Egge Jans Boerma en Aaltje Lubbes Ensing.
3. Lutgerdiena Kluiving, geboren 13-8-1856 in Annen, Anloo, overleden 19-1-1939 in Westerbork, wonende gemeente Hoogeveen.
Gehuwd 22-12-1879 in Anloo met Jan Roelof Boerma, geboren 20-12-1851 in Annerveen, Anloo, overleden 1921 in Den Ham, Overijssel, zoon van Jan Reinders Boerma en Klaassien Bruins.
4. Reinder Kluiving (zie VIIIa), geboren 13-10-1860 in Annen, Anloo, overleden 29-10-1933 in Groningen.
5. Lambertus Kluiving, geboren 14-2-1863 in Annen, Anloo, overleden 7-10-1863 in Annen, Anloo.
6. Lambertus Kluiving (zie VIIIb), geboren 14-3-1865 in Annen, Anloo, overleden 31-3-1945 in Anloo.
 

Generatie VIII

VIIIa  Reinder Kluiving, geboren 13-10-1860 in Annen, Anloo, overleden 29-10-1933 in Groningen, zoon van Otto Kluiving (zie VIId) en Aaltje Enting.
Gehuwd 26-6-1885 in Anloo met Fennechien Boois, geboren 5-5-1866 in Eext, Anloo, overleden 29-9-1950 in Eext, Anloo, dochter van Cornelis Boois en Jeichien Brouwer.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Aaltiena Kluiving, geboren 5-4-1887 in Annen, Anloo, overleden 14-10-1887 in Annen, Anloo.
2. Cornelis Booi Kluiving, geboren 9-2-1889 in Eext, Anloo, overleden 22-1-1890 in Eext, Anloo.
3. Kornelis Booi Kluiving, geboren 6-1-1891 in Eext, Anloo, overleden 17-4-1976 in Eext, Anloo. Rijkslandbouwconsulent.
Gehuwd 29-8-1923 in Anloo met Lammechien Braams, geboren 4-7-1894 in Eext, Anloo, overleden 7-2-1970 in Eext, Anloo, dochter van Teunis Braams en Willemina Wuffing.
4. Otto Kluiving, geboren 4-3-1893 in Eext, Anloo, overleden 14-12-1960 in Eext, Anloo.
Gehuwd 3-1-1929 in Gasselte met Marchien HogenEsch, geboren 28-3-1902 in Gasselternijveen, Gasselte, overleden 4-10-1994 in Eext, Anloo, dochter van Hendrik HogenEsch en Roelfien te Velde.
5. Jan Tinus Kluiving, geboren 10-9-1895 in Eext, Anloo.
6. Aaltiena Kluiving, geboren 1-1-1899 in Eext, Anloo.
Gehuwd 24-4-1925 in Anloo met Hendrik Jan Brouwer, geboren 11-8-1899 in Broekhuizen, Ruinerwold, overleden 3-11-1960 in Ruinerwold, zoon van Jan Derks Brouwer en Aaltje Robaard.
7. Egge Fako Booi Kluiving, geboren 16-12-1906 in Eext, Anloo, overleden 15-4-1945 in Groningen. Landbouwconsulent.
Gehuwd met Catharina Margaretha Leemhuis Leemhuis.
 
VIIIb  Lambertus Kluiving, geboren 14-3-1865 in Annen, Anloo, overleden 31-3-1945 in Anloo, zoon van Otto Kluiving (zie VIId) en Aaltje Enting.
Gehuwd 9-9-1892 in Anloo met Alberdiena Mulder, geboren 19-7-1866 in Anloo, overleden 15-7-1936 in Anloo, dochter van Otte Mulder en Grietje Jobing.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Aaltje Kluiving, geboren 30-7-1893 in Annen, Anloo.
Gehuwd 3-7-1919 in Anloo met Berend Houwing, geboren 13-9-1891 in Annen, Anloo, zoon van Warner Houwing en Jakobje van Bergen.
2. Otto Kluiving, geboren 14-6-1895 in Annen, Anloo, overleden 6-10-1895 in Annen, Anloo.
3. Grietje Kluiving, geboren 11-9-1896 in Annen, Anloo.
4. Jantje Kluiving, geboren 23-1-1898 in Annen, Anloo.
Gehuwd 21-5-1926 in Anloo met Jan Rozeman, geboren 3-8-1886 in Oosterhesselen, zoon van Albert Rozeman en Geesje Wevers, eerder getrouwd 2-8-1916 in Hoogeveen met Lamberta Bakker, geboren 2-12-1890 in Noord, Hoogeveen, overleden 8-12-1918 in Vroomshoop, Den Ham, dochter van Geert Bakker en Hilligje Troost.
Jan Rozeman bij huwelijk hoofd ener school, wonende in (de gemeente) Den Ham (Overijssel).
5. Jacoba Lutgerdiena Kluiving, geboren 28-9-1901 in Annen, Anloo.
Gehuwd 24-12-1928 in Anloo met Jan Roelof Schuiling, geboren 1903 in Anloo, zoon van Harm Schuiling en Margaretha Schuiling.
6. Otto Kluiving, geboren 29-11-1909 in Annen, Anloo.
 

Index
Genealogie Kluiving